30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 615 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2019

Op 29 januari heeft de voorzitter van de SER mij de Voortgangsrapportage Energieakkoord 2018 aangeboden. De Voortgangsrapportage, die als digitale publicatie te vinden is via https://publicaties.energieakkoordser.nl/2018, beschrijft de acties die zijn ingezet en de resultaten die zijn geboekt in het kader van het Energieakkoord. De Voortgangsrapportage bevat daarnaast ook een terugblik op de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar met de uitvoering van het Energieakkoord. Als bijlage bij deze brief heb ik de aanbiedingsbrieven van de voorzitter van de SER en de voorzitter van de Borgingscommissie gevoegd1.

Zoals ik in mijn brief van 25 januari (Kamerstuk 32 813, nr. 267) over de nieuwe raming van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voor 2020 al heb opgemerkt ten aanzien van de Energieakkoord-doelen, is het nu aan de Energieakkoord-partijen om te bezien wat zij kunnen doen om de doelstellingen met betrekking tot het aandeel hernieuwbare energie en energiebesparing alsnog binnen bereik te brengen.

De voorzitter van de Borgingscommissie constateert in zijn brief dat de inspanning van alle partijen onverkort nodig zijn om de doelen te halen en heeft aangegeven partijen op korte termijn bij elkaar roepen om hierover te spreken. Ik heb in dat kader nogmaals aangedrongen op het behalen van de Energieakkoord-doelen in het licht van de aanzienlijke opgave waar het kabinet zich voor gesteld ziet in de uitvoering van het vonnis in de Urgenda-zaak.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven