30 252 Toekomstvisie agrarische sector

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2022

Middels de motie Klaver c.s. (Kamerstuk 33 576, nr. 298) heeft uw Kamer mij verzocht om de politieke keuzes voor de toekomst van de landbouw nader uit te werken en dit voor Prinsjesdag aan de Kamer te zenden. Tijdens het debat van 23 juni 2022 heb ik aangegeven daar uiteraard toe bereid te zijn (Handelingen II 2021/22, nr. 96, items 4 en 7).

Naar aanleiding van het debat over de maatschappelijke onrust rondom stikstof is op 30 juni jl. in opdracht van uw Kamer het traject onder leiding van de heer Remkes gestart. De heer Remkes treedt op als onafhankelijk gespreksleider voor gesprekken tussen kabinet, medeoverheden en de agrarische sector. Het doel van de gesprekken is weer te komen tot een verstandhouding waarbij de inhoud en het gesprek over een duurzame toekomst voor agrarische ondernemers en het landelijk gebied centraal staan (Kamerstuk 30 252, nr. 32).

De heer Remkes heeft laten weten dat hij zijn bevindingen in de tweede helft van september zal presenteren en dat deze bevindingen ook zien op het perspectief voor agrarische ondernemers. Ik vind het belangrijk dat we dit traject zorgvuldig doorlopen. De bevindingen van Remkes en de inbreng van de sector is van grote waarde voor de brief die ik in voorbereiding heb over de toekomst van de landbouw, waarin ik duidelijkheid wil geven aan de sector. Daarvoor wil ik de bevindingen van de heer Remkes meenemen in de brief die door mij is voorbereid. Dit betekent echter dat ik mijn brief niet voor Prinsjesdag aan u kan aanbieden. Ik streef er naar de brief zo spoedig mogelijk na ommekomst van de bevindingen van de heer Remkes en het verwerken van deze conclusies aan de Tweede Kamer te sturen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven