32 605 Beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking

Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2014

Graag informeer ik u, naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 20 december 2013 over besteding van het budget voor noodhulp in 2013. Tevens zal ik ingaan op de planning voor 2014, zoals ik heb toegezegd tijdens het Algemeen Overleg op 16 januari jl.

De Nederlandse humanitaire hulp wordt uitgevoerd op basis van het beleidskader «Hulp aan mensen in nood» dat op 28 maart 2012 door uw Kamer werd behandeld (Kamerstuk 32 605 nr. 64 d.d. 23 december 2011). Zoals in het kader omschreven, wordt het Nederlandse beleid in hoge mate bepaald door internationale afspraken en uitgangspunten, zoals de Europese Consensus voor Humanitaire Hulp1 en de principes van Goed Humanitair Donorschap2. Twee centrale doelen zijn hierbij leidend: 1) effectiviteit van de hulp door minder overlap en meer coördinatie en 2) handhaving van de humanitaire principes neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Om deze doelen te realiseren wordt ieder jaar in de eerste weken van januari een indicatieve planning opgesteld, waarbij het beschikbare budget wordt verdeeld over drie categorieën:

  • Algemene, ongeoormerkte bijdragen aan wereldwijd in te zetten humanitaire fondsen van de Verenigde Naties en het Rode Kruis, zoals vermeld in de Begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • Bijdragen voor humanitaire hulp bij langdurige, chronische crises.

  • Een reservering voor bijdragen aan acute crises, gedurende het jaar.

Uitgaven in 2013

Ongeoormerkte bijdragen

Binnen Begrotingsartikel 02.06 (Effectieve humanitaire hulp) was in 2013 aanvankelijk euro 215 miljoen beschikbaar. Van dit bedrag is euro 157 miljoen besteed aan de volgende algemene ongeoormerkte bijdragen:

Organisatie/fonds

 

CERF (VN-noodhulpfonds: Central Emergency Response Fund)

Euro 40 miljoen

UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees)

Euro 38 miljoen

WFP (World Food Programme)

Euro 36 miljoen

ICRC (Internationaal Comité van het Rode Kruis)

Euro 25 miljoen

UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East)

Euro 13 miljoen

OCHA (UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs)

Euro 5 miljoen

Totaal

Euro 157 miljoen

Chronische crises

De bijdragen voor chronische crises bedroegen in 2.013 euro 18,7 miljoen. De uitgaven waren in 2013 als volgt:

Land/crisis

 

Zuid-Soedan

Euro 4 miljoen

Soedan

Euro 3,6 miljoen

D.R.C. (Congo)

Euro 3,2 miljoen

Somalië

Euro 2,4 miljoen

Jemen

Euro 2 miljoen

Afghanistan

Euro 2 miljoen

Ethiopië

Euro 1 miljoen

Myanmar (Birma)

Euro 0,5 miljoen

Totaal

Euro 18,7 miljoen

Deze hulp werd voor het grootste deel verleend via ongeoormerkte bijdragen aan VN-organisaties en pooled funds, naast NGO-activiteiten in met name Somalië, Soedan en de D.R.C.

Ter bevordering van de transparantie en aangezien de huidige NGO-activiteiten een aanzienlijke wederopbouw-component kennen, is in 2013 een nieuw NGO-financieringsmechanisme ontwikkeld. Hierbij wordt jaarlijks uit het wederopbouwbudget euro 10 miljoen beschikbaar gesteld voor – via aanbesteding tot stand gekomen – NGO-programma’s in de Grote Meren en de Hoorn van Afrika. Dit mechanisme komt met ingang van 2014 in de plaats van financiering van NGO-activiteiten bij chronische crises uit het budget voor noodhulp.

Acute crises

In de loop van 2013 namen de humanitaire gevolgen van de Syrische crisis dramatische vormen aan, terwijl in november de tyfoon Haiyan in de Filippijnen een verwoestende werking had. Daarom werd de aanvankelijke reservering voor acute crises van euro 27 miljoen opgehoogd tot euro 46 miljoen. Het grootste deel van de reservering voor acute crises in 2013 is voor de Syrische crisis aangewend (zie de brief van 14 november 2013, Kamerstuk 32 623, nr. 118). De uitgaven onder acute crises waren als volgt:

Crisis

 

Syrische crisis

Euro 33,6 miljoen

Filippijnen (tyfoon)

Euro 6 miljoen

Sahel

Euro 4 miljoen

Centraal Afrikaanse Republiek

Euro 2 miljoen

Palestijnse Gebieden

Euro 0,6 miljoen

Totaal

Euro 46,2 miljoen

Voor bijdragen bij acute crises werd tevens gebruik gemaakt van bij het Nederlandse Rode Kruis geprepositioneerde fondsen, de zogenaamde blokallocatie. Deze fondsen zijn bedoeld om snel in te kunnen spelen op hulpverzoeken van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC). In 2013 werden de fondsen o.a. ingezet voor vluchtelingenkampen in Kenia, de Syrische crisis, de Filippijnen, Vietnam, Oeganda en Zimbabwe. De bijdrage uit het humanitaire hulpbudget aan de blokallocatie bedroeg in 2.013 euro 7,3 miljoen.

Overig

Naast directe hulpverlening bij een ramp is aandacht voor dieperliggende oorzaken noodzakelijk. Daarom worden sinds 2009 de belangrijkste organisaties voor Disaster Risk Reduction financieel ondersteund. In 2013 betrof dit totaal euro 1,5 miljoen.

Budget

Het totale budget voor humanitaire hulp van euro 233 miljoen, werd overschreden met euro12.387,–, d.w.z. met ca. 0,0005%.

Planning voor 2014

Zoals vermeld in de Begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2014 onder artikel 4.1 Humanitaire Hulp zijn de volgende algemene ongeoormerkte bijdragen aan internationale organisaties voorzien:

Organisatie/fonds

 

CERF (VN-noodhulpfonds: Central Emergency Response Fund)

Euro 40 miljoen

UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees)

Euro 33 miljoen

WFP (World Food Programme)

Euro 36 miljoen

ICRC (Internationaal Comité van het Rode Kruis)

Euro 25 miljoen

UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine

Refugees in the Near East)

Euro 13 miljoen

OCHA (UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs)

Euro 5 miljoen

Totaal

Euro 152 miljoen

Het CERF is voor mij een belangrijk humanitair instrument. Met het fonds kan OCHA snel en flexibel inspelen op situaties waar humanitaire hulp nodig is. Dit komt de effectiviteit van de hulpverlening ten goede. Daarnaast stelt het ongeoormerkte karakter van de steun via CERF de VN in staat om ook aandacht te geven aan zogeheten stille rampen waar de humanitaire noden vaak groot zijn, maar waar door minder aandacht in de media vaak ook onvoldoende additionele steun voor te vinden is. Sinds de oprichting van het fonds in 2006 heeft Nederland totaal USD 439 miljoen beschikbaar gesteld en is hiermee, na het Verenigd Koninkrijk (USD 659 miljoen), Zweden (USD 496 miljoen) en Noorwegen (USD 468 miljoen), de vierde donor van dit VN-noodhulpfonds.

De effectiviteit van de vier VN-organisaties en de positie van Nederland als donor aan deze organisaties zijn als volgt:

Organisatie

Oordeel cfm scorecard

Belangrijkste donoren

Positie Nederland (2012)

WFP

goed

V.S. $ 1,46 miljard

Europese Cie $ 386 mln

Canada $ 367 mln

12e $ 75 mln

UNHCR

voldoende

V.S. $ 712 mln

Japan $ 143 mln

Europese Cie $ 118 mln

5e $ 103 mln

UNRWA

voldoende

V.S. $ 234 mln

Europese Cie $ 202 mln

V.K. $ 69 mln

7e $ 25 mln

OCHA

voldoende

V.K. $ 38 mln

Zweden $ 34 mln

V.S. $ 28 mln

8e $ 7 mln

Over de medio 2013 opgestelde scorecards heb ik uw Kamer geïnformeerd met mijn brief van 4 juli 2013 (Kamerstuk 32 605, nr. 125).

In 2012 was Nederland voor het ICRC met 30 miljoen Zwitserse Frank (25 miljoen euro) de twaalfde donor, na de V.S., Zwitserland, Europese Commissie, V.K., Zweden, Noorwegen, Canada, Japan, Australië en Duitsland met resp. 208 miljoen, 110 miljoen, 90 miljoen, 75 miljoen, 69 miljoen, 62 miljoen, 46 miljoen, 43 miljoen, 37 miljoen en 36 miljoen Zwitserse Frank. Het ICRC is in conflictsituaties meestal beter dan anderen in staat om humanitaire hulp te verlenen aan slachtoffers. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van het wereldwijde fijnmazige netwerk van Rode Kruis en Rode Halve Maan verenigingen en kan het ICRC bouwen op de reputatie van het Rode Kruis als een onpartijdige speler tussen de strijdende partijen. De Nederlandse bijdrage is ongeoormerkt en stelt ICRC in staat zelf te bepalen waar de noden het hoogst zijn.

Chronische crises

In 2014 is totaal euro 15 miljoen voorzien voor de volgende chronische crises:

Land/crisis

 

Zuid-Soedan

Euro 5 miljoen

D.R.C. (Congo)

Euro 4 miljoen

Soedan

Euro 3 miljoen

Jemen

Euro 2 miljoen

Somalië

Euro 1 miljoen

Totaal

Euro 15 miljoen

Voor deze vijf landen heeft OCHA de vijf grootste noodhulpverzoeken voor 2014 uitgebracht qua financiële omvang, terwijl het aantal hulpbehoevenden op meerdere miljoenen mensen wordt geraamd. Bij afweging voor beschikbaarstelling van de Nederlandse fondsen is rekening gehouden met de hoogte van de bijdragen in 2013, alsmede de grotere behoeften in een crisis als die in Zuid-Soedan. Ook houd ik rekening met verbetering van de humanitaire situatie en toename van wederopbouwactiviteiten, zoals in Somalië. Voor Zuid-Soedan zijn door donoren voor 2014 reeds aanzienlijke middelen beschikbaar gesteld, o.a. door de Europese Commissie (54 miljoen USD), het V.K. en de V.S. (beide 52 miljoen USD), Denemarken en Duitsland (beide 4 miljoen USD).

Voor zowel de ongeoormerkte core bijdragen als de ongeoormerkte bijdragen aan chronische crises wordt gestreefd naar zo spoedig mogelijke overmaking aan het begin van het jaar. Zo kunnen de uitvoerende organisaties zo vroeg mogelijk beschikken over het geld, de bijdragen zo effectief mogelijk inzetten en als «leverage» gebruiken richting andere donoren.

Acute crises

Voor acute crises is op dit momenteel euro 36 miljoen beschikbaar onder het noodhulpbudget; dit is inclusief euro 7 miljoen die gereserveerd is voor NGO-activiteiten op Syrië als gevolg van het amendement-Voordewind. Gezien de ongekende noden zal ook in 2014 hulp aan de slachtoffers van de Syrische crisis hoge prioriteit krijgen.

Zoals toegezegd tijdens het begrotingsoverleg in december zal ik u informeren over bijdragen uit het humanitaire hulpbudget van euro 5 miljoen of hoger. In het begin van het jaar ben ik in principe voorzichtig met committeringen voor acute crises, maar kan de ernst en omvang van een humanitaire crisis een reden zijn om ook relatief vroeg in het jaar een grote bijdrage te overwegen. Daarom heb ik een bijdrage van euro 6 miljoen voor de High Level International Pledging Conference for Syria op 15 januari in Koeweit voor de VN-noodhulpverzoeken ad USD 6,46 miljard beschikbaar gesteld. Daarnaast een bijdrage van euro 2 miljoen voor de Centraal Afrikaanse Republiek, gezien de snel verslechterende humanitaire situatie aldaar. Over de bijdrage aan de Syrische crisis is u een separate brief toegegaan (Kamerstuk 32 623, nr. 124).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

zie bijlage bij de beleidsnotitie;

X Noot
2

Idem dito.

Naar boven