32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU L 348/98)

Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2011

Op 29 september 2011 heeft de Europese Commissie een met redenen omkleed advies uitgebracht over de implementatie van de richtlijn 2008/115/EG over de terugkeer van illegaal op het grondgebied verblijvende onderdanen van derde landen (Terugkeerrichtlijn), waarbij Nederland wordt gemaand om uiterlijk binnen twee maanden daarna de nodige wettelijke en bestuurlijke maatregelen ter omzetting van de Terugkeerrichtlijn in werking te laten treden en de Commissie daarvan ook in kennis te stellen.

Dit advies is een vervolgstap van de Europese Commissie na de ingebrekestelling op 27 januari 2011 vanwege het verstrijken van de uiterste termijn voor de omzetting van de richtlijn in de Nederlandse wetgeving op 24 december 2010.

Ingeval Nederland niet uiterlijk 29 november 2011 gevolg geeft aan het advies van de Europese Commissie, dan zal deze Nederland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie dagen en daarbij conform het geldende beleid van de Commissie vorderen dat Nederland wordt veroordeeld tot betaling van een zogeheten «forfaitair minimumbedrag» van ten minste € 3 925 000 (normbedrag 2005).

Het wetsvoorstel ter implementatie van de Terugkeerrichtlijn (32 420) is door uw Kamer gereed geacht voor plenaire behandeling. Ik vraag u – in het licht van bovengenoemd advies van de Europese Commissie – om de plenaire behandeling van het wetsvoorstel zo spoedig als mogelijk is, plaats te doen vinden.

De minister voor Immigratie en Asiel,

G. B. M. Leers

Naar boven