Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2023
In het najaar van 2022 heb ik uw Kamer in een schriftelijk overleg antwoord gegeven
op vragen die bij uw Kamer leefden rond het vervallen van de verlaagde omzetdrempels
voor het concentratietoezicht in de zorg op grond van de Mededingingswet1. In het daaropvolgende tweeminutendebat d.d. 9 november 2022 (Handelingen II 2022/23,
nr. 20, item 7) heb ik, mede naar aanleiding van de gewijzigde motie van de leden Hijink en Van
den Berg2, toegezegd de effecten van het vervallen van dit concentratietoezicht te monitoren
en het instrument van de verlaagde omzetdrempels achter de hand te houden om dat zo
nodig te kunnen herintroduceren. In deze brief licht ik toe hoe ik deze monitoring
vorm wil geven. Daarmee kom ik tegemoet aan mijn toezegging in het genoemde schriftelijk
overleg om Uw Kamer rond de jaarwisseling 2022/2023 over de opzet van de monitor te
informeren.
Met de monitor beoog ik inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal concentraties
in het «verlaagde» omzetsegment. Daaronder versta ik concentraties die tot 1 januari
2023 wel onder het concentratietoezicht van de ACM zouden hebben gevallen, maar dat
sinds 1 januari 2023 door het vervallen van de verlaagde omzetdrempels niet meer doen.
Ik bekijk daarbij de ontwikkeling in verschillende klassen:
-
• Het aantal concentraties per sector conform de gehanteerde sectorindeling in de reeds
bestaande Informatiekaart van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
-
• Het aantal concentraties met betrokkenheid van een private equity investeerder en
het aantal concentraties met betrokkenheid van een buitenlandse partij.
-
• Het aantal concentraties waarbij partijen zijn betrokken die vaker concentraties melden/hebben
gemeld.
-
• Het aantal concentraties per regio.
-
• Het aantal concentraties in dit omzetsegment dat alsnog plaatsvindt na eerder door
de Autoriteit Consument en Markt (ACM) te zijn tegengehouden.
Ik vraag de NZa deze monitoring vorm te geven. Dat kan in het verlengde van de Informatiekaart
concentraties in de zorg die de NZa periodiek uitbrengt op basis van gegevens die
verzameld worden voor de Zorgspecifieke concentratietoets van de NZa.
Om gericht de ontwikkelingen in het verlaagde omzetsegment te monitoren is het nodig
dat de NZa ook inzicht heeft in de omzetten van de betrokken partijen. Deze informatie
wordt nu niet door de NZa uitgevraagd in het kader van de Zorgspecifieke concentratietoets.
Ik vraag de NZa daarom in het kader van de bevoegdheid van de NZa om marktonderzoek
te doen (art. 32 Wet marktordening gezondheidszorg) om aanvullend de omzetgegevens
van de bij de betreffende concentraties betrokken partijen op te vragen. Dit leidt
naar verwachting niet of nauwelijks tot extra administratieve lasten voor aanbieders:
verwacht mag immers worden dat fuserende partijen hun omzet reeds voor andere stappen
in het fusieproces beschikbaar hebben alsook voor de beoordeling of de concentratie
wel of niet bij de ACM gemeld moet worden.
Zoals ik bij mijn besluit over het vervallen van de verlaagde omzetdrempels heb aangegeven,
verwacht ik dat de voordelen van het besluit opwegen tegen de nadelen3. Als uit bovengenoemde monitoring of uit andere signalen bij toezichthouders blijkt
dat zich toch onverwachte, potentieel negatieve marktontwikkelingen voordoen als gevolg
van het besluit, ga ik in overleg met de NZa en ACM en beoordeel of nader onderzoek
nodig is. Bij de uitvoering van een nader onderzoek zal ik de relevante stakeholders
actief betrekken. Daarbij houd ik de mogelijkheid tot herinvoering van de verlaagde
omzetdrempels achter de hand.
Rond de zomer van 2023 zal ik u een eerste update geven over het beeld dat uit de
monitoring naar voren komt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers