30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 214 MOTIE VAN HET LID OUWEHAND

Voorgesteld 2 oktober 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat klimaatverandering en eindige fossiele energievoorraden tot de meest omvangrijke problemen van de komende decennia behoren;

constaterende dat Nederland in het kader van het VN-klimaatverdrag als verplichting heeft aanvaard om te voorkomen dat de aarde meer dan 2°C opwarmt en daartoe de uitstoot van broeikasgassen fors te reduceren;

overwegende dat het energieakkoord van de Sociaal Economische Raad (SER) en maatschappelijke partijen onvoldoende handvatten biedt om aan deze uitdagingen tegemoet te komen;

van mening dat het tegengaan van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies en het bevorderen van energiezekerheid verantwoordelijkheden zijn van de regering;

verzoekt de regering, geen genoegen te nemen met het SER-energieakkoord en zelf ambitieus beleid te ontwikkelen voor een werkelijke transitie naar duurzame energie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ouwehand

Naar boven