30 252 Toekomstvisie agrarische sector

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2023

Zoals ik de Kamer op 21 juni jl. (Kamerstuk 30 252, nr. 99) heb laten weten heeft tot mijn spijt LTO aan het kabinet en aan partijen van de hoofdtafel medegedeeld niet meer deel te nemen aan de onderhandelingen. Vervolgens is gezamenlijk geconcludeerd dat, in het licht van de keuze van LTO, een succesvolle afronding van de gesprekken niet mogelijk is.

Dat betekent dat het proces om te komen tot een Landbouwakkoord eindigt. Dat is een teleurstellende en betreurenswaardige uitkomst en wordt door alle overige betrokkenen gezien als een gemiste kans. Het kabinet en alle andere deelnemers aan het Landbouwakkoord hebben bij dit akkoord steeds onvermoeibaar en gezamenlijk gebouwd aan een duurzame toekomst voor de landbouwsector. Dit raakt in het bijzonder de jonge boeren. Voor hen had het Landbouwakkoord de benodigde stip aan de horizon en ondersteuning kunnen bieden. Het kabinet zal zich ook de komende periode hiervoor sterk blijven maken.

Concept Landbouwakkoord

Met deze brief stuur ik de Kamer de laatste versie van het concept-Landbouwakkoord, zoals die op verzoek van de hoofdtafel is afgerond door de onafhankelijk voorzitter. Ik hecht eraan daarbij te benadrukken dat deze teksten geen van de partijen kunnen binden, dat geldt in algemene zin voor de teksten en ook specifiek voor de financiële aspecten. Dat geldt niet alleen het kabinet, maar nadrukkelijk ook alle overige partijen.

Op verscheidene punten in de tekst was immers de discussie nog gaande, dat gold voor alle partijen. Zo was er serieus verschil van inzicht ten aanzien van het vraagstuk grondgebondenheid, waar landbouwpartijen (LTO, NAJK, Biohuis) andere inzichten hadden, evenals de andere deelnemers aan het Landbouwakkoord. Dat gold ook voor vragen ten aanzien van uitvoering zoals bijvoorbeeld uitvoering van de afroming.

Appreciaties kennisinstituten

Ook deel ik de appreciaties van de kennisinstituten Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen University Research en het Louis Bolk Instituut. Deze appreciaties hebben betrekking op de conceptakkoordteksten van 18 mei 2023 (Kamerstuk 30 252, nr. 98). Hierbij moet gezegd worden dat in de periode na het uitbrengen van de appreciaties, het conceptakkoord op onderdelen nog is aangepast en aangevuld, mede op basis van deze appreciaties. De appreciaties hebben met deze laatste aanpassingen geen rekening kunnen houden.

Overige stukken en archief

De andere stukken, zoals de agenda en verslagen van de hoofdtafel en bijdragen van de «reflectietafel» zullen worden gepubliceerd op de website van het Landbouwakkoord1; in de komende periode zal ook het gehele archief van stukken zorgvuldig door het onafhankelijk secretariaat publiek worden gemaakt. Dit is voor het zomerreces gereed.

Verslag en analyse

Ik informeer de Kamer ook dat de onafhankelijk voorzitter is verzocht om, naast het afronden van de conceptteksten, een grondige analyse en eindverslag op te stellen. Dit zal de komende weken worden afgerond voorafgaand aan het zomerreces. Dit verslag en deze analyse worden publiek gemaakt en zal ik de Kamer aanbieden.

Vraagstuk PAS-melders

In deze periode is er tevens gesproken over het vraagstuk rondom het legaliseren van de PAS-melders en de alternatieven voor de kritische depositiewaarde (KDW). Deze gesprekken worden doorgezet, ook omdat ze geen deel uitmaken van het Landbouwakkoord. Het kabinet geeft hoge urgentie aan het legaliseren van PAS-meldingen. In dat kader is medio juni een voorstel gedaan om het legaliseren te versnellen. Mede op verzoek van agrarische partijen heeft het kabinet dat voorgelegd aan de landsadvocaat om het voorstel te appreciëren. Het voorstel en de appreciatie zijn als bijlagen bijgevoegd en het kabinet blijft hierover in gesprek met de partijen.

Vervolgtraject

Gezien de nu ontstane situatie heeft het kabinet zich beraden op het vervolgtraject. Duidelijk is dat de besprekingen om te komen tot een Landbouwakkoord zijn beëindigd.

Overeenkomstig het voorstel van de heer Remkes zal het kabinet mede op basis van de elementen uit de gevoerde gesprekken toewerken naar een kabinetsplan, om invulling te geven aan het proces van de benodigde transitie.

Daarbij zal het kabinet uiteraard ook bezien in hoeverre de inhoud van het concept-Landbouwakkoord wordt betrokken bij het toekomstige landbouwbeleid. De verslaglegging en analyse van de voorzitter van het Landbouwakkoord zal daarbij eveneens worden meegenomen. Vanzelfsprekend is het coalitieakkoord leidend en zal ook de inhoud van het rapport Remkes worden betrokken.

Het kabinet wil die vormgeving zorgvuldig doen en zal in september komen met een aanpak in een Landbouwbrief. Hierin zal betrokken worden het economisch perspectief voor de boeren en de wijze waarop de doelen voor klimaat, water, stikstof, bodem, natuur worden gehaald. Die aanpak zal elementen van subsidieren, normeren en beprijzen bevatten.

Deze stand van zaken en aanpak doen niks af aan de noodzaak om de doelen uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) te blijven realiseren. Om die reden is het ook zaak dat de aanpak van gebiedsprocessen en de aanpak piekbelasting onverkort doorgaat.

Naast bovengenoemde voorstellen wil ik alvast een aantal maatregelen nemen. Het gaat hier om steun voor bedrijfsopvolging door jonge boeren; ontwikkeling en ondersteuning van een marktprogramma voor de biologische sector gelet op de benodigde impuls, de versnelling van de start van het aanvalsplan landschapselementen en de investering in een implementatieprogramma doelsturing, gezien de toezegging aan de Kamer voor een start met een stoffenbalans 1.0 nog dit jaar; in totaal betreffen deze uitgaven circa € 175 miljoen. Hierover zal het kabinet tijdens de augustusbesluitvorming pas definitieve besluiten nemen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema


X Noot
1

Zie website: https://www.landbouwakkoord.nl/

Naar boven