Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2017
Op 22 december jongsleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de verdiepingsfase
die in het kader van de curriculumherziening heeft plaatsgevonden.1 Uit deze verdiepingsfase bleek dat alle betrokken partijen – namelijk de vertegenwoordigers
van leraren, schoolleiders, bestuurders, leerlingen en ouders – de ambitie delen om
door te gaan met de herziening van het landelijke curriculum van het primair en voortgezet
onderwijs. De resultaten lieten daarnaast zien dat het noodzakelijk is dat leraren
een stevigere rol krijgen in de uitwerking van dit curriculum en dat vakdisciplines
behouden blijven.
Zoals in december aangekondigd hebben de Onderwijscoöperatie, de PO-Raad, de VO-raad,
de AVS, Ouders & Onderwijs en het LAKS (hierna: de coördinatiegroep) in de afgelopen
periode nader uitgewerkt op welke wijze een vervolgstap gezet kan worden die recht
doet aan de uitkomsten van deze verdiepingsfase. Inmiddels hebben deze partijen hun
voorstel afgerond. Hierbij bied ik uw Kamer dit gezamenlijke voorstel aan2.
Graag wil ik de leden van de coördinatiegroep hartelijk danken voor hun werk. Zij
zijn erin geslaagd om met elkaar tot een gedegen vervolgvoorstel te komen. De voorgestelde
aanpak brengt leraren optimaal in positie. In samenwerking met schoolleiders, bestuurders,
ouders, leerlingen en curriculumexperts kunnen zij zo stapsgewijs toewerken naar een
gedragen actualisatie van het curriculum. Ik kan me dan ook volledig in de voorgestelde
aanpak vinden.
Zoals de Onderwijscoöperatie ook stelt in hun rapportage over de verdiepingsfase moeten
leraren de tijd en ruimte krijgen om aan curriculumontwikkeling op landelijk niveau
te werken.3 Daarom stel ik voor de periode tot mei 2018 conform het voorstel van de coördinatiegroep
voor de vrijstelling van (teams van) leraren en schoolleiders voor de uitwerking van
het curriculum € 4,5 miljoen beschikbaar. Ook zal ik middelen beschikbaar stellen
voor de werkorganisatie en de benodigde inzet van SLO. Daarnaast zal de coördinatiegroep
mede op basis van de ervaringen die zij in de komende periode opdoen in beeld brengen
wat er na het voorjaar van 2018 aan facilitering nodig is om tot een geactualiseerd
curriculum te komen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker