30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 217 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2013

In mijn brief van 8 april jl. (Kamerstuk 30 196, nr. 192) heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om de Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) te vragen om een oordeel over de gerealiseerde verbeteringen in het Maleisische certificatiesysteem voor duurzaam hout MTCS (Malaysian Timber Certification System). Dit ten behoeve van de besluitvorming over de erkenning van MTCS als borging voor duurzaam geproduceerd hout in het inkoopbeleid van de rijksoverheid. Dit onderwerp hebt u geagendeerd voor het AO Duurzaam hout op 8 oktober 2013.

Tevens hebt u in uw brief van 4 september jl verzocht om de bevindingen van TPAC over MTCS en om een afschrift van mijn antwoord op de brief van 30 mei jl. van Van den Biesen Kloostra advocaten namens een aantal Nederlandse ngo’s. Beide zijn bijgevoegd bij deze brief1. Hieronder licht ik, mede namens de Minister van Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische zaken, de bevindingen van TPAC toe en mijn afwegingen voor besluitvorming over MTCS.

Achtergrond

Zoals ik reeds aangaf in mijn brief van 8 april jl. diende met ingang van 2010 al het hout dat de Rijksoverheid inkoopt, duurzaam geproduceerd te zijn (Kamerstuk 30 196, nr. 35). Dat wil zeggen dat het moet voldoen aan de Nederlandse inkoopcriteria voor hout (Timber Procurement Assessment System, TPAS). Dit kan aangetoond worden met een certificaat dat binnen het inkoopbeleid is erkend als borging voor duurzaam geproduceerd hout, op basis van een oordeel van TPAC.

TPAC oordeelde in oktober 2010 dat het Maleisische certificatiesysteem MTCS niet voldeed aan de TPAS-criteria ten aanzien van inheemse volken, omzetting van bos in andere vormen van landgebruik (conversie) en de beschikbaarheid van kaarten. Mijn ambtsvoorganger heeft met het bestuur van MTCS (Malaysian Timber Certification Council, MTCC) afgesproken dat de geconstateerde knelpunten zouden worden weggenomen door aanpassingen in het systeem, die binnen twee jaar aantoonbaar zouden zijn geïmplementeerd (voorjaar 2013).

Op 6 mei jl heb ik TPAC gevraagd om haar bevindingen over:

  • 1. De mate waarin MTCC de gemaakte afspraken heeft uitgevoerd;

  • 2. De mate waarin de knelpunten in het oordeel van TPAC van oktober 2010 in de praktijk zijn opgelost.

Dit betrof geen reguliere beoordeling conform de hiertoe vastgelegde systematiek (met stakeholderconsultatie en procedures voor bezwaar en beroep) maar een beantwoording van vragen op basis van het oordeel uit 2010 en de acties die MTCC sindsdien heeft ondernomen.

Bevindingen TPAC

Op 26 augustus jl. heeft TPAC mij geïnformeerd over haar bevindingen (zie bijlage2).

Ten aanzien van inheemse volken constateert TPAC dat MTCC nieuwe instructies heeft uitgevaardigd over de interpretatie van het MTCC-criterium ten aanzien van inheemse volken. In de nieuwe MTCS-standaard is de eis opgenomen dat bosbeheerders identificeren waar inheemse volken zich bevinden en welke gebieden voor hen belangrijk zijn. Tegelijkertijd blijkt uit de auditrapporten niet dat de bosbeheerders daadwerkelijk inheemse volken consulteren. In de instructies en auditrapporten wordt het recht op consultatie nog steeds gekoppeld aan formeel eigendomsrecht.

Ten aanzien van conversie3 is in de nieuwe MTCS-standaard een plafond ingesteld. De auditrapporten laten zien dat er in 2011 en 2012 niet of nauwelijks conversie heeft plaatsgevonden in gecertificeerde gebieden. TPAC kan echter niet met zekerheid zeggen dat de criteria voor conversie voldoende hard zijn om daadwerkelijk een beperking te vormen. Dit zal in de volgende reguliere beoordeling opnieuw bekeken worden.

Ten aanzien van de beschikbaarheid van kaarten constateert TPAC dat enkele bosbeheerders hun kaarten hebben verbeterd. Tegelijkertijd maken de kaarten niet voldoende zichtbaar waar inheemse volken zich bevinden of waar de grenzen van gecertificeerd gebied lopen.

TPAC concludeert dat de in 2010 gemaakte afspraken nog niet volledig zijn uitgevoerd en dat de eerder door TPAC geconstateerde knelpunten niet volledig zijn weggenomen. Hierbij merkt TPAC overigens op dat conversie en de rechten van inheemse volken complexe zaken zijn bij certificering van duurzaam bosbeheer. Knelpunten op dit vlak zijn dan ook niet uniek voor Maleisië of MTCC.

Kortom: de in 2010 gemaakte afspraken hebben nog niet het beoogde resultaat opgeleverd, maar MTCC laat progressie zien.

Afwegingen voor besluitvorming

Strikt genomen zijn er nu twee opties: MTCS afwijzen omdat ze niet voldoen aan de Nederlandse inkoopcriteria of MTCS onder voorwaarden accepteren omdat het weliswaar nog niet voldoet, maar wel betekenisvolle stappen heeft gezet in de goede richting. Voor een keuze tussen deze opties acht ik de volgende afwegingen van belang.

Met het Nederlandse TPAS-systeem geven we uitdrukking aan wat we met elkaar belangrijk vinden ten aanzien van de omgang met ons natuurlijk kapitaal en de mensen die van de bossen afhankelijk zijn om in hun bestaan te voorzien. Deze uitgangspunten acht ik nog steeds van belang.

Tegelijkertijd kan het onthouden van erkenning van MTCS het uiteindelijke doel van het duurzaam inkoopbeleid, namelijk het bevorderen van duurzaam bosbeheer, nadelig beïnvloeden.

Het bevorderen van duurzaam bosbeheer is een doel waarvoor ik mij inzet samen met de Minister voor Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische zaken.

Zo vinden op dit moment onderhandelingen plaats voor vrijwillige partnerschappen met landen als Maleisië en Indonesië in het kader van Forest Law Enforcement, Governance and Trade (FLEGT). Dit gebeurt in het kader van bevorderen van legaliteit als belangrijke stap naar duurzaam bosbeheer, in onder andere Zuidoost-Azië. De stap naar legaliteit vereist aanzienlijke inspanning van houtproducerende landen, maar kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van duurzaam bosbeheer. Juist in tropische gebieden, zoals Maleisië en Indonesië, is de druk op biodiversiteit groot en vindt veel illegale houtkap plaats. Die illegale houtkap vindt vooral plaats in gebieden waar geen certificering is. Het stimuleren van certificering is een manier om behoud van de bossen te bevorderen. Met het certificaat MTCS wordt Maleisië gezien als regionale koploper.

In dat licht beschouw ik MTCC als bondgenoot in het streven naar behoud van de bossen. Door de inspanningen van MTCC positief te waarderen, zouden we de overstap naar duurzaam bosbeheer aantrekkelijk maken voor bosbeheerders die nu niet in beweging komen. Door MTCS af te wijzen zouden we het signaal geven dat die inspanning niet lonend is.

Voorts constateer ik dat het koepelsysteem PEFC Internationaal (Programme for the Endorsement of Forest Certification) inmiddels MTCS heeft erkend als duurzaam op basis van de PEFC-criteria. Door MTCS afzonderlijk te laten beoordelen door TPAC, gaan we voorbij aan de rol van PEFC internationaal als koepelsysteem voor nationale certificatiesystemen zoals MTCS. In 2014/2015 vindt de periodieke hertoetsing door TPAC plaats van FSC en PEFC internationaal. Deze gelegenheid wil ik benutten om aan te sluiten bij de rol en verantwoordelijkheid van PEFC internationaal als koepelsysteem.

Tenslotte is Nederland is op dit moment het enige land met een duurzaam inkoopbeleid voor hout waarin MTCS niet wordt erkend als bewijs voor duurzaam bosbeheer. Andere EU-lidstaten met een duurzaam inkoopbeleid voor hout (in ieder geval Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken, Frankrijk, België en Luxemburg) erkennen MTCS wel als duurzaam op basis van de goedkeuring van het koepelsysteem PEFC internationaal. Naarmate deze situatie voortduurt, dreigt Nederland zich te vervreemden van andere koplopende EU-lidstaten. Deze situatie beschouw ik als onwenselijk, omdat die indruist tegen het streven van dit kabinet om in EU-verband zoveel mogelijk samen op te trekken.

Besluitvorming MTCS

Met het oog op de impact van een beslissing over MTCS op het bevorderen van duurzaam bosbeheer, vind ik het van belang om Maleisië erkenning te geven voor de stappen in de goede richting die reeds zijn gemaakt.

Ik ben met Maleisië in gesprek over de inspanningen die nog verricht moeten worden om de resterende knelpunten weg te nemen. Maleisië zal mij op zeer korte termijn informeren over de activiteiten die worden ondernomen om de laatste knelpunten bij MTCS weg te nemen. Na ontvangst van dit bericht zal ik u terstond informeren.

De afgelopen jaren heeft een «nee tenzij...» gegolden: MTCS is niet geaccepteerd in afwachting van het oplossen van de resterende knelpunten. Op basis van de bevindingen van TPAC constateer ik dat er nog progressie nodig is, maar dat er ook al veel progressie is gemaakt. Ik wil daarom naar een «ja mits…» door Maleisië de gelegenheid te geven het ingezette verbetertraject binnen twee jaar te voltooien en hen vooralsnog onder die voorwaarde te erkennen in het Nederlandse inkoopbeleid. Ik zal Maleisië verzoeken om binnen twee jaar alsnog te voldoen aan de Nederlandse inkoopcriteria zoals vastgelegd in TPAS. Gedurende die periode zal ik de voortgang laten monitoren door TPAC.

Hierbij wil ik ook PEFC internationaal betrekken. Het koepelsysteem is nu bezig met de boordeling van de nieuwe standaard van MTCS. De bevindingen van TPAC zal ik meegeven aan PEFC Internationaal. TPAC zal ik vragen bij haar hertoetsing van PEFC Internationaal bijzondere aandacht te besteden aan de wijze waarop MTCS door PEFC op deze punten is beoordeeld.

Tot slot

Ten slotte ga ik het duurzaam inkoopbeleid evalueren. Ik wil naar een inkoopbeleid dat de juiste prikkels geeft aan houtproducerende landen en aan koplopers op de Nederlandse markt, dat niet afwijkt van de overige lidstaten met een inkoopbeleid voor duurzaam hout en waarin onze ambitieuze duurzaamheidscriteria worden vertaald op een manier die past bij het effect dat we met ons inkoopbeleid kunnen en willen bereiken. Dit geldt in het bijzonder voor de manier waarop de rechten van inheemse volken worden ondergebracht in duurzaamheidseisen. Hiertoe zal de Minister voor Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, conform de toezegging tijdens het AO Landroof van 18 september, zich in samenwerking met Nederlandse NGO’s, kennisinstellingen en bedrijven inzetten om in Nederland en op internationaal niveau de internationale richtlijnen tegen landroof actief te versterken. Ook zal zij dit in EU verband aan de orde stellen, met name in het kader van de FLEGT Voluntary Partnership Agreement4 onderhandelingen met Maleisië.

Daarnaast is harmonisatie in EU-verband voor mij zeer belangrijk. Ik zal mij daarom inzetten voor een gezamenlijk EU-kader voor duurzaam inkoopbeleid voor hout en de beoordeling van certificatiesystemen. Hiertoe ga ik in gesprek met de Europese Commissie en gelijkgezinde lidstaten. Als dit leidt tot harmonisatie in EU-verband en het voorkomen of wegnemen van koppen op EU-beleid, heeft dat mijn voorkeur. Een gezamenlijk inkoopbeleid voor duurzaam hout kan er bovendien voor zorgen dat niet slechts zes lidstaten, maar binnen de gehele EU duurzaam hout wordt ingekocht.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
3

Omzetting van natuurlijk bos in andere vormen van landgebruik, bv. oliepalmplantages.

X Noot
4

Voluntary Guidelines on the Responsible Governance of Tenure of Land, Fisheries and Forests in the Context of National Food Security van het Committee on World Food Security.

Naar boven