Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2015
Voor de zomer van dit jaar zijn gesprekken gevoerd met het verpakkende bedrijfsleven,
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Stichting Natuur en Milieu over een creatieve
aanpak voor de inzameling van kleine flesjes en blikjes. Een deel van deze kleine
PET-flesjes en blikjes komt als zwerfafval in het milieu en in het restafval terecht.
Dat is onwenselijk, daarmee worden namelijk waardevolle grondstoffen verspild en het
leidt tot aantasting van de leefomgeving.
Naar aanleiding van die gesprekken is er een brede coalitie geformeerd, bestaande
uit het verpakkende bedrijfsleven, de VNG en Stichting Natuur en Milieu, ondersteund
door VNO-NCW, MKB-Nederland en de Koninklijke Vereniging voor afval- en Reinigingsmanagement
(NVRD). Deze brede coalitie heeft aangeboden om vóór 1 oktober 2015 een plan van aanpak
te maken voor pilots met innovatieve retourpremie- of beloningssystemen om te voorkomen
dat kleine PET-flesjes en blikjes in het zwerfafval terecht komen. Deze aanpak is,
zoals aangekondigd in de brief van 18 juni jl.1, onderdeel van de landelijke aanpak van zwerfafval, die in het vierde kwartaal van
dit jaar aan uw Kamer wordt aangeboden.
Tijdens het Algemeen Overleg Grondstoffen en Afval van 25 juni jl. (Kamerstuk 33 043, nr. 44) heeft uw Kamer suggesties gedaan voor de invulling van het retourpremiesysteem.
Uw Kamer heeft de wens geuit om individuen ook de mogelijkheid te geven om deel te
nemen aan het systeem, om maatschappelijke organisaties in de brede zin van het woord
te betrekken en een tussenevaluatie te doen.
Deze suggesties zijn meegenomen in het plan van aanpak. De gemeenten hebben namelijk
de mogelijkheid om zowel individuen als maatschappelijke organisaties in de brede
zin van het woord te betrekken en een rol te geven in de aanpak. Per 1 januari 2016
wordt een start gemaakt met deze aanpak die als proefproject op landelijke schaal
in 2016 en 2017 wordt doorgezet.
Op basis van de resultaten wordt een uitgewerkt en landelijk dekkend plan per 1 januari
2018 ingevoerd. Na de zomer van 2016 zal een tussenevaluatie plaatsvinden en aan het
einde van 2017 de eindevaluatie.
In de bijlage treft u het plan van aanpak aan2. De betrokken partijen willen samen de schouders eronder zetten om van deze aanpak
een succes te maken.
Het is goed om te zien dat het de brede coalitie gelukt is om een ambitieus plan van
aanpak te maken. De kern is gedragsbeïnvloeding van burgers door goed gedrag te belonen,
waarbij gebruik gemaakt wordt van de kracht van maatschappelijke organisaties.
In het plan van aanpak is uitgewerkt hoe een uitvraag te doen aan gemeenten en maatschappelijke
organisaties voor het ontwikkelen van pilots ter bestrijding van zwerfafval. Zoals
u in het plan van aanpak kunt lezen, ligt de regie voor de invulling van het systeem
bij de gemeenten. Want de gemeenten hebben vaak al een aanpak voor zwerfafval en doen
aan gescheiden inzameling. Zij weten daardoor het beste hoe het systeem voor de kleine
flesjes en blikjes ingepast kan worden in hun huidige aanpak. Ik zal samen met de
brede coalitie de voortgang van de pilots via de begeleidingscommissie actief volgen.
Naar aanleiding van het VAO Grondstoffen en Afval van 1 september jl. (Handelingen
II 2014/15, nr. 106, item 13) heeft uw Kamer een motie aangenomen van de leden Cegerek en Van Veldhoven over het
waarborgen van een gedegen nulmeting en monitoring van de aanpak3. Hier voorziet het plan van aanpak op hoofdlijnen in. De komende maanden zal met
betrokkenen verder vormgegeven worden aan het onderdeel monitoring mede ter uitvoering
van de hierboven genoemde motie.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld