nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2009
Tijdens de behandeling van het wijzigingsvoorstel van de Wet veiligheidsonderzoeken
op 31 mei 2007 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008,
nr. 75, blz. 3980–3994) heeft de Tweede Kamer de motie Schinkelshoek
aangenomen waarin werd verzocht te rapporteren over de voortgang inzake de
problematiek van de achterstanden bij en doorlooptijden van veiligheidsonderzoeken
(Kamerstuk 30 805, nr. 8).
In mijn brieven van 29 november 2007 en 27 augustus 2008 heb
ik de Tweede Kamer inzicht gegeven in de doorlooptijden van veiligheidsonderzoeken
(Kamerstukken 29 924, nr. 21 en nr. 28). Hierbij stuur ik u de tweede
voortgangsrapportage.
Rapportage doorlooptijden veiligheidsonderzoeken MIVD
(periode 1 juli 2008 tot 1 juli 2009)
In de onderhavige periode is van het totaal aantal veiligheidsonderzoeken
circa zeventig procent binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
In circa dertig procent van de in deze periode aangevraagde veiligheidsonderzoeken
is sprake van een overschrijding van de wettelijke termijn van acht weken.
Ten opzichte van de vorige rapportages, waarbij in drie tot vijf procent van
het totaal aantal veiligheidsonderzoeken de wettelijke termijn werd overschreden,
is sprake van een forse toename van het aantal onderzoeken dat vertraging
heeft opgelopen. Deze toename heeft zich vooral in de eerste helft van 2009
voorgedaan.
Wettelijk gezien rust een inspanningsverplichting op de MIVD om, binnen
de grenzen van het redelijke, al het nodige te doen om de gegevens over een
kandidaat vertrouwensfunctionaris te verkrijgen die voor een verantwoorde
oordeelsvorming benodigd zijn. Ik besef dat dit in een aantal gevallen ten
koste gaat van de snelheid en dus bijdraagt aan de vertraging, maar ik hecht
aan het naleven van deze kwaliteitsnorm.
De vertragingen hangen samen met de volgende factoren:
– De MIVD is berekend op het uitvoeren van circa 25 000, relatief
eenvoudige onderzoeken per jaar. Inmiddels is het aantal onderzoeken gestegen
tot ruim 31 000 en dit aantal zal, als gevolg van de goede resultaten
van het Actieplan Werving en Behoud, nog verder stijgen.
– Indien sprake is van, doorgaans justitiële, antecedenten
die aanleiding geven tot het weigeren of intrekken van de Verklaring van Geen
Bezwaar (VGB), is meer tijd nodig aangezien betrokkene de gelegenheid krijgt
te reageren op het voornemen tot weigering of intrekking.
– Indien gegevens moeten worden opgevraagd bij buitenlandse diensten,
wordt de MIVD afhankelijk van de, doorgaans lange, behandeltijden door collega
diensten.
– Indien een gerechtelijke uitspraak in een zaak tegen betrokkene
op korte termijn wordt verwacht, houdt de MIVD de beslissing over een weigering
van de VGB aan, omdat dit betrokkene na de rechterlijke uitspraak het snelst
duidelijkheid geeft over de arbeidsmogelijkheden binnen Defensie.
– Het aantal complexe onderzoeken die nadere analyse vereisen, stijgt.
Dit houdt doorgaans in dat aanvullende gesprekken moeten worden gevoerd of
aanvullende gegevens bij bestuursorganen en andere instanties moeten worden
opgevraagd.
Naast deze factoren hebben in de onderhavige rapportageperiode de volgende
omstandigheden geleid tot extra vertraging.
– Bij de uitvoering van veiligheidsonderzoeken is vanaf de tweede
helft van 2008 prioriteit gegeven aan sollicitanten bij Defensie en de onderzoeken
in verband met uitzendingen. Ten behoeve van de missie in Afghanistan betrof
het onder andere veel veiligheidsonderzoeken voor de zwaarste categorie vertrouwensfunctie.
Hierdoor is extra vertraging ontstaan bij de vijfjaarlijkse, hernieuwde onderzoeken
naar zittend personeel.
– Tenslotte is vertraging opgetreden door de verhuizing van het
personeel, de ICT-middelen en het archief van het bureau dat zich met de uitvoering
van veiligheidsonderzoeken bezighoudt. Deze verhuizing, in januari en februari
jl., heeft vooral veiligheidsonderzoeken vertraagd die in november en december
2008 zijn begonnen.
Om het oplopen van de achterstanden bij de veiligheidsonderzoeken structureel
tot staan te brengen en de huidige achterstanden te kunnen wegwerken, zijn
inmiddels de volgende maatregelen in gang gezet:
– De afdeling van de MIVD die de veiligheidsonderzoeken binnen Defensie
uitvoert, wordt gereorganiseerd. Dit betekent een uitbreiding van het aantal
analisten en onderzoeksambtenaren dat zich structureel met deze onderzoeken
bezighoudt. Voorzien was om deze capaciteitsuitbreiding in 2013 te bereiken,
maar deze wordt nu per 1 januari 2010 volledig gerealiseerd. Hiernaast
komt er nog een tijdelijke uitbreiding om de onderzoeken naar sollicitanten
zo snel mogelijk uit te voeren.
– Het proces van veiligheidsonderzoeken wordt vergaand geautomatiseerd.
Naar verwachting wordt in de loop van 2010 de eerste fase van dit automatiseringsproject
voltooid waarmee het proces voor veiligheidsonderzoeken efficiënter wordt
ingericht.
– Hernieuwde veiligheidsonderzoeken worden vooralsnog niet na vijf
jaar, maar na tien jaar uitgevoerd. Dit zal echter niet van toepassing zijn
op veiligheidsonderzoeken op het hoogste niveau (veiligheidsmachtigingsniveau
A), veiligheidsonderzoeken betreffende personeel van de Koninklijke marechaussee
en ook niet indien sprake is van feiten of omstandigheden die een hernieuwd
onderzoek rechtvaardigen.
– Hoge prioriteit zal worden gegeven aan de (initiële) onderzoeken
naar sollicitanten bij Defensie, teneinde de noodzakelijke instroom
op peil te kunnen houden.
De effecten van de reorganisatie en de oplevering van automatiseringsmiddelen
zullen naar verwachting niet eerder dan in de tweede helft van 2010 merkbaar
worden. De doelstelling is dat tenminste negentig procent van de veiligheidsonderzoeken
weer binnen de termijn van acht weken is afgerond.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop