Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2021
Tijdens de begrotingsbehandeling Infrastructuur en Waterstaat op 3 (Handelingen II
2021/22, nr. 17, item 3) en 4 november jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 18, item 7) heb ik aangegeven met het verpakkende bedrijfsleven in gesprek te zijn over de ontwikkelingen
rond statiegeld op blikjes. In mijn brief aan uw Kamer van 17 november (Kamerstuk
28 694, nr. 150) heb ik aangegeven dat ik in deze gesprekken het bedrijfsleven heb verzocht om binnen
twee weken met een gezamenlijke aanpak te komen. Naar aanleiding van deze oproep heb
ik op dinsdag 14 december opnieuw een bestuurlijk overleg met het verpakkende bedrijfsleven
gehad. Middels deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken rond het statiegeldsysteem
voor blikjes.
Het verpakkende bedrijfsleven is in regelgeving wettelijk verantwoordelijk gesteld
een statiegeldsysteem voor blikjes op te zetten dat uiterlijk 31 december 2022 operationeel
is en uiterlijk 2024 90% van de blikjes inzamelt. Hiertoe is door Stichting Afvalfonds
Verpakkingen, het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse
Levensmiddelen Industrie (FNLI) een gezamenlijk plan van aanpak voor het statiegeldsysteem
voor blikjes opgesteld. Tijdens het bestuurlijk overleg van 14 december is het plan
van aanpak aan mij toegelicht. Het plan is ook raadpleegbaar via de website van het
Afvalfonds1. Ik heb het plan van aanpak tevens ter informatie als bijlage bij deze brief gevoegd2. Ik hecht eraan te bedrukken dat de inhoud van het plan de verantwoordelijkheid van
het bedrijfsleven is, gericht op het voldoen aan de in de regelgeving door de overheid
gestelde eisen.
Het verpakkende bedrijfsleven geeft aan toe te werken naar «een fijnmazig statiegeldsysteem
voor blikjes per 31/12/2022», waarvan de uitrol begin 2022 zal starten. In het plan
van aanpak geeft het verpakkende bedrijfsleven inzicht in de wijze waarop het bedrijfsleven
het statiegeldsysteem wil inrichten. Het plan gaat in op de innamepunten waarin zal
worden voorzien, inclusief hun aantallen en locaties, en het plan geeft inzicht in
de te verwachten effectiviteit, bereikbaarheid en toegankelijkheid van het voorziene
systeem. Het verpakkende bedrijfsleven voorziet een systeem dat bestaat uit een netwerk
van 3.000 innamepunten nabij de supermarkt, naast 300 innamepunten op «high traffic»
locaties en 5.000 tot 10.000 vrijwillige innamepunten. Tevens geeft het plan inzicht
in de door het bedrijfsleven voorziene planning, besluitvormingsmomenten, mogelijke
risico’s en terugvalopties.
Het is bekend dat het voor producenten en supermarkten de voorbije periode een zoektocht
was of de inzameling «binnen of buiten de supermarkt» moet plaatsvinden. Ook uw Kamer
heeft dit vraagstuk aan de orde gesteld. In mijn brief van 17 november heb ik benadrukt
dat het aan producenten en supermarkten gezamenlijk is om locaties te kiezen waarmee
een fijnmazig en landelijk dekkend innamesysteem ontstaat. Het bedrijfsleven geeft
aan een oplossing te hebben gevonden met een systeem «nabij de supermarkt». Dit komt
volgens hen tegemoet aan de behoefte van consumenten en de hinder van beperkte ruimte
en hygiëne issues binnen de winkel zelf. Bovendien draagt het bij aan een beter toegankelijk
systeem dat op termijn kan uitgroeien tot een circulaire hub waarmee meerdere stromen
via statiegeld worden ingezameld.
Het plan van aanpak en het bestuurlijk overleg geven mij het vertrouwen dat het verpakkende
bedrijfsleven doordrongen is van de noodzaak om te komen tot een robuust en toekomstbestendig
statiegeldsysteem en van zijn wettelijke verantwoordelijkheid daartoe. Het plan laat
zien dat supermarkten en producenten zich in gezamenlijkheid en met duidelijke intenties
inzetten om te komen tot een robuust en goedwerkend statiegeldsysteem. Naast dat het
plan een concrete invulling van het systeem geeft en een planning voor de opzet inclusief
concrete ijkmomenten, vind ik het belangrijk dat het bedrijfsleven in zijn plan duidelijk
communiceert over de mogelijke risico’s en ook over de kansen en het toekomstperspectief
van het door hen voorziene systeem.
Mijns inziens geeft het door het verpakkende bedrijfsleven gepresenteerde plan van
aanpak voor een statiegeldsysteem voor blikjes daarmee voldoende concrete handvatten
voor een volgend kabinet om in aanloop naar 31 december 2022 met bedrijfsleven in
gesprek te blijven over de inrichting en operationalisering van het systeem en de
vinger aan de pols houden ten aanzien van de voortgang.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg