De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de SDE+-regeling voor 2016 bij- en meestook van biomassa (BMS)
in kolencentrales is opgenomen dat de eerste fase begin maart 2016 wordt opengesteld
en de tweede fase in september 2016;
constaterende dat de Kamer de motie-Jan Vos c.s. (32 813, nr. 115) heeft aangenomen, waarin de Kamer uitspreekt dat alle maatregelen moeten worden
onderzocht om de uitspraak in de Urgenda-zaak te kunnen naleven, die inhoudt dat de
CO2-uitstoot in 2020 25% lager moet zijn dan in 1990, waaronder nadrukkelijk ook de sluiting
van de Nederlandse kolencentrales, en daarnaast de motie-Van Veldhoven/Van Weyenberg
(34 302, nr. 99), die voorziet in de uitfasering van de Nederlandse kolencentrales, alsmede de motie-Klaver
c.s. (34 300, nr. 24), waarin de Kamer uitspreekt dat het kabinet in 2016 moet starten met de uitvoering
van aanvullende maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren;
constaterende dat het kabinet een ibo-CO2 laat opstellen, waarin wordt onderzocht welke maatregelen nodig zullen zijn om invulling
te geven aan de uitspraak van de rechter in de klimaatzaak;
overwegende dat het kabinet heeft besloten dat de uitspraak in de Urgenda-zaak zal
worden gehonoreerd;
overwegende dat een halfjaar uitstel van de beschikking van BMS het duurzaamheidsdoel
van 14% voor 2020 niet in gevaar brengt;
overwegende dat het langdurig voortzetten van de kolencentrales leidt tot langdurig
stilzetten van de veel schonere en soms splinternieuwe gascentrales;
spreekt uit dat met het toekennen van SDE+ aan biomassa bijstook, de mogelijkheid
van uitfasering van de kolencentrales niet negatief mag worden beïnvloed;
verzoekt de regering om, de optie bij- en meestook van biomassa in kolencentrales
in de SDE+-regeling pas open te stellen nadat:
-
• er overeenstemming is over de wijze waarop tegemoetgekomen zal worden aan de uitspraak
van de rechter om meer CO2-reductie te realiseren;
-
• er helderheid is over de uitfasering van de kolencentrales,
en daarmee uitvoering is gegeven aan de motie-Jan Vos c.s. en de motie-Van Veldhoven/Van
Weyenberg en Klaver c.s.;
verzoekt de regering tevens, daarbij een helder tijdspad in acht te nemen en de uitvoering
van de moties met de Kamer te bespreken alvorens tot implementatie hiervan over te
gaan,