Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2021
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij tijdens de procedurevergadering
van 16 december jl. verzocht om een reactie te sturen op het boek «Schiphol regeert».
Dit boek is geschreven door de Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen (SATL).
Ik heb kennisgenomen van het boek dat middels een chronologisch overzicht een inkijk
geeft in hoe het proces en de besluitvorming van het selectiviteitsbeleid en specifiek
de verkeersverdelingsregeling (VVR) door de SATL is beleefd.
Zonder dat ik de reconstructie in z’n geheel deel, vind ik het een belangrijk signaal.
Als het ontstane beeld bij sommige betrokkenen overeenkomt met de strekking van «Schiphol
regeert», dan betreur ik dat.
Omdat ik aan de beleving van de SATL niets wil afdoen, wil ik slechts ingaan op het
in het boek geschetste beeld dat uw Kamer onjuist en/of onvolledig geïnformeerd zou
zijn. De informatievoorziening van de Kamer is van groot belang en daarom heb ik naar
mijn opvatting uw Kamer goed en tijdig geïnformeerd, ook ten aanzien van de haalbaarheid
van het selectiviteitsbeleid waaraan in het boek van SATL specifiek aandacht wordt
besteed.
Het selectiviteitsbeleid heeft door de jaren heen een ontwikkeling doorgemaakt en
uiteindelijk geresulteerd in de VVR. In het jaar 2008 was er sprake van een economische
crisis (bankencrisis), waarbij het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol stagneerde.
Stimulering van de economie was een speerpunt, waarbij luchtvaart een belangrijke
rol kon spelen. De invulling van het selectiviteitsbeleid uit de luchtvaartnota 2009
bestond in de kern uit het creëren van capaciteit op de regionale luchthavens Eindhoven
en Lelystad en de invulling hiervan via het stimuleringsbeleid vanuit de exploitant1. Het netwerk gebonden verkeer moest daarbij op Schiphol worden afgewikkeld en het
overig verkeer op Eindhoven en Lelystad. Op dat moment was er geen sprake van capaciteitstekort
op Schiphol.
In de afgelopen jaren begon de capaciteit van Schiphol echter te knellen en was er
behoefte aan meer sturende instrumenten om vliegverkeer van Schiphol naar Lelystad
te bewegen. Daarvoor is uiteindelijk de VVR als instrument ontwikkeld. Steeds zijn
de complexiteit en juridische grenzen onderdeel geweest van het gesprek met uw Kamer.
Zo is in de antwoorden op de Kamervragen en in de Kamerbrieven* meegegeven dat harde sturing en het selectiviteitsbeleid ingewikkeld is vanwege Europese
regelgeving die ziet op vrije markttoegang.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga