31 015 Kindermishandeling

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2011

Bijgaand ontvangt u het onderzoeksrapport «de inzet van het strafrecht bij kindermishandeling»1.

Het onderzoek biedt feitelijke informatie over het gebruik van de strafrechtelijke route bij kindermishandeling, zoals is aangekondigd in het Actieplan aanpak kindermishandeling2. Tot op heden was er onvoldoende kennis over het gebruik van de strafrechtelijke route in zaken van kindermishandeling. Ik beschouw deze uitkomsten dan ook als een belangrijke nulmeting. Tevens is op verzoek van uw Kamer in dit onderzoek nagegaan in hoeverre in de rechtspraktijk in zaken van huiselijk geweld de omstandigheid dat kinderen van het geweld getuige zijn in strafverzwarende zin wordt meegewogen3.

De uitkomsten van dit onderzoek zijn, gelet op het belang dat dit kabinet hecht aan een stevige daderaanpak, zeer waardevol. Ik zal mijn reactie op dit onderzoek meenemen in de reactie die de Staatssecretaris van VWS en ik op korte termijn zullen geven op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid «Over de fysieke veiligheid van het jonge kind».

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

XNoot
2

Handelingen, 2006/07, 31 015, nr. 67.

XNoot
3

Kamerstukken II, 2008/09, 28 345, nr. 91.

Naar boven