nr. 70
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2010
Namens de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat zend ik u hierbij
een voorstel voor aanwijzing van de vijf projecten waar de Rijksbesluiten
Amsterdam-Almere-Markermeer betrekking op hebben als groot project.
De commissie heeft over dit voorstel, conform de procedureregeling grote
projecten, advies gevraagd aan de commissie voor de Rijksuitgaven. Het positieve
advies van de commissie voor de Rijksuitgaven van 26 januari 2010 is
bij dit voorstel gevoegd (zie bijlage 1).
De commissie heeft goede nota genomen van de kanttekeningen die de Commissie
voor de Rijksuitgaven heeft geplaatst. Zij zal deze betrekken bij het opstellen
van de uitgangspuntennotitie voor de informatievoorziening aan de Kamer en
het daaropvolgende overleg met de regering daarover.
De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,
Jager
BIJLAGE 1
Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
Den Haag, 26 januari 2010
Op 10 december 2009 heeft de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
middels een brief (met kenmerk 2009D63446) de commissie voor de Rijksuitgaven
advies gevraagd over het voornemen om de Tweede Kamer voor te stellen de projecten
Rijksbesluiten Amsterdam-Almere-Markermeer (RAAM) aan te wijzen als «groot
project» (zie bijlage 2).
In antwoord op uw adviesaanvraag laat ik u weten dat de commissie voor
de Rijksuitgaven hieromtrent positief adviseert. De commissie wil daarbij
de volgende kanttekeningen plaatsen.
RAAM is een clustering van vijf deelprojecten die in dezelfde regio zullen
worden gerealiseerd. Hierdoor hebben ze onmiskenbaar invloed op elkaar. Het
kabinet heeft daarom besloten om dit via integrale gebiedsontwikkeling aan
te pakken. Om ook integrale informatievoorziening over RAAM aan de Kamer te
waarborgen, is het verlenen van de grootprojectstatus aan dit project een
goed instrument.
Het project RAAM is niet uniek in zijn integrale aanpak. De projecten
Noordvleugel Utrecht en Holland Rijnland zijn andere voorbeelden van integrale
gebiedsontwikkeling. De commissie voor de Rijksuitgaven benadrukt dan ook
dat dit positieve advies geen precedent schept voor andere projecten, waarbij
sprake is van integrale gebiedsontwikkeling. Ieder project dat wordt aangedragen
voor de grootprojectstatus moet afzonderlijk worden beoordeeld op de criteria
zoals geformuleerd in de «Regeling Grote Projecten».
Verder stelt de commissie voor de Rijksuitgaven vast dat de minister van
Verkeer en Waterstaat over grote delen van dit project geen directe verantwoordelijkheid
heeft. Die ligt bij decentrale overheden en private partijen. De commissie
voor de Rijksuitgaven adviseert daarom bij het opstellen van de uitgangspuntennotitie
en het daaropvolgende overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat om
in te gaan op de grenzen van de rijksverantwoordelijkheid bij de RAAM-projecten.
Zo wordt vooraf duidelijk over welke aspecten de Tweede Kamer ingelicht dient
te worden en op welke verantwoordelijkheden de minister kan worden aangesproken.
Tot slot neemt het kabinet vooral verantwoordelijkheid voor de besluitvormings-
en planningsfase van RAAM, welke integraal van aard zijn. Daarom verdient
het de aanbeveling om de grootprojectstatus alleen voor deze fasen van RAAM
in te stellen. In het verlengde hiervan zou bijvoorbeeld over vijf jaar geëvalueerd
kunnen worden of de grootprojectstatus van RAAM gecontinueerd dient te worden.
De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Aptroot
BIJLAGE 2
Aan de voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
Den Haag, 10 december 2009
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
van 9 december 2009 is gesproken over het voorstel van de PvdA-fractie
om de vijf projecten behorende tot de Randstad-besluiten: Amsterdam-Almere-Markermeer
(RAAM-projecten) (Kamerstuk 31 089, nr. 57) aan te wijzen tot groot project.
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft ingestemd met het
voorstel.
De commissie ziet een duidelijke meerwaarde in het toekennen van de groot
projectstatus aan de RAAM-projecten. Zij acht een integrale en periodieke
informatievoorziening aan de Kamer inzake deze projecten van belang, juist
omdat de RAAM-projecten een integrale, gebiedsgerichte aanpak kennen, zoals
die de afgelopen jaren door de Kamer in de debatten over het MIRT-projectenboek
en de Nota Ruimte is bepleit.
De commissie heeft geconstateerd dat de RAAM-projecten voldoen aan het
hoofdcriterium om aangewezen te worden tot groot project en dat vier van de
zes overwegingen voor benoeming van een groot project van toepassing zijn.
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat is – op grond van
het voorgaande – voornemens om de Kamer een voorstel te doen tot aanwijzing
van de RAAM-projecten tot groot project.
Alvorens daartoe over te gaan, verzoekt de commissie – conform artikel
3 van de Regeling Grote Projecten – de commissie voor de Rijksuitgaven
om een advies uit te brengen over het voorgenomen voorstel tot aanwijzing
van de RAAM-projecten tot groot project.
De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,
Jager