Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2018
Op 18 juni jongstleden informeerde ik u over het programma «Langer thuis» (Kamerstukken
31 765 en 34 104, nr. 326). Dit programma bevordert dat zelfstandig wonende ouderen zo lang mogelijk zelfstandig
kunnen blijven wonen, met ondersteuning, zorg en in een woning die aansluit bij hun
persoonlijke behoeften.
Het kabinet stimuleert met dit programma goede zorg en ondersteuning voor thuiswonende
ouderen binnen de huidige stelsels. Trends als de vergrijzing, het ontstaan van tekorten
op de arbeidsmarkt en de toename van het aantal kwetsbare ouderen met verschillende
chronische aandoeningen kunnen ook vragen oproepen over de inrichting van de stelsels.
Het kabinet stelt daarom een commissie in, die advies zal uitbrengen over wat nodig
is om de zorg voor thuiswonende ouderen ook in de toekomst op peil te houden, rekening
houdend met demografische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en de
betaalbaarheid van de zorg. Uitgangspunt van de commissie is de motie Bergkamp c.s.
(Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 116).
De commissie zal de volgende vragen beantwoorden:
-
a. Hoe ziet de zorg thuis voor ouderen er nu uit?
-
b. Welke trends en ontwikkelingen hebben gevolgen voor de zorg voor ouderen thuis?
-
c. Wat betekenen deze trends en ontwikkelingen voor de zorg thuis in 2030?
-
d. Wat betekent dit voor de organisatie en de betaalbaarheid van de zorg – gegeven deze
trends – in 2030?
-
e. Wat betekent dat voor de inrichting van de stelsels?
De commissie is ook gevraagd aandacht te besteden aan de gevolgen van de overgangen
tussen stelsels en bijvoorbeeld een lange termijn oplossing voor te stellen voor de zorgval bij de overgang van Wmo/Zvw naar Wlz.
De commissie staat onder voorzitterschap van de heer L.A.H. van Halder. Het kabinet
verzoekt de commissie uiterlijk eind 2019 advies uit te brengen.
Het instellingsbesluit en benoemingsbesluit treft u bijgaand aan1.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge