32 502 Staat van de Europese Unie 2010–2011

32 125 Staat van de Europese Unie 2009–2010

C1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 mei 2011

De minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken hebben de Eerste Kamer op 3 mei 2011 een actualisering aangeboden van het «politieke deel» van de Staat van de Europese Unie, die het vorige kabinet vorig jaar samen met de begrotingsstukken aan de Kamer toestuurde. Naar aanleiding hiervan heeft de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties2 aan hen op 12 mei 2011 een brief gestuurd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De waarnemend griffier van de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties,

Fred Bergman

BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 mei 2011

Gaarne bieden wij uw Kamer hierbij een actualisering aan van het «politieke deel» van de Staat van de Europese Unie, die het vorige kabinet vorig jaar samen met de begrotingsstukken aan uw Kamer toestuurde (Kamerstuk 32 502, nr. 1). Bijgevoegde «aanvulbrief»3 reflecteert de nieuwe beleidsaccenten die het huidige kabinet wenst te zetten met betrekking tot het Nederlandse EU-beleid.

In haar brief d.d. 16 februari jl. (kenmerk: 11-EU-B-008) verzocht de vaste commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer het kabinet om bij actualisering van «de Staat» tevens aandacht te besteden aan de Nederlandse strategie ten aanzien van de komende onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader van de EU vanaf 2014. Inmiddels heeft uw Kamer op 28 maart jl. daarover een kabinetsbrief (Kamerstuk 21 501-20 nr. 529) ontvangen. Hoewel in de «aanvulbrief» het nodige over de Nederlandse inzet voor de nieuwe EU-begroting wordt gezegd, wordt voor details daarover naar eerdergenoemde brief verwezen.

De minister van Buitenlandse Zaken,

U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

BRIEF AAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Den Haag, 12 mei 2011

De vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft met belangstelling kennisgenomen van uw brief d.d. 3 mei 2011 inzake de actualisering van de Staat van de Europese Unie 2011. U geeft daarin een aanvulling op de Staat van de Unie 2011.

In de slotparagraaf van deze aanvulling gaat u nader in op de timing en opzet van de Staat van de Europese Unie. Dit mede in vervolg op hetgeen door de minister van Buitenlandse Zaken aan de Eerste Kamer is toegezegd tijdens de Algemene Europese Beschouwingen (AEB) van 20 april 2010 (toezegging T01188) en schriftelijk is gewisseld tussen de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken in de zomer van 2010 (Kamerstukken I, 2010/11, 32 125, C).

In concreto geeft u beide Kamers in overweging dat de regering de Staat van de Europese Unie loskoppelt van de begrotingshoofdstukken en deze twee tot drie maanden later publiceert, waarbij de kabinetsappreciatie van het Wetgevings- en Werkprogramma van de Europese Commissie hiervan deel gaat uitmaken. Ook overigens zou de opzet van de Staat van de Europese Unie kunnen worden heroverwogen.

Terecht merkt u in uw brief op dat de informatievoorziening die met de Staat van de Europese Unie wordt beoogd beide Kamers regardeert. Daarom heeft de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties enige tijd terug besloten om hierover in overleg te treden met haar zustercommissie in de Tweede Kamer. Een eerder gepland overleg tussen beide Kamercommissies moest helaas door onvoorziene omstandigheden worden opgeschort.

De vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties streeft ernaar op de kortst mogelijke termijn opnieuw in overleg te treden met de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer teneinde de standpunten terzake onderling af te stemmen. Om die reden ziet zij in deze brief af van een inhoudelijke reactie op de in uw brief gedane voorstellen ter overweging. Zodra het overleg met de Tweede Kamercommissie heeft plaatsgevonden, zal zij haar standpunt terzake definitief bepalen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties,

M. H. A. Strik


X Noot
1

De letter C heeft alleen betrekking op 32 502.

X Noot
2

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Bemelmans-Videc (CDA), Van de Beeten (CDA), Broekers-Knol (VVD) vicevoorzitter, Essers (CDA), Kneppers-Heynert (VVD), Van Driel (PvdA), Eigeman (PvdA), Ten Hoeve (OSF), Engels (D66), Van Bijsterveld (CDA), Schaap (VVD), Haubrich-Gooskens (PvdA), K.G. de Vries (PvdA), Peters (SP), Reuten (SP), Smaling (SP), Vliegenthart (SP), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Böhler (GL), Strik (GL) voorzitter, Koffeman (PvdD), Yildirim (Fractie-Yildirim), Benedictus (CDA) en Knip (VVD).

X Noot
3

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 148502.

Naar boven