nr. 10
AMENDEMENT VAN DE LEDEN BOELHOUWER EN WIEGMAN-VAN MEPPELEN SCHEPPINK
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
In onderdeel U, punt 2, wordt in artikel 7.9, tweede lid, onder verlettering
van de overige onderdelen, na onderdeel a een nieuw onderdeel b ingevoegd,
luidende:
b. dat er gelegenheid wordt geboden zienswijzen over het voornemen
naar voren te brengen, aan wie, op welke wijze en binnen welke termijn,.
II
Onderdeel BB, punt 1, wordt als volgt gewijzigd:
1. In letter d wordt de puntkomma aan het slot vervangen door een
punt.
2. Letter e vervalt.
III
In onderdeel KK wordt artikel 7.27, vierde lid, als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel a vervalt «en».
2. Onder verlettering van onderdeel b tot onderdeel c wordt een nieuw
onderdeel b ingevoegd, luidende:
b. dat er gelegenheid wordt geboden zienswijzen over het voornemen
naar voren te brengen, aan wie, op welke wijze en binnen welke termijn, en.
IV
In onderdeel QQ wordt artikel 7.37, tweede lid, als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt de puntkomma vervangen door: , en.
2. In onderdeel c wordt «, en» vervangen door een punt.
3. Onderdeel d vervalt.
V
In onderdeel TT, punt 2, wordt in artikel 7.38a, vierde lid, de zinsnede «7.9,
tweede lid, onder b» vervangen door: 7.9, tweede lid, onder c.
Toelichting
Bij complexe projecten en strategische plannen wordt middels dit amendement
vroege participatie verplicht gesteld, waarbij door het bevoegde gezag moet
worden aangegeven wie kunnen participeren, op welke wijze en binnen welke
termijn. De participatie in een vroege fase, te weten in de fase waarin van
het voornemen wordt kennisgegeven, is bij dit wetsvoorstel uit de wet geschrapt
(het huidige artikel 7.11c, tweede lid, onder b). Bij dit amendement is die
bepaling weer teruggebracht waarbij het verplichtende karakter duidelijker
dan thans tot uitdrukking is gebracht. De betreffende bepaling is opgenomen
in de paragraaf over de voorbereiding van een milieueffectrapport (voor een
plan resp. besluit), waardoor ook voor het MER relevante punten naar voren
kunnen worden gebracht. Het amendement brengt mee dat de bepalingen over het
achteraf afleggen van verantwoording over participatie, kunnen vervallen.
Boelhouwer
Wiegman-van Meppelen Scheppink