Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32545 nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 32545 nr. 1 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2010
Met deze brief doe ik u mijn voornemens ten aanzien van wet- en regelgeving op het gebied van de financiële markten toekomen. In de aanbiedingsbrief bij het rapport van de commissie Scheltema (kamerstuk 32 432, nr. 1) heb ik aangegeven uw Kamer hierover jaarlijks te informeren.
Deze voornemens zijn mede gebaseerd op de wetgevingsbrieven van de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), die ik heb gevraagd mij jaarlijks te rapporteren over geconstateerde knelpunten in de toezichtregelgeving. Deze wetgevingsbrieven treft u als bijlagen aan bij deze brief.1
In deze brief is in paragraaf 2 een overzicht opgenomen met wetsvoorstellen die reeds bij uw Kamer aanhangig zijn alsmede wetsvoorstellen die in voorbereiding zijn. Dit overzicht geeft een zo compleet mogelijk beeld van mijn voornemens op dit moment op wetgevingsgebied. Daarbij benadruk ik dat er in aanvulling hierop, naast formele wetgeving, ook voornemens in lagere regelgeving zullen worden vervat. Ook wordt er uitvoering gegeven aan EU-verordeningen, wat niet zal resulteren in aparte wetsvoorstellen.2
Naast het wetgevingsprogramma uit paragraaf 2 zijn er op het gebied van de financiële markten vele actuele onderwerpen die mogelijk tot voorstellen voor wet- en regelgeving zullen leiden. In paragraaf 3 geef ik hier een overzicht van alsmede van mijn acties en voornemens. Daarna zal ik kort stilstaan bij enkele onderwerpen die op dit moment bijzondere aandacht verdienen.
Ook in 2010/2011 is er op het gebied van financiële markten een omvangrijk wetgevingsprogramma.3 De uitdaging om dit programma te realiseren zal dan ook groot zijn. Bij de uitwerking van dit programma houd ik uiteraard rekening met zowel de toezichthouders als overige betrokkenen.
Naast het reeds lopende omvangrijke wetgevingsprogramma wordt er op gebied van de financiële markten, zowel op nationaal als Europees niveau, tevens gewerkt aan verschillende maatregelen in gevolg op de crisis. De Europese Commissie heeft in haar jaarlijkse werkplan laten zien deze onderwerpen voortvarend te willen oppakken.4 Ik ben een groot voorstander van Europese en mondiale samenwerking op dit gebied maar ook op nationaal terrein ben ik van mening dat wij ons niet kunnen veroorloven stil te zitten.
In dit kader wijs ik u graag op de Wijzigingscyclus van wet- en regelgeving op het gebied van de financiële markten. Begin 2009 is gestart met deze Wijzigingscyclus. Het uitgangspunt daarbij is om alle wijzigingen in wet- en regelgeving op het gebied van de financiële markten in jaarlijks terugkerende wijzigingstrajecten mee te nemen. Dit uitgangspunt lijdt in ieder geval uitzondering daar waar het gaat om implementatie van Europese regelgeving maar ook als zaken zo spoedeisend zijn dat de planning van de Wijzigingscyclus daar niet aan kan voldoen.
De implementatie van Europese richtlijnen alsmede de te nemen (nationale) maatregelen als gevolg van de crisis hebben voor mij uiteraard de hoogste prioriteit. Door deze prioriteitstelling zullen vele van de in paragraaf 3 beschreven onderwerpen niet op korte termijn in wet- en/of regelgeving kunnen worden opgenomen.
De wetgevingsdruk op het gebied van de financiële markten zal dus aanzienlijk zijn. Deze druk stelt hoge eisen aan het wetgevingsproces. Het is van groot belang dat dit proces de komende jaren tijdig, efficiënt en ordentelijk verloopt. Ik hecht aan een sterke betrokkenheid van uw Kamer hierbij. Om te komen tot een verdere stroomlijning van dit proces ben ik dan ook voornemens om met uw Kamer in overleg te treden.
In onderstaande tabel treft u een overzicht aan met wetsvoorstellen die reeds bij uw Kamer aanhangig zijn alsmede wetsvoorstellen die in voorbereiding zijn.
Verder merk ik graag op dat er op dit moment ook diverse ontwerprichtlijnen op het gebied van de financiële markten zijn die zich in verschillende stadia van onderhandeling in Europa bevinden. Voorbeelden hiervan zijn de richtlijn voor alternatieve beleggingsfondsen en de herziene richtlijn voor beleggers-compensatiestelsels. Nederland zet zich stevig in bij deze onderhandelingen en neemt actief positie in het debat.
Naar verwachting zullen de meeste van deze richtlijnonderhandelingen in de loop van de komende jaren tot nieuwe richtlijnen leiden, die uiteraard ook geïmplementeerd zullen moeten worden. Deze richtlijnen zijn niet in onderstaand schema opgenomen.
Wetgevingstraject | Voortgang / Implementatie |
---|---|
WETSVOORSTELLEN NAAR AANLEIDING VAN EUROPESE RICHTLIJNEN | |
Implementatie van Richtlijn 2007/44/EG (VVGB-richtlijn) (32 292) | Het wetsvoorstel is ingediend. De Kamer heeft verslag uitgebracht. Er wordt gewerkt aan nota n.a.v. het verslag. |
Implementatie richtlijn Consumentenkrediet° (32 339) | Nota n.a.v. het verslag is aan de TK gestuurd. Het wetsvoorstel is gereed voor plenaire behandeling. |
Implementatie Finaliteitsrichtlijn & Financiële zekerheids-overeenkomsten richtlijn* (32 457) | Het wetsvoorstel is ingediend bij de TK. Volgende stap is het verslag van de TK. |
Implementatie ICBE-richtlijn | Het wetsvoorstel ligt voor advies bij de Raad van State. Indiening TK naar verwachting in december 2010. |
Implementatie wijzigingen CRD-richtlijn1 | Het wetsvoorstel wordt geconsulteerd. Behandeling ministerraad naar verwachting in november 2010. |
Implementatie E-money Richtlijn2 | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. Behandeling ministerraad naar verwachting in december 2010. |
Implementatie Solvency II Richtlijn | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. |
OVERIGE WETSVOORSTELLEN | |
Wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2010 (32 036) | Nota n.a.v. het verslag is aan de TK gestuurd. Het wetsvoorstel is gereed voor plenaire behandeling. |
Wetsvoorstel tot wijziging van de Wge (31 830) | Nota n.a.v. het verslag is aan de TK gestuurd. Het wetsvoorstel is gereed voor plenaire behandeling. |
Wetsvoorstel n.a.v. het advies van de Commissie Frijns (32 014) | Het wetsvoorstel is ingediend. De Kamer heeft verslag uitgebracht. Er wordt gewerkt aan nota n.a.v. nader verslag. |
Wetsvoorstel ter aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop (32 025) | Het wetsvoorstel is ingediend. De Kamer heeft verslag uitgebracht. N.B.: Er wordt gewacht met de nota n.a.v. het verslag omdat een voorstel van de Europese Commissie voor een Verordening, dat deels dezelfde materie regelt, op dit moment wordt bestudeerd. |
Wet ter introductie van de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen en deskundigheidstoetsing van commissarissen° (32 512) | Het wetsvoorstel is ingediend bij de TK. Volgende stap is het verslag van de TK. |
Wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2012 | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. Behandeling ministerraad naar verwachting in november 2010. |
Wetsvoorstel gebruik BSN Financiële Sector | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. Behandeling ministerraad naar verwachting in november 2010. |
Wetsvoorstel Wet financiële markten BES | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. Behandeling ministerraad naar verwachting in december 2010. |
Wetsvoorstel Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme BES | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. Behandeling ministerraad naar verwachting in december 2010. |
Wetsvoorstel interventie bij banken en verzekeraars in problemen | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding en zal naar verwachting in november 2010 worden geconsulteerd. |
Wetsvoorstel Wet versterking governance financiële toezichthouders | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. |
Wet op het accountantsberoep | Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding. |
* = voortouw justitie
° = co-productie met justitie
De Europese kapitaaleisenrichtlijn (CRD) vormt de Europese verankering van de Basel II kapitaaleisen. De CRD wordt de komende tijd door middel van diverse wijzigingsrichtlijnen aangescherpt. Deze wijzigingsrichtlijnen worden aangeduid met CRD 2, CRD 3 en CRD 4. CRD 2 is in 2009 aangenomen en dient per 31 december 2010 in nationale wetgeving te zijn omgezet. Deze richtlijn bevat aanscherpingen op het gebied van samenwerking tussen toezichthouders, toezicht op bijkantoren, securitisaties, grote posities, hybride kapitaalinstrumenten en liquiditeitstoezicht. Vanwege beperkte capaciteit tijdens de kredietcrisis heeft het implementatieproces vertraging opgelopen. Op dit moment loopt de formele consultatie van dit wetsvoorstel. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van het wetsvoorstel medio juni 2011.
De gewijzigde electronischgeldrichtlijn (Richtlijn 2009/110/EG) brengt wijziging in de bestaande regeling voor electronischgeldinstellingen. De wijzigingen beogen met name toetreding tot de markt te vergemakkelijken. De richtlijn moet op 30 april 2011 geïmplementeerd zijn. Vanwege beperkte wetgevingscapaciteit heeft het implementatieproces echter vertraging opgelopen. Op dit moment is het wetsvoorstel in voorbereiding. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van het wetsvoorstel medio augustus 2011.
Uiteraard zijn er vele actuele onderwerpen op het gebied van de financiële markten die mogelijk tot voorstellen voor wet- en regelgeving zullen leiden. Hieronder geef ik een overzicht van de belangrijkste onderwerpen die nu bestudeerd worden en mijn acties en voornemens ten aanzien van deze onderwerpen. Deze onderwerpen zijn tevens opgenomen in de wetgevingsbrieven van DNB en de AFM.
Vervolgens ga ik in paragraaf 3.1 t/m 3.4 specifiek in op een aantal van deze actuele onderwerpen.
Maatregel/traject | Stand van zaken/Acties/Voornemens |
---|---|
Versterking crisismanagement – Versterking (crisis)instrumentarium – Interventieladder | – De versterking van het raamwerk voor crisismanagement heeft voor mij hoge prioriteit. De interventieladder en het crisisinstrumentarium moeten worden versterkt en het depositogarantiestelsel moet worden herzien. – Ten aanzien van de te zetten stappen sta ik een gefaseerde benadering voor. (Zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.1) |
Herziening depositogarantiestelsel | – Ten aanzien van het depositogarantiestelsel (DGS) worden verschillende herzieningen voorzien. De mogelijkheid tot overdracht van een portefeuille van deposito’s met financiering door het DGS en de afschaffing van de verplichting rekening te houden met de verrekeningsbevoegdheid van depositohouders zullen worden meegenomen in de eerste voorstellen ter versterking van het crisismanagement, die naar verwachting begin november 2010 voor consultatie gereed zijn. – De hervorming van een ex post gefinancierd DGS naar een ex ante gefinancierd DGS met risicoweging zal met name tot wijzigingen van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen beleggerscompensatie en depositogarantie Wft leiden. – De voorstellen hiertoe zullen in 2011 gereed zijn. In het algemeen geldt dat rekening dient te worden gehouden met de ontwikkelingen in de Europese discussie rond de herziening van de Europese richtlijn inzake DGS. (Zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.1) |
Crisismanagement betalings- en effectenverkeer | – In navolging op de marktbrede oefening van mei 2009 (Cyberscan) heeft een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van AFM, DNB en Financiën, de afgelopen tijd gewerkt aan een voorstel voor herziening (het tripartiete crisismanagementorgaan). – Inmiddels hebben zowel het bestuur van de AFM, de directie van DNB, als ikzelf ingestemd met het voorstel. |
Corporate governance – Deskundigheidstoets – DGA-structuur – Bedrijfsmodellen en strategieën – Verschoningsrecht | – Deskundigheidstoets: Op dit moment wordt de gezamenlijke Beleidsregel deskundigheid van AFM en DNB geconsulteerd. Deze beleidsregel benadrukt dat deskundigheid bestaat uit kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Ook biedt deze beleidsregel de AFM en DNB een uniform normenkader voor de uitvoering van de deskundigheidstoets. Bovendien werk ik op dit moment aan een wetvoorstel ter introductie van een overkoepelend begrip «geschiktheid», waarin onder andere de bestaande betrouwbaarheids- en deskundigheidstoetsen zullen opgaan. (Zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.4) – DGA-structuur: Een DGA-structuur zonder adequate «checks and balances» brengt onwenselijke risico's met zich. Mede om die reden heb ik uw Kamer bij brief van 29 juni 2010 (Kamerstukken II 2009–2010, 32 432, nr. 1) bericht dat ik expliciet in de wet zal vastleggen dat DNB de bevoegdheid heeft om een evenwichtige en verantwoorde corporate governance af te dwingen en daarmee als nodig kan ingrijpen in een DGA-structuur. – Bedrijfsmodellen: Ik ben voornemens om in de Wft te expliciteren dat de toezichthouder, indien een bank of beleggingsonderneming niet voldoet aan de gestelde eisen, restricties kan opleggen aan de bedrijfsactiviteiten en – modellen of kan verlangen dat de aan de werkzaamheden, producten en systemen verbonden risico’s worden beperkt. – Verschoningsrecht: Ik ben bereid om te onderzoeken op welke wijze de verhouding tussen de inlichtingenbevoegdheid van de toezichthouders en het verschoningsrecht van bepaalde adviseurs kan worden verduidelijkt, zodat de inzet van de inlichtingenbevoegdheid niet onnodig kan worden beperkt. |
Toezicht op beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen | – Op dit moment wordt in Europa onderhandeld over de richtlijn voor alternatieve beleggingsfondsen (AIFM richtlijn). Deze richtlijn omvat onder andere regels voor hedge fondsen en private equity maatschappijen maar ook voor «gewone beleggingsinstellingen». – De AIFM-richtlijn zal ertoe leiden dat het regime voor beleggingsinstellingen zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht zal moeten worden aangepast. Op dat moment zal ik ook in overleg met AFM en DNB bekijken of nog aanvullende regels voor beleggingsinstellingen moeten worden opgenomen en of de regels kunnen worden gelijkgetrokken met de regels die gelden voor instellingen voor collectieve belegging in effecten. – Met betrekking tot beleggingsondernemingen zal ik in overleg met de AFM en DNB bekijken welke problemen daar spelen en op welke wijze het toezicht zo nodig gewijzigd moet worden. |
Reikwijdte toezicht op bijkantoren uit lidstaten | – Het toezicht op bijkantoren is een brede Europese aangelegenheid. Op Europees niveau worden op dit moment verbeteringen doorgevoerd in de positie van toezichthouders van bijkantoren, zoals deelname aan het college of supervisors voor toezichthouders van significante bijkantoren. Ik ben voorstander van versterking van de positie van de host toezichthouder. – Vanuit Nederland is hiertoe recent een gezamenlijk voorstel aan de Europese Commissie gezonden. Hierin wordt voorgesteld om de (informatie) rechten van toezichthouders van significante bijkantoren uit te breiden. Daarnaast wordt voor "super-significante» bijkantoren voorgesteld om, onder omstandigheden, bevoegdheden van de home aan de host toezichthouder te delegeren. |
Toezicht op uitbestede werkzaamheden | – In de uitvoeringsmaatregelen van Solvency II (in de vorm van een Verordening) wordt opgenomen dat in de overeenkomst tussen een verzekeraar en de onderneming waaraan werkzaamheden worden uitbesteed dient te worden geregeld dat de toezichthouder rechtstreeks bij de onderneming waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed informatie kan opvragen. Verwachting is dat de Verordening per 1 januari 2013 in werking treedt. – Voor die tijd zal ik bezien of de Europese richtlijnen ruimte laten om een soortgelijke bepaling op te nemen met betrekking tot de uitbestedingsovereenkomst van andere financiële ondernemingen. |
Eisen inzake derdengeldentiteiten gelieerd aan betaaldienstverleners | – Ik bezie samen met DNB hoe het toezicht op de betrouwbaarheid van bestuurders van stichtingen derdengelden verbeterd kan worden. – Zou in de praktijk blijken dat dit onvoldoende is, dan overweeg ik om direct toezicht van DNB op de betrouwbaarheid van stichtingen derdengelden mogelijk te maken door middel van regelgeving. |
Overlay betaaldiensten | – Dit onderwerp wordt op dit moment opgepakt binnen Europa. Gelet hierop en gegeven het feit dat er op de Nederlandse markt momenteel niet of nauwelijks overlay service providers actief zijn, wacht ik het voorstel van de Payments Committee dit najaar af, alvorens ik zal besluiten of het noodzakelijk is op korte termijn nationaal met wetgeving te komen. |
Gedekte obligaties | – Twee jaar geleden is een Algemene Maatregel van Bestuur tot stand gekomen waarin regelgeving voor gedekte obligaties is opgenomen. In overleg met DNB zal ik de komende tijd bestuderen in hoeverre het noodzakelijk of wenselijk is deze regelgeving aan te passen. |
Handhaving en verbod tot aantasting contractuele relaties | – Ingrijpen in de aantastbaarheid van de contracten van een dienstverlener omdat hij geen vergunning heeft, leidt tot ongedaanmakingsverplichtingen, ook wanneer zijn wederpartij niet is geschaad. Daardoor zou vergaand worden ingegrepen in privaatrechtelijke overeenkomsten. – Onder andere vanwege het feit dat dit in de praktijk tot rechtsonzekerheid kan leiden wordt een eventuele volledige inperking niet opgepakt, wel zal ik bezien of minder ingrijpende oplossingen mogelijk zijn. |
Executie van bestuurlijke handhavingsmaatregelen | – Ik zal in samenwerking met andere betrokken ministeries deze problematiek blijven aankaarten. – De internationale executie van bestuurlijke handhavingsmaatregelen is echter geen materie exclusief voorbehouden aan de financiële markten. – Verschillende Europese initiatieven raken de bestuursrechtelijke handhaving, waaronder de Richtlijn van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (2010/24 EU). |
Beslaglegging | – Ik onderken de ratio achter een wettelijk verbod op derdenbeslag onder DNB en onderzoek thans de mogelijkheden hiervoor. – Omdat een dergelijk verbod sterk ingrijpt in civielrechtelijke rechten van crediteuren moet goed worden onderscheiden hoe groot het risico voor het betreffende betalingsverkeer is en of dit een systeemrisico betreft. Waar DNB kan gelden als crediteur of belanghebbende is het wenselijk nader te onderzoeken of een beslag door DNB onder omstandigheden tot de mogelijkheden behoort of zou moeten worden gemaakt. |
Vermogensscheiding voor kredietderivaten in de Wet giraal effectenverkeer | – Ik heb in de consultatiefase in de concepttekst voor wijziging van de Wet giraal effectenverkeer een regeling opgenomen voor de bescherming van de rechten met betrekking tot derivatencontracten in geval van faillissement van de intermediair. – Vanwege de in de consultatiereacties geuite kritiek op de juridische vormgeving en de praktische uitvoerbaarheid van de eerder ontworpen regeling, is besloten de regeling met betrekking tot derivatencontracten nader te bezien. – Op dit moment onderzoek ik alternatieven en spreek ik hierover met deskundigen. Indien dit tot een adequate oplossing leidt zal ik bij u een wetswijziging voorstellen. |
Geheimhoudingsregime | – Het geheimhoudingsregime van de Wft heeft het afgelopen jaar veelvuldig in de belangstelling gestaan. Het belang van transparantie en verantwoording door de toezichthouders staat soms op gespannen voet met het stringente regime. – Naar aanleiding van het onderzoek naar de DSB Bank heb ik een wetswijziging in voorbereiding die informatiedeling bij onderzoek naar inmiddels gefailleerde financiële ondernemingen vergemakkelijkt. – Ook ga ik, overeenkomstig de bevindingen van de Commissie De Wit, de mogelijkheden tot oprekking van de geheimhoudingsbepaling op nationaal niveau met de AFM en DNB verkennen. – Tegelijkertijd zal ik de mogelijkheden tot versoepeling van het geheimhoudingsregime op Europees niveau aankaarten. – Onderdeel van die besprekingen zal ook zijn de door DNB genoemde mogelijkheden om informatie te verstrekken in het kader van een parlementair onderzoek of enquête, waarbij gewaarborgd zal moeten worden dat deze informatie niet aan anderen dan de commissie zal worden verstrekt, ook na afloop van het onderzoek. |
Bekostiging financieel toezicht | – Ik werk momenteel aan een nieuw systeem voor de bekostiging van het financieel toezicht. Dit gebeurt aan de hand van de volgende uitgangspunten: a. het voorkomen van al te sterke fluctuaties bij de jaarlijks op te leggen heffingen; b. een (sterke) vereenvoudiging van de processen rondom de op te leggen heffingen; c. een heldere vastlegging van het bekostigingssysteem in wet- en regelgeving. De uitwerking vindt plaats in overleg met SZW en beide toezichthouders. Daarnaast besteed ik aandacht aan de wens van DNB om de bekostigingssystematiek in één, alle toezichtwetten overkoepelende, wet op te nemen. |
Beperking aansprakelijkheid | – Ik acht een beperking van aansprakelijkheid wenselijk, onder meer omdat dit kan bijdragen aan meer openlijk kritisch toezicht. Diverse opties voor een beperking van de aansprakelijkheid van de financiële toezichthouders zijn op dit moment onderwerp van gesprek met de minister van Justitie, met het oog op een zo snel als mogelijke uitwerking. |
Klantbelang centraal – banksparen | – Ik hecht veel belang aan een financiële sector die het klantbelang centraal stelt. De klant centraal stellen betekent ook dat aanbieders een helder beeld aan de consument schetsen over het karakter en de werking van het financiële product. Misleidende marketing en onvolledige informatie zijn niet in het belang van de klant. – De sector maakt momenteel ook stappen op dit gebied. In de Code banken is aandacht besteed aan het borgen van het klantbelang, onder andere via het opzetten van een adequaat functionerend productgoedkeuringsproces. – Ik zal de tussenrapportage van de monitoringcommissie Code gebruiken om te bezien in hoeverre de sector de voorgestelde stappen aangaande productontwikkeling serieus implementeert in haar eigen bedrijfsvoering. – Daarnaast heb ik de verzekeraars nadrukkelijk verzocht om verdere stappen te nemen op het gebied van productgoedkeuringsprocessen en op het gebied van beloningen. – Ik zal in samenhang met en met oog voor de stappen die door de sector zelf worden gezet, bezien of het toezicht van de AFM in een eerdere fase dient te worden versterkt. (Zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.2). |
Verhoging kwaliteit advisering | – Op dit moment ben ik bezig met een evaluatie van het stelsel van vakbekwaamheid, in nauwe samenwerking met de AFM. Na afronding van deze evaluatie zal ik bezien of een aanscherping van de eisen voor vakbekwaamheid, zowel bij aanbieders als bij adviseurs bemiddelaars, nodig is. – Daarnaast zal ik, in lijn met de adviezen van zowel de AFM als het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD), de vakbekwaamheidseisen voor pensioenadviseurs verhogen. – Op basis van de uitkomsten van de evaluatie van de provisieregelgeving zal ik bezien hoe regelgeving ten aanzien van financiële adviseurs effectiever gemaakt kan worden. Doelstelling daarbij is om de transitie van productgedreven verkoop naar meer klantgerichte advisering maximaal te faciliteren. |
Verhoging 50 000 euro vrijstellingsgrens | – Tijdens de onderhandelingen van de Prospectusrichtlijn is door Nederland verdubbeling van de € 50 000 grens, waarboven een door de AFM goedgekeurd prospectus niet verplicht is, nagestreefd. Deze verdubbeling hebben we bereikt. – In de nog te publiceren gewijzigde Prospectusrichtlijn zal een vrijstellingsgrens van € 100 000 zijn opgenomen. Nationaal zullen we deze grens doortrekken naar het aanbieden van deelnemingen en aanbieden van beleggingsinstellingen. |
Versterking toezicht financiële verslaggeving en toezicht accountantsorganisaties | – Op dit moment wordt er een evaluatie van de Wet toezicht financiële verslaggeving uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau en worden daarin al de door de AFM genoemde aspecten meegewogen. – Naar verwachting zal ik uw Kamer eind dit jaar berichten over de uitkomsten van dit onderzoek en mogelijke aanbevelingen doen tot aanpassing van wetgeving. |
Cliënt-ID voor effectiever toezicht op marktmisbruik | – Ik ben, met de AFM, van mening dat de cliënt-ID een nuttig element vormt. – Bij voorkeur wordt de cliënt-ID op Europees niveau geharmoniseerd en verplicht gesteld zodat de opsporing van marktmisbruik ook grensoverschrijdend maximaal effectief kan zijn. – Mocht dit niet tijdig in EU verband ingevoerd kunnen worden dan zal een nationale cliënt-ID ingevoerd worden. Het is van belang dat AFM en de sector nu al met elkaar in gesprek gaan voor een optimale vormgeving hiervan. (zie voor een nadere toelichting paragraaf 3.3) |
Verbetering randvoorwaarden voor effectief en efficiënt toezicht | – Ik zal met de AFM mogelijke knelpunten verkennen om snel in te kunnen grijpen bij evidente misstanden. – Met betrekking tot de door de AFM genoemde aandachtspunten uit recente onderzoeken wordt opgemerkt dat deze, zoals eerder aan de Tweede Kamer in de begeleidende brief rapport van de Onderzoekscommissie DSB-bank aangegeven, worden geïnventariseerd. – Met betrekking tot de vergroting van de regelgevende bevoegdheid van de toezichthouders is het goed om te wijzen op het nieuwe Europese Toezichtraamwerk.1 – In dit raamwerk is onder andere de mogelijkheid gecreëerd voor de Europese Toezichthouder om bij een dreiging van crisis noodmaatregelen te treffen, waaronder het snel en gecoördineerd uitvaardigen van (tijdelijke) regels. |
Intraconcern financieringsmaatschappijen | – Dit onderwerp zal de komende tijd aan een nadere analyse worden onderworpen. Naar aanleiding hiervan zal ik bepalen of en, zo ja, in hoeverre nadere eisen moeten worden gesteld. |
Dit raamwerk bestaat uit een aantal verordeningen en de zgn. omnibusrichtlijn die de sectorale richtlijnen aan de nieuwe Europese toezichtstructuur aanpast.
De versterking van het raamwerk voor crisismanagement heeft voor mij hoge prioriteit. De recente financiële crisis heeft belangrijke zwaktes in het raamwerk geopenbaard. Om deze zwaktes te corrigeren heb ik medegedeeld dat de interventieladder en het crisisinstrumentarium moeten worden versterkt en het depositogarantiestelsel moet worden herzien.8 Hiertoe kunnen nationaal betekenisvolle stappen worden gezet. Het belang van het level playing field en Europese wetgeving leiden er echter toe dat sommige stappen bij voorkeur in internationaal verband worden gezet.
Ten aanzien van de te zetten stappen sta ik een gefaseerde benadering voor. Fasering voorkomt namelijk dat versterkingen die gereed zijn, worden opgehouden door complexiteiten of internationale discussies bij andere versterkingen.
De eerste voorstellen zullen naar verwachting begin november van dit jaar voor consultatie gereed zijn. Deze voorstellen hebben betrekking op:
– effectief en efficiënt ingrijpen bij financiële instellingen met onomkeerbare problemen;
– aanpassing van het criterium en de rechterlijke toetsing van de aanvraag van de noodregeling;
– mogelijkheid tot deposito-overdracht met financiering door het depositogarantiestelsel;
– afschaffing van de verplichting van DNB om rekening te houden met de verrekeningsbevoegdheid van de depositohouder in het kader van het depositogarantiestelsel, en
– voorkoming dat contractuele acceleratierechten worden uitgeoefend wanneer autoriteiten vergaand ingrijpen.
In de tweede fase worden momenteel voorstellen voorzien ten aanzien van de vormgeving van de interventieladder en de versterking van de aanwijzingsbevoegdheid en de curator (de zogeheten «stille curator», niet de faillissementscurator). Het streven is om deze voorstellen mee te nemen in de Wijzigingscyclus van wet- en regelgeving op het gebied van de financiële markten.9
Zoals ik in de brief «Implementatie van de hervormingen in de financiële sector» van 18 mei 2010 heb medegedeeld, zullen in 2011 tevens voorstellen tot wijziging van wet- en regelgeving worden afgerond om het depositogarantiestelsel te hervormen naar een stelsel op basis van ex-ante risicogedifferentieerde premies en de uitbetalingstermijn te verkorten.10
Tevens hecht ik veel belang aan een financiële sector die het klantbelang centraal stelt. Ook in de Commissie De Wit en de Commissie Scheltema wordt dit belang benoemd. Beide rapporten refereren ook aan het belang van een goed werkend proces van productontwikkeling binnen financiële instellingen. De klant centraal stellen betekent ook dat aanbieders een helder beeld aan de consument schetsen over het karakter en de werking van het financiële product. Misleidende marketing en onvolledige informatie zijn niet in het belang van de klant.
De sector maakt momenteel ook stappen op dit gebied. In de Code banken is aandacht besteed aan het borgen van het klantbelang, onder andere via het opzetten van een adequaat functionerend productgoedkeuringsproces.
De naleving van de Code Banken wordt gemonitord door de monitoringcommissie Code Banken. Deze zal voor het einde van dit jaar met een eerste tussenrapportage komen waarin zij vaststelt welke vorderingen banken hebben gemaakt met de implementatie van de Code.
Ik zal deze tussenrapportage gebruiken om te bezien in hoeverre de sector de voorgestelde stappen aangaande productontwikkeling serieus implementeert in haar eigen bedrijfsvoering.
Ook de verzekeraars zetten zich in voor het herwinnen van het vertrouwen van de consument. Het «Keurmerk Klantgericht Verzekeren» is zonder meer een stap in de goede richting. Daarnaast is de verzekeraars nadrukkelijk verzocht om verdere stappen te nemen op het gebied van productgoedkeuringsprocessen. Ook op het punt van onder andere beloningen heb ik de verzekeraars gevraagd een serieuze stap te zetten, bij voorkeur door een code (in lijn met bijvoorbeeld de Code Banken) op te stellen.
In samenhang met en met oog voor de stappen die door de sector zelf worden gezet, zal komend jaar worden bezien of het toezicht van de AFM in een eerdere fase dient te worden versterkt.
Om marktmisbruik tegen te gaan worden transacties in financiële instrumenten gerapporteerd aan de AFM. In deze transactierapportages wordt in Nederland op dit moment niet gemeld voor wie de transactie wordt verricht (de zogenoemde cliënt-ID). De introductie van een cliënt-ID kan de opsporing van marktmisbruik vereenvoudigen. De AFM pleit er dan ook voor om een dergelijke cliënt-ID als onderdeel van de transactierapportage verplicht te stellen.
Ik ben met de AFM van mening dat de cliënt-ID een nuttig element in de transactierapportage vormt om marktmisbruik meer effectief aan te kunnen pakken. Bij voorkeur wordt de cliënt-ID op Europees niveau geharmoniseerd en verplicht gesteld zodat de opsporing van marktmisbruik ook grensoverschrijdend maximaal effectief kan zijn. Mocht dit in Europees verband echter niet tijdig haalbaar blijken dan ben ik voornemens de cliënt-ID in ieder geval op nationaal niveau wettelijk te verankeren zodat de AFM beter en sneller in staat is om gevallen van marktmisbruik op te sporen. Het is daarom van belang dat de AFM en de sector reeds nu gezamenlijk gaan nadenken over de meest efficiënte invulling van deze cliënt-ID om pro-actief deel te kunnen nemen aan het Europees traject en om een eventuele nationale cliënt-ID optimaal te laten werken.
Met DNB en de AFM is afgesproken om een geschiktheidstoets voor bestuurders en commissarissen in te stellen, ter vervanging van de afzonderlijke betrouwbaarheids- en deskundigheidstoetsen. Deskundigheid en betrouwbaarheid zullen onderdelen zijn van deze nieuwe geschiktheidstoets; hierdoor blijven bestaande kaders (regelgeving, toelichtingen, toezichtspraktijken) zoveel mogelijk gehandhaafd. Onder de geschiktheidstoets wordt het daarnaast mogelijk om niet alleen een individu te toetsen maar ook om na te gaan of het collectief geschikt is om het beleid van de onderneming te bepalen danwel hier als raad van commissarissen toezicht op te houden. Dit was één van de aanbevelingen van het rapport van de Commissie Scheltema. Bovendien volgde uit dit rapport dat de term geschiktheid in sommige gevallen beter zou passen bij hetgeen daadwerkelijk wordt getoetst dan deskundigheid.
Bij brief van 16 augustus 2010, met als kenmerk kamerstuk 32 432, nr. 5, heb ik u bericht dat «de visie toezicht op toezicht» naar verwachting medio september naar uw Kamer wordt gezonden. Mede met het oog op de toekomstbestendigheid van dit document is het van belang dat vooral ook de finalisering zorgvuldig geschiedt. Dit proces is thans nog gaande. Afronding wordt in de loop van december verwacht waarna de stukken na bespreking in de Ministerraad naar uw Kamer worden gestuurd.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager
Een verordening heeft rechtstreekse werking en wordt niet in de Nederlandse wet geïmplementeerd. Verordeningen waaraan uitvoering gegeven wordt zijn onder andere de verordeningen inzake ratingbureaus, instellingen voor collectieve beleggingen in effecten, veiling emissierechten en het nieuwe Europese toezichtraamwerk.
Dit wetgevingsprogramma wordt gewoonlijk rond januari uw Kamer toegezonden. Door de introductie van de wetgevingsbrieven zal dit voortaan rond het begin van het parlementaire jaar plaatsvinden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32545-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.