Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2023
De Minister voor Rechtsbescherming heeft bij brief van 24 maart 20231 de Eerste Kamer verzocht om in te stemmen met medewerking aan de totstandkoming van
het besluit tot machtiging van de EU-lidstaten om de toetreding van Kaapverdië tot
het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 (HKBV) te aanvaarden.
Het HKBV is van toepassing op het ouderlijk gezag of iedere overeenkomstige gezagsverhouding,
met inbegrip van het omgangsrecht. Ook ziet het Verdrag op maatregelen van kinderbescherming.
De Europese Unie heeft ook een regeling op onderdelen van dit verdrag (Verordening
Brussel IIbis)2, waardoor een parlementair instemmingsrecht van beide Kamers der Staten-Generaal
geldt op grond van artikel 3 lid 4 van de Goedkeuringswet Verdrag van Lissabon3 juncto artikel 81 lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.4
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad heeft het verzoek van de Minister
voor Rechtsbescherming in de commissie behandeld op 4 april 2023 en adviseert de Kamer
als volgt te besluiten:
De Kamer, gelezen de brief van de Minister voor Rechtsbescherming van 24 maart 2023,
besluit in te stemmen met het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 3, tweede
lid, van de Rijkswet van 10 juli 2008, houdende goedkeuring van het op 13 december
2007 te Lissabon tot stand gekomen Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag
betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
met Protocollen en Bijlagen (Trb. 2008, 11) in verbinding met artikel 81 lid 3 van Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, Rome, 25-03-1957 voor de totstandkoming van het hiernavolgende besluit, bedoeld
in artikel 3 lid 4 van die Rijkswet:
De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, M.H.M. Faber-van de Klashorst