29 689 Herziening Zorgstelsel

25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 694 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2016

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op 22 februari per brief gevraagd te reageren op het bericht dat er wachtlijsten bestaan voor casemanagers dementie. Tevens is mij gevraagd naar de voortgang van de uitvoering van motie Bruins Slot c.s. over het opnemen van de casemanager dementie als aparte aanspraak in de Zorgverzekeringswet (Kamerstuk 34 104, nr. 97). Met deze brief geef ik daar gehoor aan.

Zoals u weet vind ik casemanagement erg belangrijk, dit kan in veel situaties erg positief zijn voor een patiënt en zeker ook bij dementie. Daarom is ook geregeld dat iedereen aanspraak kan maken op casemanagement bij dementie. Dit is geregeld in de aanspraak wijkverpleging onder de Zvw en nadere uitwerking is te vinden in de zorgstandaard dementie, die wordt onderschreven door alle betrokken partijen.

Het bericht dat er wachtlijsten zouden zijn voor casemanagement bij dementie vind ik dus zorgelijk. De verzekeraars hebben een zorgplicht en ik verwacht van hen dat zij voldoende casemanagement dementie inkopen. Ik heb contact gehad met de verzekeraars naar aanleiding van het bericht. Zij geven aan in sommige gevallen bekend te zijn met de door Alzheimer Nederland genoemde situaties. In deze gevallen proberen zij samen met alle betrokken partijen zoals dementieketens en lokale zorgaanbieders tot een oplossing te komen. Dit vind ik belangrijk want maatwerk is essentieel, regio’s verschillen van elkaar en oplossingen moeten aansluiten bij de lokale situatie. In andere gevallen gaven de verzekeraars aan niet bekend te zijn met problematiek in de genoemde regio’s. Ook navraag bij lokale inkopers leverde dit beeld niet op. Zij vragen verzekerden die problemen ondervinden met het krijgen van casemanagement bij dementie direct contact op te nemen met hun verzekeraar. De NZa houdt toezicht op de zorgplicht, zij heeft aangegeven de signalen van Alzheimer Nederland mee te nemen in haar monitor wijkverpleging waarin ook aandacht is voor casemanagement bij dementie.

Het wel of niet aanwezig zijn van voldoende casemanagement dementie gaat ook onderdeel uitmaken van het eerder door mij toegezegde onderzoek naar casemanagement dementie. Dit is in navolging op het onderzoek van NIVEL van april 2015 «Ketenzorg en casemanagement bij dementie» (Kamerstuk 29 689/25 424, nr. 599). Op dit moment loopt de aanbesteding en de bedoeling is dat het onderzoek 1 april van start gaat en een looptijd van 2–3 maanden heeft. Kernvragen zullen zijn of er voldoende casemanagement aanwezig is en welke professionals met welke achtergrond worden ingezet voor casemanagement dementie. Kwantiteit en kwaliteit. Om te zorgen dat alle kennis in het veld benut wordt, heb ik bij de aanbesteding aangegeven dat ik verwacht dat de onderzoekers in alle stadia de veldpartijen betrekken (zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en verzekeraars). Mijn bedoeling is dus geen statisch proces te creëren waarbij er eerst een onderzoek wordt gehouden en partijen vervolgens met de resultaten aan de gang gaan maar een directe wisselwerking tussen uitkomsten van het onderzoek en toepassing hiervan in de praktijk.

Na afronding van het onderzoek ontvangt u van mij de resultaten en de mogelijke vervolgstappen die betrokken veldpartijen en ik nemen om goede en voldoende casemanagement dementie te garanderen.

Verder heeft u mij gevraagd aan te geven wat de stand van zaken is van de motie Bruins Slot c.s. die oproept tot een aparte aanspraak voor casemanagers dementie. In de motie wordt het belang van voldoende casemanagement bij dementie genoemd als reden voor de oproep tot een apart aanspraak. Zoals eerder aangegeven vind ik ook dat iedereen voldoende casemanagement van de juiste kwaliteit moet krijgen. Ik ben hierover in gesprek met verschillende partijen zoals zorgaanbieders en verzekeraars en wil dit proces zorgvuldig doorlopen. Ook wil ik de uitkomsten van het hier boven aangekondigde onderzoek hierin meenemen. Ik zal u op de hoogte houden, in ieder geval voor het zomerreces ontvangt u een nieuwe stand van zaken.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven