29 628 Politie

Nr. 453 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2014

Hierbij doe ik u het door mij vastgestelde Jaarverslag 2013 en de Jaarrekening 2013 van de Nationale Politie toekomen1. Deze zijn door mij conform de daarvoor geldende wet- en regelgeving vóór 15 mei vastgesteld. De Minister van Financiën stuurt parallel aan deze brief op 21 mei het Jaarverslag 2013 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan uw Kamer. Zowel het jaarverslag als de jaarrekening van de politie dienen volgens de regelgeving als bijlage bij het departementale jaarverslag te worden gezien.

Dit is het eerste verantwoordingsjaar nadat op 1 januari 2013 de Politiewet 2012 in werking is getreden. Het jaarverslag en de jaarrekening zijn tot stand gekomen binnen de gestelde termijnen en de daaraan gestelde eisen. De externe accountant heeft bij de jaarrekening een goedkeurende controleverklaring afgegeven. Dit is gezien de transitiefase waarin de politieorganisatie zich bevindt een prestatie van formaat en kan als een goed vertrekpunt voor de toekomst worden gezien.

Hieronder ga ik kort in op de inhoud van beide verantwoordingsverslagen en daaraan gerelateerde onderwerpen. Bij de toelichting op het jaarverslag zal ik ingaan op de relatie met de regionale jaarverslagen.

Jaarverslag

Het jaar 2013 was voor de Nederlandse politie een begin van een nieuw bestel. Met het op 1 januari in werking treden van de nieuwe Politiewet is er hard gewerkt aan het feitelijk vormgeven van één korps: de Nationale Politie. In bijgaand eerste jaarverslag geeft de korpschef in zijn voorwoord aan dat de 365 dagen in het afgelopen jaar turbulent en veeleisend waren voor alle politiefunctionarissen, zowel in de operatie als in de bedrijfsvoering. Er zijn belangrijke stappen gezet in de vorming van de Nationale Politie. Het is een prestatie van formaat dat de landelijke doelstellingen van de politie voor het veiliger maken van Nederland in 2013 vrijwel allemaal zijn gerealiseerd.

Zo zijn de aantallen high impact crimes (woninginbraak, overvallen, straatroof, geweld) sterk gedaald ten opzichte van 2012 (– 6%) en is de pakkans voor al deze delicten gestegen naar veertig procent. Gegeven de schaarse capaciteit van de politie is het belangrijk dat er ook gewerkt is aan het vergroten van het presterend vermogen van de politie. Het verminderen van de administratieve lastendruk en de uitvoering van het Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie droegen hier in belangrijke mate aan bij. Ik rapporteer binnenkort over deze onderwerpen aan uw Kamer.

Landelijk jaarverslag en regionale jaarverslagen

Naast dit landelijke jaarverslag stellen de burgemeesters van de gemeenten in het gebied van de regionale eenheid en de hoofdofficier van justitie jaarlijks het verslag voor de regionale eenheid vast. Het landelijke jaarverslag en de regionale jaarverslagen zijn complementair en geven gezamenlijk een beeld van de inspanningen van de politie. Het landelijke jaarverslag omvat, conform artikel 37, lid 4, Politiewet 2012, een omschrijving van het resultaat op nationaal niveau van de realisatie van de landelijke beleidsdoelstellingen. Daarnaast gaat dit jaarverslag in op de resultaten ten aanzien van het beheer van de politie. De regionale verslagen geven, conform artikel 39, lid 1, Politiewet 2014, inzicht in de realisatie van de regionale beleidsdoelstellingen en ook in de resultaten van de landelijke beleidsdoelstellingen per regionale eenheid. Deze jaarverslagen zijn primair bedoeld om regionaal en lokaal verantwoording af te leggen. Ik heb vertrouwen in vruchtbare besprekingen daarover. Eén van de doelen van de vorming van de Nationale Politie is immers de versterking van de lokale verankering. Deze regionale jaarverslagen zijn voor een ieder in te zien op de website www.regioburgemeesters.nl, de website van het Openbaar Ministerie www.om.nl, de website van de politie www.politie.nl en op de verschillende gemeentelijke sites.

Instroom en uitstroom

In het wetgevingsoverleg van 4 november 2013 heb ik toegezegd u jaarlijks te informeren over de sterkte van de politie en daarbij de instroom en uitstroom inzichtelijk te maken. Deze toezegging zal ik hierbij gestand doen.

De operationele sterkte van de politie is in 2013 licht toegenomen tot 51.598 fte's (+46). De niet-operationele sterkte daalde tot 10.318 fte's (– 318), waardoor per saldo ook de totale sterkte van politie iets daalde naar 61.916 fte's (– 272).

De politie werkt toe naar de met de Tweede Kamer afgesproken operationele doelsterkte van 49.500 fte’s. Om nu en in de toekomst over voldoende mensen met de juiste kwaliteiten te beschikken, werkt de politie met een meerjarige kwantitatieve en kwalitatieve strategische personeelsprognose, een instrument dat steeds wordt doorontwikkeld. Aan de hand hiervan houdt de politie bij de inname van aspiranten en overig personeel rekening met de verwachte uitstroom en doorstroom binnen de politieorganisatie.

In 2013 zijn binnen de operationele sterkte 883 fte's aspiranten aangesteld en 258 fte’s overig personeel. Daar tegenover staat een uitstroom van 1.095 fte's. De niet-operationele sterkte kende een instroom van 87 fte’s en een uitstroom van 405 fte's. Zie ook onderstaande tabel.

In- en uitstroom in 2013

Operationeel

Niet- Operationeel1

Totaal

Sterkte eind 2012

51.552

10.636

62.188

Instroom

     

Aspiranten

883

 

883

Overige instroom

258

87

345

Uitstroom

– 1.095

– 405

– 1.500

Sterkte eind 2013

51.598

10.318

61.916

Sterkte 2013 versus 2012

46

– 318

– 272

X Noot
1

Exclusief sterkte Politieacademie

Jaarrekening

Graag licht ik het financiële resultaat en het gerapporteerde bedrag aan onrechtmatigheden bij de politie in 2013 kort toe. Aangezien een adequaat financieel beheer hiervoor noodzakelijk is ga ik, zoals eerder toegezegd is aan uw Kamer, in op de resultaten van een recent uitgevoerde nulmeting op het financieel beheer bij de politie.

Financieel resultaat

De eerste jaarrekening van de Nationale Politie laat in relatie tot de begroting een beperkt negatief exploitatieresultaat zien van ruim € 10 miljoen. Dit wordt in vergelijking met de begroting veroorzaakt door:

  • hogere personele lasten (€ 120 miljoen);

  • lagere uitgaven op materieel (temporisering van investeringen);

  • extra bijdragen vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Het negatieve exploitatieresultaat van € 10 miljoen in combinatie met een in de begroting opgenomen mutatie van het eigen vermogen, leidt ertoe dat het eigen vermogen daalt met € 114 miljoen naar € 616 miljoen. De hoogte van het eigen vermogen in relatie tot de baten bevindt zich met 5,3% nog ruim binnen de door wet- en regelgeving gestelde bandbreedtes.

In de jaarrekening wordt aangegeven dat de te hoge feitelijke personele bezetting (operationele sterkte) druk zet op de financiële positie van de politie. Voor het aankomende jaar moeten extra maatregelen worden getroffen om binnen de begroting te blijven. Het teveel aan operationele sterkte zal gefaseerd worden afgebouwd. Ook de jaren na 2014 zullen onder druk blijven staan, waardoor strakke sturing noodzakelijk blijft.

Financiële rechtmatigheid inkopen

De bedrijfsvoeringsparagraaf in de jaarrekening toont een bedrag van € 213 miljoen aan financiële onrechtmatigheid veroorzaakt door inkopen. Deze onrechtmatigheid komt niet onverwacht en is te verklaren door een aantal zaken.

Ten eerste heeft de vorming van de Nationale Politie een schaalvergroting van inkoopvolumes betekend die ertoe leidt dat de aanbestedingsgrens veel sneller bereikt wordt. Het gevolg is een grote toename van het aantal uit te voeren aanbestedingen. Dit vraagt een grote capaciteitsinzet van de inkooporganisatie, terwijl deze – vanwege de geldende regels bij het invullen van vacatures in een reorganiserend bedrijf – pas het eerste kwartaal 2014 capacitair op orde is gebracht.

De schaalvergroting betekent bovendien dat er een categorie aan onrechtmatigheid optreedt die in de «oude» situatie met de verschillende korpsen niet als onrechtmatig zou worden aangemerkt. Het betreft relatief kleine contracten vanuit de voormalige korpsen die op dat moment rechtmatig waren, maar waarvan de uitgaven bij elkaar opgeteld in de huidige situatie zich boven de aanbestedingsgrens bevinden en daarmee financiële onrechtmatigheid veroorzaken. Daarnaast zijn er in de periode vóór 1 januari 2013 door de rechtsvoorgangers soms (meerjarige) contracten onrechtmatig afgesloten die niet, of slechts tegen hoge kosten, te ontbinden zijn en daardoor een meerjarige onrechtmatigheid veroorzaken.

Om deze financiële onrechtmatigheid zo snel als mogelijk terug te brengen, is en wordt door de politie een reeks aan maatregelen getroffen. Er is een verbetertraject gestart dat de inkoopfunctie van de politie op orde zal brengen. Belangrijk onderdeel van dit traject is het sturen op, en daarmee terugdringen van, de financiële onrechtmatigheid. Daartoe is, zoals gemeld, de capaciteit van de inkoopfunctie op volle sterkte gebracht juist om zodoende het grote aantal uit te voeren aanbestedingen te kunnen oppakken. Aanbestedingen die moeten zorgen voor verlaging van onrechtmatigheid worden met voortvarendheid opgepakt. Daarnaast zijn verschillende richtlijnen op het gebied van inkoop, toetsing en governance opgesteld om meer grip te krijgen op inkopen. Bovendien wordt een landelijk bestelsysteem ingericht, waarvan de implementatie in 2015 wordt verwacht. Dit systeem moet zorgen voor nog meer waarborgen om inkopen buiten rechtmatig afgesloten contracten te verhinderen. Verder is een inkooploket ingesteld dat decentrale inkoopvragen beantwoordt en daarmee onrechtmatigheid op decentraal niveau zoveel als mogelijk beperkt. Tot slot is eind 2013 een inhuurdesk ingericht die de rechtmatigheid van externe inhuur waarborgt.

Deze maatregelen zijn en worden in de periode 2013 tot en met 2015 zo snel als mogelijk uitgevoerd, geïmplementeerd en geborgd in het beheer. Ik houd er rekening mee dat de omvang van de onrechtmatigheid in 2014 nog niet zal teruglopen. De maatregelen moeten er wel toe leiden tot een situatie waarbij de politie voor wat betreft financiële onrechtmatigheid op inkopen in 2017 onder de tolerantiegrens van één procent zit.

Nulmeting financieel beheer

De invoering van de Nationale Politie gaat ook gepaard met een forse reorganisatie van het financieel beheer. De complexiteit van dit reorganisatieproces, de lange doorlooptijd ervan, het grote aantal betrokken organisatieonderdelen en de risico’s die ermee samenhangen zijn aanleiding geweest voor mijn ministerie om een extern bureau onderzoek te laten verrichten naar het financieel beheer. Dit om met een nulmeting een ijkpunt te introduceren van waaruit resultaten kunnen worden beoordeeld.

Bij de start van de Nationale Politie per 1 januari 2013 was er sprake van per voormalig korps verschillende inrichtingen van processen en systemen. Het uitgangspunt bij de vorming van de nieuwe organisatie was en is de inrichting en de procesvoering verder te harmoniseren en te standaardiseren. Maar daarnaast ook om de daarvoor benodigde systemen in te richten en te implementeren. De voorbereidingen hiervoor zijn, voor zover als mogelijk, al voor 1 januari 2013 gestart.

De belangrijkste processen zijn per 1 januari 2013 op korpsniveau ingericht. Dit betreft o.a. de planning- en controlfunctie, de uitvoering van het plan van aanpak inkopen, de (financiële) informatievoorziening en de (strategische) beleidsontwikkeling op bedrijfsvoeringsgebied. De harmonisatie en standaardisatie van de processen is in 2013 verder vorm gegeven, waarbij veelal in migratiescenario’s van 2 jaar de administraties, de daaraan gerelateerde en samenhangende informatievoorziening en de rollen en taakverdeling worden geïmplementeerd.

Per januari 2014 is het grootste deel van de processen op het gebied van financieel beheer en daaraan gelieerde processen ingericht. De relevante onderdelen binnen het financieel beheer (financiële administratie, personeel, inkoop en huisvesting) zijn echter nog in ontwikkeling. De personele reorganisatie van de financiële functie is net als alle andere organisatieonderdelen nog niet gerealiseerd. In afwachting daarvan zijn tijdelijke constructies georganiseerd.

De aanbevelingen uit de nulmeting zijn met name gericht op verdere verbetering, dan wel intensivering van reeds in gang gezette maatregelen. De nulmeting financieel beheer heeft dan ook geen (fundamenteel) nieuwe inzichten voor de politie opgeleverd.

Voortgangsbrief Nationale Politie

De brede voortgangsbrief politie over, onder andere, de vorming van de Nationale Politie, zal ik in de eerste helft van juni naar uw Kamer sturen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven