29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2011

Zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg van 9 maart 2011 (Kamerstuk 29 924, nr. 65) informeer ik u hierbij over de achterstand bij de uitvoering van veiligheidsonderzoeken door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de vullingsproblematiek van de betrokken afdeling van de MIVD.

In reactie op tijdens dit algemeen overleg door het lid Hernandez (PVV) gestelde vragen over radicalisering binnen de krijgsmacht kan ik u melden dat de MIVD alle meldingen onderzocht heeft die mogelijk op (islamitische) radicalisering binnen de defensieorganisatie wijzen. Waar van toepassing is informatie gedeeld met andere diensten of instanties. Over aantallen betrokken personen en de werkwijze van de dienst kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan. Deze informatie wordt opgenomen in het gerubriceerde deel van het jaarverslag van de MIVD.

Negentig procent doelstelling

De Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) bepaalt dat een veiligheidsonderzoek binnen maximaal acht weken moet zijn voltooid. Indien een onderzoek langer duurt dan deze termijn is dus sprake van een achterstand. De MIVD streeft ernaar zeker negentig procent van de onderzoeken binnen deze termijn af te handelen. Deze doelstelling wordt echter al enige tijd niet gehaald.

De MIVD spant zich in om de eerder opgelopen achterstanden weg te werken. Daartoe zijn tot 1 januari 2011 tijdelijk medewerkers uit andere disciplines ingezet ten behoeve van veiligheidsonderzoeken. Daarnaast wordt tijdelijk gewerkt met een verhoogd risicomanagement waarbij, afhankelijk van het opgebouwde dossier en de aard van de vertrouwensfunctie, wordt volstaan met een louter administratief onderzoek zonder een interview met betrokkene en referenten, of alleen een interview met betrokkene.

Op 1 maart 2011 waren bijna 2400 onderzoeksaanvragen van meer dan acht weken oud nog niet voltooid. Daarvan dateerden 2100 onderzoeksaanvragen van voor 1 december 2010. Naar verwachting zullen deze 2100 onderzoeken in mei van dit jaar zijn afgehandeld. Aanvragen van na 1 december 2010 zullen dan echter nog enige tijd moeten blijven liggen en ook een deel van deze aanvragen zal over de termijn van acht weken heengaan. In de periode 1 december 2010 tot 1 maart 2011 zijn ongeveer 1300 aanvragen voor een veiligheidsonderzoek ingediend.

Het is op dit moment nog niet te zeggen wanneer de doelstelling van negentig procent kan worden gehaald en tegelijkertijd de maatregelen van verhoogd risicomanagement kunnen worden beëindigd. Daarbij komt dat de MIVD bezig is op korte termijn in te voeren dat de justitiële antecedenten van militairen met digitale naslag worden gecheckt voordat zij op uitzending gaan. Dit brengt een extra werklast met zich mee. Daar tegenover staat dat de instroom van nieuw personeel bij Defensie in 2011 zal afnemen. Deze lagere instroom zorgt naar verwachting voor een lager aantal aanvragen voor veiligheidsonderzoeken. Het streven blijft uiteraard de doelstelling zo snel mogelijk te halen. In een aantal gevallen, onder meer bij noodzakelijke navraag in het buitenland, is een overschrijding van de termijn echter onvermijdelijk.

Verbeteringen

In december 2009 is de Kamer gemeld (Kamerstuk 29 924, nr. 41) dat een structurele realisatie van de doelstelling afhankelijk is van een betere personele vulling van de betrokken afdelingen van de MIVD, alsmede van een verdere automatisering van het proces. Deze automatisering zal naar verwachting dit jaar worden voltooid.

Bij de MIVD zijn twee bureaus belast met de uitvoering van veiligheidsonderzoeken: het Bureau Veiligheidsonderzoeken Defensie (BVD) en het Bureau Veldorganisatie (BVO) van de Afdeling Contra-Inlichtingen & Veiligheid. Hoewel de hoeveelheid personeel van deze bureaus is vergroot, blijft sprake van onderbezetting.

Het BVD heeft structureel 30 VTE’n en tot 2015 zijn daar drie VTE’n aan toegevoegd. Van deze 33 VTE’n is op dit moment 56,3 procent gevuld. De langdurige onderbezetting bij het BVD wordt veroorzaakt door twee ontwikkelingen. Allereerst is in mei 2010 door de reorganisatie en uitbreiding van het bureau een groot aantal vacatures ontstaan die vooral extern ingevuld moesten worden. Ten tweede zijn begin november, als gevolg van de defensiebrede vacaturestop (Kamerstuk 32 500 X, nr. 16), alle lopende externe wervingsactiviteiten stopgezet.

Het BVO is onder meer belast met het houden van de interviews ten behoeve van de veiligheidsonderzoeken. Dit bureau telt 82 VTE’n plus vier tijdelijke VTE’n tot 1 januari 2015. Het BVO kent op dit moment een vullingpercentage van ongeveer 70. De capaciteit van het BVO is bij de huidige vulling onvoldoende. Het blijft het streven de personele vulling van de betrokken bureaus zo snel mogelijk te verbeteren. In het licht van de komende bezuinigingen zal in eerste instantie gekeken worden of de achterstand door herplaatsingen kan worden opgelost.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven