29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 393 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2016

Met deze brief bieden wij u de toegezegde rapportage1 aan over de voortgang van de uitvoering van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme2. Deze rapportage wordt wederom in de vorm van een schematisch overzicht gepresenteerd (zie bijlage 1)3, zoals door uw Kamer verzocht. Verder informeren wij u over de stand van zaken van de moties en toezeggingen (zie bijlage 2)4.

De verschillende aanslagen in de afgelopen maanden, waaronder in Brussel, Turkije en de Verenigde Staten, hebben nogmaals benadrukt dat het Westen niet immuun is. Het grensoverschrijdende karakter van terroristische netwerken vraagt dan ook om een nationaal en internationaal antwoord. Nederland draagt in binnen- en buitenland bij aan de strijd tegen het gewelddadig extremisme en terrorisme. Het kabinet zet zich enerzijds in om de acute dreiging te verkleinen en anderzijds om op langere termijn de negatieve spiraal van radicalisering naar terrorisme te doorbreken.

Deze afgelopen maanden tonen de urgentie van de doorlopende uitvoering van het Actieprogramma aan.

Voortgang wetgevingstrajecten

Aan het Actieprogramma is een wetgevingsprogramma gekoppeld waarmee de Nederlandse wet- en regelgeving op een aantal punten wordt versterkt. Deze wet- en regelgeving is een aanvulling op het huidige instrumentarium. De Tweede Kamer heeft op 17 mei ingestemd (Handelingen II 2015/16, nr. 83, item 16) met het wetsvoorstel Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (Kamerstuk 34 359). De Tweede Kamer heeft ook ingestemd met aanpassing van de Paspoortwet en de wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid. Inmiddels heeft de Eerste Kamer over de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding en de Rijkswet op het Nederlanderschap in verband met het intrekken van het Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid verslag uitgebracht. De uitbreiding van de mogelijkheid om Nederlanderschap te ontnemen na een onherroepelijk veroordeling wegens een terroristische misdrijf is op 31 maart in werking getreden. Het wetsvoorstel tot het stopzetten van uitkeringen, toeslagen en studiefinanciering wordt naar verwachting in de zomer aan de Raad van State aangeboden.

Internationale context

Tijdens het Nederlandse EU voorzitterschap zijn de afgelopen tijd op verschillende terreinen stappen vooruit gezet. Zo is de PNR richtlijn in werking getreden en is een politiek akkoord bereikt over de richtlijn ten behoeve van de bestrijding van terrorisme. Tijdens de JBZ-raad van 9 en 10 juni 2016 jl. zijn de lidstaten akkoord gegaan met een routekaart voor verbetering van informatie-uitwisseling op het gebied van rechtshandhaving, terrorismebestrijding, grensmanagement en migratie. Hiermee is een van de prioriteiten van Nederland als EU voorzitter gerealiseerd en kan de Europese informatie-uitwisseling sterk worden verbeterd.

Een meer uitgebreide beschrijving van de resultaten van het Nederlandse EU voorzitterschap alsmede de afspraken over informatie-uitwisseling treft u in de brief over informatie-uitwisseling in de Europese Unie5 en de brief over de resultaten van het EU voorzitterschap6 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Voorts heeft Nederland, mede naar aanleiding van de toezegging aan de Kamerleden Zijlstra en Klaver d.d. 7 april 2016 en de motie Krol7, in JBZ verband aandacht gevraagd voor de wijze van uitzettingen door Turkije van EU-burgers en ingezetenen. De Europese Commissie heeft hetzelfde namens de Raad in diverse gesprekken met de Turkse autoriteiten aan de orde gesteld, bijvoorbeeld in het kader van de EU-Turkije CT dialoog op 8 juni 2016. De Commissie en Turkije hebben afgesproken op expertniveau de gemaakte afspraken verder uit te werken. In deze expertgroep zijn ook de meest betrokken lidstaten, waaronder Nederland, vertegenwoordigd. De inzet van Nederland is conform de toezegging aan Kamerleden Zijlstra en Klaver en de motie Krol. Parallel voert Nederland sinds dit voorjaar gesprekken met Turkije over terrorisme gerelateerde uitzettingen ter aanvulling en versterking van de bestaande praktijk op dit gebied.

Tijdens de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport raad zijn raadsconclusies aangenomen over de rol van de jeugdsector binnen een integrale sectoroverschrijdende aanpak ter voorkoming en bestrijding van gewelddadige radicalisering van jongeren. De raadsconclusies onderstrepen het belang om vanuit de jeugdsector met verschillende sectoren samen te werken om jongeren een veilige omgeving te kunnen bieden en gewelddadige radicalisering te voorkomen en te bestrijden. Belangrijk is om de jeugdsector en met name het jeugd- en jongerenwerk hierin te versterken. Op het onderwijsgebied zijn raadsconclusies aangenomen over mediawijsheid en kritisch denken met het oog op het voorkomen van radicalisering. Daarnaast heeft in het kader van de follow-up van de Parijs Verklaring een gedachtewisseling plaatsgevonden, waarbij drie punten uit de Parijs Verklaring (burger-schapsonderwijs en sociale inclusie, toerusten van docenten en mediawijsheid) inhoudelijk zijn verdiept.

Door de plaatsing van extra medewerkers op posten in de Golf, Hoorn van Afrika, Maghreb, Mashreq, sub-Sahara Afrika en Zuidoost-Azië krijgt Nederland een beter beeld van bronnen van radicalisering en kunnen we lokale initiatieven steunen waar we wat van kunnen leren. Een goed voorbeeld is de samenwerking tussen Delft en een aantal gemeenschappen in Tunesië. Vanzelfsprekend kunnen deze medewerkers snel inspelen op incidenten, door het brede netwerk dat ze lokaal onderhouden.

Ook heeft Nederland, omdat internationale samenwerking cruciaal is, een leidende rol binnen de diverse multilaterale fora zoals het Global Counterterrorism Forum en de anti ISIS coalitie. Ook speelt Nederland een actieve rol in Europees verband en wordt er nauw samengewerkt met internationale organisaties waaronder de Verenigde Naties en Interpol.

Tegengaan radicalisering

Het tegengaan van radicalisering is en blijft een belangrijk speerpunt van de integrale aanpak van jihadisme. Naast de tien gemeenten die eind 2015 gelden ontvangen hebben om hun lokale aanpak te versterken is voor 2016 aan nog tien additionele gemeenten of regio’s versterkingsgeld toegekend. Hiermee komt het totaal aan toegekende versterkingsgelden aan gemeenten op € 6,7 miljoen. De gefinancierde plannen zijn vooral gericht op het voorkomen van radicalisering en zijn bijvoorbeeld bedoeld voor het in kaart brengen en analyseren van de problematiek, het opbouwen en onderhouden van netwerken van sleutelfiguren en activiteiten gericht op de directe omgeving van radicaliserende personen.

Het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) zet volop in op het vergroten van kennis en kunde van professionals. Het ROR heeft in de periode van juni 2015 tot juni 2016 circa 1.300 professionals getraind. Voor de rest van dit jaar staan aangevraagde trainingen voor ruim 3.000 professionals gepland. Het gaat om professionals werkzaam in de vreemdelingenketen, gevangeniswezen, gemeenten en het onderwijs.

Tot slot heeft Nederland tijdens het Nederlandse EU voorzitterschap een groep jongeren uit dertien Europese landen samen met experts van Google, Facebook en Twitter gedurende vier dagen bij elkaar gebracht om een campagne voor verbinding en tegen radicalisering te maken. Deze jongeren willen met hun beweging gedeelde menselijke waarden in plaats van tegenstellingen aanmoedigen. Andere landen hebben aangegeven dit format te willen gebruiken in hun nationale context.

Tegengaan terrorismefinanciering

Het tegengaan van terrorismefinanciering is zowel in nationaal als in internationaal verband een prioriteit. De bevriezingsmaatregel wordt door landen op een verschillende manier toegepast. In dit kader heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 15 juni 2016 met gelijkgezinde landen gesproken over de verschillende toepassingen en werkwijzen evenals de behoefte voor informatie-uitwisseling op dit gebied ten behoeve van een effectiever beleid.

Nederlandse banken, die deel uitmaken van het samenwerkingsverband Platform Terrorismefinanciering, krijgen binnenkort van FIU-Nederland politiegegevens aangaande subjecten die mogelijk betrokken zijn bij deelname aan de strijd in Syrië en/of Irak, of die mogelijk betrokken zijn bij het financieren van terrorisme. Dit bevordert het melden van ongebruikelijke transacties door de financiële sector.

Aanslagmiddelen

Op dinsdag 24 mei 2016 heeft de Eerste Kamer de Wet Precursoren Explosieven (Kamerstuk 34 289, A) aangenomen (Handelingen I 2015/16, nr. 31, item 3). De wet is op 1 juni 2016 in werking getreden. De wet reguleert de verkoop van bepaalde chemische stoffen en verplicht marktdeelnemers verdachte transacties en diefstallen/vermissingen te melden bij het hiervoor opgerichte meldpunt. Vooruitlopend op de wetgeving zijn relevante detailhandelsketens, groothandels en de relevante brancheorganisaties bezocht en geïnformeerd over de risico’s van producten met grondstoffen voor explosieven. In een tweede informatieronde worden relevante eindgebruikers bewust gemaakt van de risico’s en hun handelingsperspectief.

Naast de aanpak van de verkrijgbaarheid van grondstoffen voor explosieven is de afgelopen tijd geïntensiveerd op de bestrijding van illegale vuurwapens. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan de vermenging van het criminele circuit met jihadistische netwerken. De politie en het Openbaar Ministerie (OM) hebben de opsporing en vervolging van handel in en bezit van illegale (automatische) vuurwapens geïntensiveerd. Hiertoe is een actieplan opgesteld door de politie en is het Netwerk Illegale vuurwapens opgericht. Voorts is een landelijk portefeuillehouder op illegale vuurwapens aangesteld binnen het OM.

Nederland zet ook in op structurele aandacht voor vuurwapens binnen de EU. Door de EU lidstaten is op 10 juni 2016 overeenstemming bereikt over een «general approach» met betrekking tot aanpassing van de Europese vuurwapenrichtlijn. Hiermee worden strengere Europese standaarden en betere informatie-uitwisseling gerealiseerd. Het Europees parlement stemt naar verwachting op 14 juli 2016 over het rapport en amendementen. Door deze maatregelen wordt het kwaadwillenden moeilijker gemaakt om aan aanslagmiddelen te komen en wordt de samenwerking tussen partners op dit terrein flink verstevigd.

Strafrechtelijke aanpak

In de afgelopen periode heeft de jurisprudentie ten aanzien van terroristische misdrijven zich verder ontwikkeld. De Hoge Raad heeft het toepassingsbereik van artikel 134a Sr verduidelijkt en de rechtbanken en hoven hebben verschillende uitreizigers veroordeeld. In de voortgangsrapportage (zie bijlage 1) wordt daar nader op ingegaan. Uit een inventarisatie van het aantal onderzoeken blijkt dat er op dit moment in Nederland ten minste 217 aan jihadisme gerelateerde strafrechtelijke onderzoeken lopen, waar circa 288 verdachten in voor komen. De onderzoeken tegen verdachten die zich volgens politie/OM thans in het strijdgebied bevinden, zijn in dit aantal meegenomen.

Tot slot

Het kabinet blijft inzetten op een integrale aanpak van jihadisme en het tegengaan van radicalisering. Waar nodig wordt ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. Dit vraagt een blijvende en langdurige inspanning van de CT-partners en de samenleving als geheel.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Conform de gewijzigde motie Pechtold, 9 september 2014, Kamerstuk 29 754, nr. 267.

X Noot
2

Brief over het actieprogramma integrale aanpak jihadisme, 29 augustus 2016, Kamerstuk 29 754, nr. 253.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Brief over informatie-uitwisseling in de Europese Unie, 6 juli 2016, Kamerstuk 29 754, nr. 595.

X Noot
6

Brief over de resultaten van het EU-voorzitterschap, 5 juli 2016, Kamerstuk 34 139, nr. 18.

X Noot
7

Motie Krol, 7 april 2016, Kamerstuk 27 925, nr. 383.

Naar boven