31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

Nr. 308 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2017

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES met betrekking tot enkele kwaliteitsaspecten in het beroepsonderwijs (Kamerstuk 34 347 en Handelingen II 2016/17, nr. 6, item 9) is een motie ingediend door de leden Van Meenen en Mohandis, ertoe strekkend ook voor het mbo een landelijke klachtencommissie in te stellen.1 Deze motie is door uw Kamer aangenomen (Handelingen II 2016/17, nr. 7, item 20).

In de motie wordt overwogen dat er geen mogelijkheid is om na een klachtenprocedure bij een mbo-instelling naar een onafhankelijke landelijke klachtencommissie te stappen en dat terwijl er in het primair en voortgezet onderwijs wel een landelijke klachtencommissie is.

Naar aanleiding van deze motie wil ik graag nog eens benadrukken dat de situatie ter zake van de landelijke klachtencommissie in het middelbaar beroepsonderwijs niet anders is dan de situatie in het primair en voortgezet onderwijs.

Twee derde van de mbo-instellingen is reeds aangesloten bij een externe landelijke klachtencommissie. Ik vind het een goede zaak als de andere mbo-instellingen zich ook aansluiten bij één van de landelijke klachtencommissies. Ik zal de MBO Raad vragen dit bij de mbo-instellingen onder de aandacht te brengen. Ik zal uitvoering geven aan de motie door een brief naar de mbo-instellingen te sturen om hen aan te sporen zich aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie om de onafhankelijkheid van de klachtencommissie te borgen.

Er zijn twee landelijke geschillencommissies actief. Deze zijn niet ingesteld door de overheid noch ingesteld op basis van een wettelijk voorschrift, maar komen voort uit initiatieven van het veld zelf. Deze geschillencommissies zijn werkzaam voor zowel primair en voortgezet onderwijs als voor het mbo-veld en scholen en instellingen kunnen zich daarbij op basis van vrijwilligheid aansluiten.

De Stichting Onderwijsgeschillen houdt de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (hierna: LKCO) in stand. Dat is de grootste klachtencommissie in het onderwijs voor het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en het hoger onderwijs. Er zijn reeds 38 mbo-instellingen aangesloten bij de LKCO. De LKCO fungeert niet als beroepsinstantie, ook niet voor de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Indien scholen een eigen klachtencommissie hebben, dan kan tegen dat advies geen beroep worden ingesteld bij de LKCO.

Daarnaast is er de Geschillencommissies voor Bijzonder Onderwijs (GCBO)2 waaronder de Landelijke Klachtencommissie voor het christelijk primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneducatie valt. Hierbij zijn acht mbo-instellingen aangesloten. GCBO fungeren eveneens niet als beroepsinstantie voor wat betreft klachten. In totaal zijn ruim 900 schoolbesturen in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo aangesloten bij de klachtencommissies die onder de GCBO vallen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstuk 34 347, nr. 18.

X Noot
2

GCBO is een samenwerkingsverband van landelijke klachten-, beroeps-, bezwaren- en geschillencommissies ingesteld door het katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en gereformeerd onderwijs voor de verschillende onderwijssectoren.

Naar boven