Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2016
De afgelopen periode heeft onderzoeksbureau Technopolis Group de nucleaire kennisinfrastructuur
in Nederland in kaart gebracht. Hierbij stuur ik uw Kamer het rapport «Nucleaire kennisinfrastructuur
in Nederland; Inventarisatie en relatie met publieke belangen»1. Daarmee geef ik invulling aan mijn toezeggingen uit mijn brieven van 6 juni 2016
(Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 2756) en 30 september 2016 (Kamerstuk 30 196, nr. 476).
Technopolis Group brengt in het rapport een afgebakend deel van de nucleaire kennisinfrastructuur
in Nederland en de daarbij betrokken publieke belangen in kaart. Het onderzoek is
begeleid door een interdepartementale stuurgroep en werkgroep, waarin de Ministeries
van Economische Zaken, van Infrastructuur en Milieu, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Financiën en van Buitenlandse Zaken waren
vertegenwoordigd. Het rapport is tot stand gekomen in nauw overleg met relevante partijen
en experts die actief zijn in de nucleaire kennissector.
Het rapport van Technopolis geeft een feitelijk overzicht van de bestaande nucleaire
kennisinfrastructuur, de dwarsverbanden die er bestaan tussen de verschillende actoren
in die infrastructuur en de (publieke) belangen die ermee gemoeid zijn. Het rapport
kenschetst de nucleaire kennisinfrastructuur als divers. Sterk punt is dat nagenoeg
de gehele waardeketen – van het voorbewerken van brandstof (uranium) tot het opslaan
van radioactief afval – in Nederland is vertegenwoordigd. Tegelijkertijd is de nucleaire
kennisinfrastructuur kwetsbaar, omdat er vaak maar één of enkele organisaties of bedrijven
actief zijn in de verschillende schakels van de waardeketen.
Zoals ik heb aangekondigd in mijn brief van 30 september 2016 (Kamerstuk 30 196, nr. 476) over de toekomst van de Stichting ECN zal het rapport van Technopolis Group betrokken
worden in het onderzoek naar welke toekomstige nucleaire kennisinfrastructuur uit
publiek oogpunt en voor de voorzieningszekerheid van medische isotopen van belang
is. Het kabinet zal hierover in het voorjaar van 2017 aan uw Kamer rapporteren.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp