30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 294 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2015

Naar aanleiding van het verzoek van uw commissie van 10 december 2014 om nader in te gaan op het bericht inzake de import van fout hout naar de Europese Unie (NPO 1 Journaal van 9 december 2014) treft u onderstaand mijn reactie aan.

Het bericht in de journaaluitzending dat de helft (46%) van al het hout in Nederland buiten de Houtverordening valt, berust op een verkeerde presentatie van gegevens.

Niet al het hout dat op de Nederlandse markt wordt aangeboden, wordt geïmporteerd. Een klein deel is afkomstig uit Nederlandse bossen. Van al het hout dat we wel importeren viel in de periode 2008–2013 gemiddeld 6% niet onder de Houtverordening, berekend op basis van de hoeveelheid, in gewicht, en 16% berekend op basis van de geldelijke waarde. Een behoorlijk deel van het hout dat we importeren betreft overigens «transit trade», wat betekent dat het niet wordt aangeboden op de Nederlandse markt.

Al met al is in de publiciteit een vertekend beeld ontstaan van de hoeveelheid hout in Nederland die niet onder de Houtverordening valt. Desalniettemin vind ik ook een percentage van 6% van de hoeveelheid geïmporteerd hout dat niet gedekt wordt door de Houtverordening een punt van zorg. Om die reden zal ik de problematiek van de import van producten van illegaal hout, zoals genoemd in het rapport, aan de orde stellen bij de evaluatie van de EU-Houtverordening die dit jaar plaatsvindt door de Europese Commissie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven