Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2012
In het licht van het AO kinderopvang op 8 maart ga ik in deze brief in op een aantal
eerder door uw Kamer aangenomen moties en een toezegging van mij.
Toezegging bespreking sociale partners werkgeversbijdrage kinderopvang in cao
Tijdens het AO van 23 november 2011 (kamerstuk 31 322, nr. 164) is door mij toegezegd met de sociale partners overleg te plegen over de rol van
de werkgeversbijdrage in de kosten van kinderopvang in cao onderhandelingen. Dit heb
ik inmiddels gedaan. De werkgevers geven aan dat zij het beeld niet herkennen dat
er in de cao-praktijk afspraken worden gemaakt die het uitgangspunt van een evenredige
verdeling (1/3 – 1/3 – 1/3) van de kosten van kinderopvang weer loslaten. Wel is in
een beperkt aantal gevallen aangegeven dat een (incidentele) loonsverhoging is toegekend
ten behoeve van de gestegen kosten, waaronder de kosten van kinderopvang. Ook de vakbeweging
geeft aan dat het uitgangspunt hetzelfde blijft, namelijk op macroniveau een evenredige
verdeling van de kosten van kinderopvang.
Motie Van den Besselaar en De Mos m.b.t. VOG
Tijdens de kamerbehandeling van de Verzamelwet Kinderopvang 2012 zijn twee moties
aangenomen van de leden Van den Besselaar en De Mos (Tweede Kamer 2011–2012, 33 014, nr. 11 en 12) die betrekking hebben op de verklaring omtrent het gedrag (VOG). Op de uitvoering
van deze moties zal worden ingegaan in de brief die ik vóór de zomer naar de Tweede
Kamer zal sturen over de invoering van continue screening in de kinderopvang.
Motie van Dijkstra en Koser Kaya en motie Van Hijum en Van Gent m.b.t. OPC
In deze moties (Tweede Kamer 2011–2012, 31 322, nr. 159 en nr. 161) wordt mij verzocht om ten aanzien van de ouderparticipatiecrèches in overleg te
treden met de betreffende gemeenten en te onderzoeken of het handhaven van de diploma-eis
noodzakelijk is om de kwaliteit van ouderparticipatiecrèches te waarborgen. Eind 2012
wordt de Verzamelwet Kinderopvang 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden. In de voorbereiding
op dit wetsvoorstel zullen de verzoeken uit deze moties worden meegenomen.
Motie De Mos m.b.t. het Waarborgfonds
In de motie van het lid De Mos (Tweede Kamer 2011–2012, 31 322, nr. 55) wordt de regering verzocht te onderzoeken of het Waarborgfonds behouden kan blijven.
De Stichting Waarborgfonds Kinderopvang is een private stichting met als taak borgstellingen
aan banken te verstrekken voor kinderopvangbedrijven. Het Waarborgfonds heeft daarvoor
de beschikking over een structureel kapitaal van € 18 mln. en een tijdelijk kapitaal
van € 25 mln. Het tijdelijk kapitaal van € 25 mln. was bedoeld voor overgangsfaciliteiten
bij de invoering van de wet in 2005. De afspraak is dat dit tijdelijke kapitaal uiterlijk
december 2012 terugvloeit naar het Rijk. De komende tijd zal ik daarover in gesprek
gaan met het Waarborgfonds. Ik zal daarbij ook de toekomstplannen van het Waarborgfonds
betrekken, welke mij bij brief van 29 februari 2012 zijn voorgelegd. Over de uitkomst
van de gesprekken zal ik u te zijner tijd informeren. Ik acht het daarom niet noodzakelijk
om los van deze gesprekken nog een apart onderzoek te doen naar het voortbestaan van
het Waarborgfonds.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp