32 299 Ziekenhuiszorg

Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2012

Met deze brief geef ik mijn reactie op de moties 32 299, nr. 12, 13 en 14 van het lid Leijten (SP), ingediend bij het debat van 7 juni 2012 over het plaatsen van tv-camera’s in het VU medisch centrum (VUmc) (Handelingen II 2011/12, nr. 93, item 9, blz. 40–51), en aangenomen door uw Kamer op 13 juni 2012.

Motie 32 299, nr. 12 (Leijten, SP) betreft het te allen tijde onmogelijk maken van het filmen van spoedeisende zorgsituaties ten behoeve van televisie en film.

Uit de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) volgt dat patiënten alleen mogen worden gefilmd wanneer zij voorafgaand aan de opnames toestemming hebben gegeven. Deze toestemming moet vrijwillig en weloverwogen zijn, en ondubbelzinnig en uitdrukkelijk zijn gegeven op basis van juiste en volledige informatie. Ook moeten patiënten tijd hebben om die informatie te verwerken en de gevolgen van hun toestemming in te schatten.

Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) heeft aangegeven dat bij de tv-opnames van rechtsgeldige toestemming geen sprake kan zijn geweest gezien de omgeving en de situatie waarin de patiënten en hun begeleiders zich bevonden, namelijk op de spoedeisende hulp met een dringende hulpvraag. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft zich bij dit standpunt aangesloten.

Ook in andere situaties kan zich voordoen dat geen welbewuste toestemming kan worden verkregen, bijvoorbeeld in het geval dat een patiënt wilsonbekwaam is door een geestelijke stoornis. Bepalend voor het verbod om beeldopnames te maken voor televisie of film is dus de vraag of vooraf rechtsgeldige toestemming kan worden gegeven. Dat is nu al zo geregeld.

Om vast te stellen of een wetswijziging noodzakelijk is, moeten eerst de resultaten van het onderzoek door het Openbaar Ministerie en door de Inspectie voor de Gezondheidszorg worden afgewacht. Indien nodig zal het volgende kabinet uitvoering geven aan deze motie.

Motie 32 299, nr. 13 (Leijten, SP) betreft het terugvorderen van het bedrag van € 188 000 dat het VUmc heeft bijgedragen aan de productiekosten van het tv-programma.

Ik betreur het dat het VUmc eventuele onregelmatigheden niet heeft voorkomen en dat het VUmc eventuele maatschappelijke onrust over dit programma niet heeft voorzien. Ik betreur dat het VUmc als gevolg daarvan in de kosten van de productie van het programma deelt.

Tussen RTL Nederland, Eyeworks en het VUmc bestonden er contractuele afspraken die ertoe strekten dit programma te maken en uit te zenden. De inhoud van deze contractuele afspraken is bepalend voor de vraag wie aansprakelijk is voor de gemaakte kosten. Nadat de uitzending op verzoek van het VUmc is stopgezet, hebben de drie betrokken partijen in onderling overleg afgesproken de directe productiekosten die tot dan toe gemaakt waren in gelijke mate te delen. Ik begrijp dat dit besluit voortvloeit uit de niet nagekomen afspraken tussen de drie partijen.

Ik kan niet in privaatrechtelijke contractuele afspraken treden tussen een ziekenhuis, een televisiezender en een producent. De regering heeft geen juridische mogelijkheden om in te grijpen in private overeenkomsten tussen ziekenhuizen en derden. Wel kan ik in deze brief benadrukken dat er in het parlement een meerderheid bestaat die van mening is dat deze € 188 000 niet moet worden betaald dan wel moet worden teruggevorderd door het VUmc. Het VUmc kan dit meenemen in de overwegingen rondom de betaling of terugvordering van deze € 188 000.

Motie 32 299, nr. 14 (Leijten, SP) betreft het vernietigen van het beeldmateriaal dat Eyeworks in het VUmc heeft gemaakt.

Eyeworks heeft desgevraagd laten weten dat al het beeldmateriaal waar geen expliciete toestemming voor is verleend direct is vernietigd zoals is overeengekomen in de vooraf gemaakte afspraken tussen Eyeworks en het VUmc. De beelden waar wel toestemming voor is verleend en die deels zijn uitgezonden, zijn enige tijd geleden in bewaring gegeven bij een Amsterdamse notaris. Dit heeft Eyeworks gedaan om optimaal mee te werken aan het strafrechtelijk onderzoek dat is ingesteld door het Openbaar Ministerie. Eyeworks verklaart dat het geen beelden meer in haar fysieke bezit heeft. Indien het Openbaar Ministerie te kennen geeft geen verder belang te hechten aan de nog beschikbare beelden, zal Eyeworks ook de beelden waar wel toestemming voor is verleend vernietigen.

Het is aan het Openbaar Ministerie om na afronding van het strafrechtelijk onderzoek aan Eyeworks aan te geven wanneer Eyeworks het beeldmateriaal kan vernietigen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers

Naar boven