31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 655 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2022

Met deze brief sturen wij uw Kamer het Integraal Zorgakkoord (IZA): «Samen werken aan gezonde zorg». Ook voegen wij een samenvatting en infographic toe die de hoofdlijnen van het IZA weergeven.

Met onze brief van 8 september 2022 hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken van het Integraal Zorgakkoord.1 Zoals toegezegd in deze brief sturen wij u het akkoord toe nu deze definitief is. In de brief van 8 september zijn wij ingegaan op de uitdagingen waar we in de zorg voor staan, de partijen waarmee we onderhandeld hebben en het proces dat we afgelopen maanden met hen hebben doorlopen om op 2 september een onderhandelaarsakkoord te bereiken. Inmiddels is ook de achterbandraadpleging bij alle partijen afgerond.

Wij zijn verheugd dat bijna alle partijen hebben besloten zich aan het akkoord te committeren door het te ondertekenen. De overige partijen hebben aangegeven de inhoudelijke richting wel te ondersteunen. De ondertekenende partijen zijn: ActiZ, De Nederlandse GGZ, Federatie Medisch Specialisten, InEen, Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Patiëntenfederatie Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland, Zorgthuisnl, Zorgverzekeraars Nederland en het Ministerie van VWS. Daarnaast zijn ook Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het akkoord.

Wij willen alle partijen danken voor het akkoord dat we samen gesloten hebben. We hebben er vertrouwen in dat de afspraken en werkagenda in het IZA kunnen leiden tot de juiste vernieuwing van zorg.

Juist de eerstelijnszorg is heel belangrijk om alle ambities in dit akkoord waar te maken. Dat de LHV besloten heeft nu nog niet te tekenen is daarom spijtig. Tegelijkertijd bevestigt ook de LHV dat zij de doelstellingen van het akkoord steunen en hieraan willen bijdragen. De komende tijd gaan we dus aan de slag met de uitwerking en blijven we in gesprek over het versterken van het wederzijdse vertrouwen. Wij hebben daarom goede hoop dat de LHV op een later moment alsnog het IZA zal ondertekenen.

Zoals wij in de vorige brief hebben toegelicht, is het bereiken van één Integraal Zorgakkoord uniek en sluit het aan bij de uitdagingen waar we voor staan. Zowel de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving2 als adviesbureau SiRM3 hebben een evaluatie uitgevoerd naar de sectorale Hoofdlijnenakkoorden die in het verleden zijn gesloten. Bij het opstellen van het IZA hebben wij de aanbevelingen die beide partijen hebben gedaan zoveel mogelijk ter harte genomen.

In het IZA zijn ook afspraken met de ggz-sector vastgelegd. Deze afspraken zijn gekoppeld aan uitkomstdoelen op het gebied van wachttijden, laagdrempelige steunpunten, digitale zorg en cruciale ggz-zorg. Daarnaast zijn in het IZA ook afspraken opgenomen over de zorgkwaliteit, het verdelen van de werkdruk, de bereikbaarheid van de ggz buiten kantooruren en domeinoverstijgende samenwerking. Met deze brief wordt dan ook voldaan aan de toezegging om uw Kamer te informeren over de toekomstagenda ggz, waaronder complexe problematiek en het beperken van instroom. Uniek aan het akkoord is verder dat er ook afspraken zijn gemaakt over preventie en het sociaal domein.

Het ondertekenen van dit akkoord is weliswaar het einde van een intensieve periode van onderhandelingen, maar ook het begin van een nieuwe periode waarin het akkoord uitgewerkt en in de praktijk gebracht moet worden. Het Integraal Zorgakkoord is daarmee een werkagenda. We gaan dan ook graag met uw Kamer in gesprek over het akkoord en de uitwerking daarvan tijdens het commissiedebat dat hiervoor is ingepland op 12 oktober 2022.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Kamerstuk 31 765, nr. 654.

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 29 248, nr. 330.

X Noot
3

Kamerstuk 31 765, nr. 613.

Naar boven