32 372 Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met de implementatie van Europese regelgeving op het gebied van het op de markt brengen en het duurzame gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2012

Hierbij stel ik u op de hoogte van het feit dat Frankrijk op 29 juni jl. de toelating heeft ingetrokken van twee gewasbeschermingsmiddelen op basis van thiamethoxam voor de zaadbehandeling van koolzaad. De werkzame stof thiamethoxam hoort tot de groep van de neonicotinoïden. Dit besluit is door Frankrijk toegelicht aan de Europese Commissie en de andere lidstaten op 13 juli jl. tijdens de «Standing Committee for the Food Chain and Animal Health». Frankrijk heeft alleen de middelen voor zaadcoating van koolzaad ingetrokken. Dit is gebeurd als gevolg van een Franse beoordeling naar aanleiding van een publicatie in Science, Henry et al. (2012). De Franse toelatingen voor het behandelen van onder meer mais- en erwtenzaad met thiamethoxam zijn niet ingetrokken.

Nederland kent geen toelating voor zaadbehandeling met thiamethoxam van koolzaad. Wel zijn er in Nederland toelatingen voor de zaadcoating van mais, erwt, suikerbiet, sla en kool.

De Nederlandse toelatingsautoriteit College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft op 5 april 2012, naar aanleiding van Henry et al., al laten weten dat «de onderzoeksresultaten van de studies geen gevolgen hebben voor de toelaatbaarheid van de momenteel in Nederland beschikbare middelen. Er is geen aantoonbaar verband tussen de voorkomende blootstelling bij het toegelaten gebruik en de geconstateerde effecten op de Nederlandse bijenpoppulatie, zodat op dit moment een ingrijpen door het Ctgb op de lopende toelatingen in Nederland niet gerechtvaardigd is.» Dit is op 17 april jl. aan uw Kamer gemeld (TK 2012, 32 372, nr. 92).

Het Ctgb heeft mij per brief op 5 juli jl. laten weten dat de intrekking van de Franse toelatingen van twee gewasbeschermingsmiddelen op basis van thiamethoxam geen gevolgen heeft voor (het eerdere) oordeel van het Ctgb voor de toelaatbaarheid van deze middelen in Nederland. De brief treft u als bijlage bij deze brief aan1.

Ik ben op basis van de oordelen van het Ctgb van mening dat het Franse besluit voor Nederland op dit moment geen consequenties heeft in het toelatingsbeleid, zeker omdat er in Nederland geen toelating is voor zaadcoatingsmiddelen voor koolzaad op basis van thiamethoxam.

Tijdens de Europese vergadering van 13 juli jl. heeft het merendeel van de lidstaten aangegeven geen maatregelen te zullen treffen in eigen land of communautaire maatregelen te willen treffen als gevolg van het Franse besluit.

De Europese Commissie wilde op basis daarvan ook geen communautaire maatregelen treffen.

De meeste lidstaten, de Europese Commissie en Nederland hebben ter vergadering aangegeven te willen wachten op de -naar aanleiding van de genoemde Science artikelen- reeds ingezette Europese herbeoordeling van de groep van neonicotinoïden. Van deze groep is thiamethoxam er één. Deze herbeoordeling van de Europese Voedsel- en Veiligheidsautoriteit (EFSA) richt zich op de effecten op bijen(sterfte) en is naar verwachting gereed in december 2012. Omdat in Nederland in 2011 al een dergelijke herbeoordeling heeft plaatsgevonden, heeft het Ctgb aan EFSA actieve medewerking aangeboden.

Het spreekt vanzelf dat ik uw Kamer zal informeren, zodra de EFSA-herbeoordeling van de effecten van neonicotinoiden op bijen(sterfte) is afgerond.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven