Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 augustus 2018
Op 6 juni 2018 heb ik u per brief geïnformeerd over het feit dat dat Nederland een
Met Redenen Omkleed Advies (MROA) heeft ontvangen ten aanzien van de toepassing van
de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD, richtlijn 2010/31/EU) (Kamerstuk
30 196, nr. 602). In deze brief heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de Nederlandse
reactie. Hierbij doe ik deze toezegging gestand. Vanwege het vertrouwelijke karakter
van de inbreukprocedure, kan ik alleen ingaan op de hoofdlijnen van de Nederlandse
reactie.
Op 16 juli 2018 heeft de Nederlandse regering een reactie op het met redenen omkleed
advies verzonden aan de Europese Commissie. In deze reactie ben ik ingegaan op vragen
van de Europese Commissie over de disclaimer op en de controles bij het energielabel
voor woningen dat via www.energielabelvoorwoningen.nl kan worden geregistreerd.
Bij de disclaimer op het energielabel voor woningen heb ik toegelicht dat deze disclaimer
is bedoeld om te communiceren dat de aanbevelingen op het energielabel alleen gaan
over de energieprestatie van de woning en dat de terugverdientijden van maatregelen
gebaseerd zijn op een gemiddeld energiegebruik van de woning en, afhankelijk van het
daadwerkelijke energiegebruik door de gebouweigenaar, in werkelijkheid korter of langer
kunnen zijn. Het is niet de intentie van de Nederlandse regering geweest om met de
disclaimer de suggestie te wekken dat de aanbevelingen op het energielabel onbetrouwbaar
zijn. Om dit ongewenste beeld weg te nemen, zal ik de tekst van de disclaimer op bovenstaande
wijze verduidelijken.
Bij de controles bij het energielabel heb ik beschreven dat er sinds september 2017
een groot aantal vervolgcontroles en -onderzoeken is uitgevoerd ten aanzien van het
energielabel voor woningen. Daarbij ben ik ingegaan op de controles van de Inspectie
voor Leefomgeving en Transport en het onderzoek van BK Ingenieurs waarbij de woningkenmerken
opnieuw door onafhankelijke experts op locatie zijn opgenomen waarover ik u bij brief
van 8 december 2017 heb geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 563). De conclusie van de Nederlandse regering is, dat de aantallen controles en onderzoeken
bij het energielabel voor woningen in overeenstemming zijn met de vereisten ten aanzien
van statistische significantie vanuit de richtlijn. Net als voor de Commissie is het
voor Nederland van groot belang dat woningeigenaren via het energielabel betrouwbare
informatie krijgen over de energieprestatie van hun woning en deugdelijke aanbevelingen
krijgen om de energetische kwaliteit van de woning te verbeteren. Een goed werkend
onafhankelijk controlesysteem is daarbij essentieel. Nederland zet zich hiervoor in
en hoopt dat haar nadere toelichting tegemoet zal komen aan de vragen van de Commissie.
De Europese Commissie zal de Nederlandse reactie de komende tijd bestuderen. Op basis
van de reactie kan de Europese Commissie besluiten de inbreukprocedure verder voort
te zetten of te beëindigen. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de ontwikkelingen
in deze procedure.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren