29 754 Terrorismebestrijding

29 628 Politie

Nr. 517 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2019

Wij berichten uw Kamer over het volgende.

In 2017 hebben politie en Defensie beproevingen uitgevoerd voor een nieuw semi-automatisch schoudervuurwapen met bijbehorende munitie. Naar aanleiding van deze beproeving heeft de Minister van Justitie en Veiligheid in januari vorig jaar, in overeenstemming met de Minister van Defensie, toestemming verleend voor het gebruik van dit nieuwe vuurwapen bij de Dienst speciale interventies (DSI). In 2018 is de DSI gestart met het omscholen van de medewerkers van politie en Defensie die binnen de DSI werkzaam zijn, naar dit nieuwe vuurwapen. Tijdens deze omscholing zijn op meerdere locaties, door een aantal medewerkers klachten geuit over de gasuitstoot tijdens het schieten. Vanwege deze klachten is besloten de omscholing tijdelijk stil te leggen. Tegelijkertijd is aan TNO gevraagd te onderzoeken wat de klachten zou kunnen veroorzaken.

TNO heeft een emissieonderzoek van het wapen en de munitie gedaan op een schietbaan van de politie. De uitkomsten van dit onderzoek laten zien dat de stoffen uit de gasuitstoot zelf onder de drempelwaarden blijven. Het onderzoek heeft ertoe geleid dat er een aantal aanvullende waarborgen zijn geïmplementeerd bij de omscholing, die vervolgens is hervat.

Na nader overleg tussen politie en Defensie is besloten extra onderzoek te doen naar de daadwerkelijke opname in het lichaam van stoffen die bij het oefenen met deze wapens vrijkomen bij verschillende externe omstandigheden, zoals het type schietbaan (open, gesloten, semi-overdekt), de vorm en intensiteit van de schietoefening en de combinatie van wapen en munitie. De omscholing wordt gedurende dit onderzoek opnieuw stopgezet. De resultaten van dit onderzoek worden in de zomer verwacht. Politie en Defensie bezien nu gezamenlijk onder welke omstandigheden er door de reeds omgeschoolde medewerkers, omwille van de slagkracht van de DSI, toch getraind kan worden en tegelijkertijd de blootstelling aan de bewuste gassen geminimaliseerd wordt. Hierdoor kan enerzijds worden voldaan aan de werkgevers-verantwoordelijkheid voor de gezondheid van het politie- en defensiepersoneel dat deel uitmaakt van de DSI en blijft anderzijds de operationele inzetbaarheid van de DSI gewaarborgd. Voor de eenheden van Defensie waar dit wapen zal worden ingevoerd, geldt dat omscholing nog niet wordt uitgevoerd; eerst wordt de uitkomst van het blootstellingsonderzoek afgewacht.

In overleg met de korpschef beziet de Minister van Justitie en Veiligheid nog of, zo ja welke, overige vuurwapens eveneens nader onderzocht dienen te worden op mogelijk schadelijke uitstoot van gassen in trainingssituaties. Bij Defensie wordt al dergelijk nader onderzoek gedaan. Wij zullen uw Kamer bij nieuwe ontwikkelingen nader informeren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

Naar boven