31 066 Belastingdienst

Nr. 826 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2021

Met de motie van het lid Marijnissen1 heeft uw Kamer de regering verzocht om de mensen die in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) stonden de reden te vertellen waarom ze hierin stonden en hen te vertellen met wie de gegevens uit FSV zijn gedeeld. Ik informeer u hierbij over de uitvoering van deze motie. Daarnaast ga ik in op de informatievoorziening aan uw Kamer over het plan van aanpak Herstellen, Verbeteren en Borgen (HVB).

Moties Marijnissen

Naar aanleiding van de eerdere motie van het lid Marijnissen2 is de Belastingdienst gestart met het zo spoedig mogelijk informeren van mensen over het feit dat zij in FSV stonden. Wij hebben uw Kamer hier bij brieven van 25 maart3 en 22 april4 jl. over geïnformeerd. De brieven aan de mensen die in FSV stonden worden gefaseerd verzonden tot aan de zomer. Er geldt een uitzondering voor mensen waarbij het informeren gevolgen kan hebben voor de veiligheid van anderen en voor situaties waarin de (fiscaal)-juridische, toezicht- of opsporingsbelangen zwaarder wegen dan het informeren over de registratie. Met de verzendingen van deze week zijn er 144.000 brieven verstuurd.

In het debat van 29 april jl.5 heeft de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane bij het appreciëren van de nieuwe motie van het lid Marijnissen6 aangegeven dat deze voor de Belastingdienst niet op korte termijn uitvoerbaar is. Daarbij heeft ze aangegeven dat ik op het onderwerp zou terugkomen. Ik kan bevestigen dat de motie niet voor de zomer uitvoerbaar is. Dat zal ik hieronder toelichten.

Op dit moment voert de Belastingdienst een analyse uit over of en hoe de reden van registratie is opgenomen in FSV en in welke mate deze op individueel niveau is aan te geven. Pas wanneer deze analyse is afgerond, wordt het mogelijk de mensen te informeren over de reden waarom ze zijn opgenomen. Omdat de oorsprong en de context van een registratie in FSV niet systematisch en uniform werden vastgelegd, wordt dit na de zomer. Het is nu al wel duidelijk dat de reden voor opname in FSV voor een groot deel van de geregistreerde mensen niet meer te achterhalen is. Zo is een significant deel (ca. 100.000) van de registraties afkomstig uit oudere applicaties. Bij het overzetten van deze registraties naar FSV is de oorsprong niet herleidbaar vastgelegd. Ook voor veel nieuwere registraties is er geen bruikbare bron, bijvoorbeeld als er «overig» is ingevuld. Als dit het geval is, zullen we dit melden aan deze mensen. Tenslotte zijn er situaties, zoals we ook hebben genoemd in de brief van 25 maart jl., waarin het noemen van de reden van de registratie een risico voor derden oplevert, zoals wanneer een burger een tip heeft gegeven, of wanneer een overheidsinstantie in het kader van een onderzoek fiscale gegevens (niet gegevens uit FSV zelf) opvroeg bij de Belastingdienst. De mensen aan wie de reden wel verteld kan worden, zullen na de zomer een tweede brief krijgen met daarin de informatie die wij middels data-analyse hebben kunnen achterhalen. De mensen hoeven hiervoor niets te doen. Wie dat wil, kan in de tussentijd al een inzageverzoek doen dat de Belastingdienst zo snel mogelijk zal behandelen. De medewerkers van het speciale telefoonnummer kunnen helpen bij het doen van een dergelijk verzoek.

De motie verzoekt ook om mensen te vertellen met wie de gegevens uit FSV zijn gedeeld. De Belastingdienst onderzoekt of en zo ja, in welke mate, gegevens uit FSV met een aantal samenwerkingsverbanden zijn gedeeld. Het is nog onduidelijk in hoeverre dit op individueel niveau mogelijk is, aangezien gegevens vaak zijn vernietigd op grond van wettelijke verplichtingen, zoals ik in de brief en de beantwoording van het Schriftelijk Overleg van 22 april7 heb aangegeven. Daarnaast onderzoekt PWC de effecten van het gebruik van FSV op burgers en bedrijven. Wij streven er naar het onderzoek in september 2021 te laten afronden en vervolgens de bevindingen met de Kamer te delen. De mensen die in FSV stonden, zullen naar aanleiding van de resultaten van deze onderzoeken worden geïnformeerd over het effect van de registratie en het delen van de gegevens. Indien het mogelijk is, wordt deze informatie betrokken in de brief na de zomer. Ook deze brieven zullen gespreid verzonden worden.

In het debat van 29 april heeft de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane tevens toegezegd dat ik zal terugkomen op het aantal mensen dat wordt geïnformeerd over hun registratie in FSV. Op 10 juli 20208 en op 27 januari9 2021 hebben we aangegeven dat het aantal burgers/natuurlijke personen in FSV ongeveer 240.000 bedraagt en het aantal rechtspersonen ongeveer 85.000.

Zoals aangegeven in de brief van 25 maart jl. informeren we naast burgers/natuurlijke personen ook ondernemers in de zin van de Wet Inkomstenbelasting (IB). Deze laatste groep valt onder de categorie rechtspersonen. In de beantwoording van het SO van 22 april meldden we dat het om ongeveer 30.000 personen gaat. Het maximaal aantal te verzenden brieven komt daarmee op 270.000. Vanwege de genoemde uitzonderingsgronden krijgen niet al deze mensen een brief.

HVB

Op 13 oktober 202010 hebben de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane en ik u geïnformeerd over het plan van aanpak HVB. Op 27 januari en 22 april jl. hebben wij u geïnformeerd over de stand van zaken hiervan. Wij zijn voornemens om uw Kamer minimaal een keer per kwartaal met een voortgangsrapportage te informeren over de uitvoering van het plan van aanpak. Indien nieuwe informatie daartoe aanleiding geeft, zullen wij u vanzelfsprekend tussendoor informeren. Uw Kamer wordt nog voor het geplande commissiedebat van 22 juni geïnformeerd over de stand van zaken HVB. Na de zomer zal uw Kamer de eerste voortgangsrapportage ontvangen.

Bij de brief van 22 april jl. hebben wij een overzicht met status van de acties uit het plan van aanpak HVB meegestuurd. Bijgevoegd stuur ik u nogmaals dit overzicht11, waarbij bij de acties die zijn afgerond tevens is aangegeven met welke brief we uw Kamer hierover hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 28 362, nr. 41.

X Noot
2

Kamerstuk 35 510, nr. 21.

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 802.

X Noot
4

Kamerstuk 31 066, nr. 816.

X Noot
5

Over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield.

X Noot
6

Kamerstuk 28 362, nr. 41.

X Noot
7

Kamerstuk 31 066, nr. 816.

X Noot
8

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nrs. 3487 en 3489.

X Noot
9

Kamerstuk 31 066, nr. 807.

X Noot
10

Kamerstuk 31 066, nr. 709.

X Noot
11

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven