29 628 Politie

Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2013

Met deze brief bied ik u de jaarlijkse voortgangsrapportage aan over het in 2011 gestarte actieprogramma «Minder Regels, meer op straat».1 Het actieprogramma is een van mijn topprioriteiten. Het heeft als doel samen met de politie en het Openbaar Ministerie de bureaucratie bij de politie eind 2014 met 25% te verlagen en de ruimte voor vakmanschap en het presterend vermogen te vergroten. Omgerekend levert dit een productiviteitswinst van 5.000 fte op binnen de afgesproken operationele sterkte van 49.500 fte. Deze uren komen extra beschikbaar voor de uitvoering van de primaire politietaken waardoor de inzet van de diender op straat en bovendien zijn werkplezier wordt vergroot.

Bij deze productiviteitswinst zal het overigens veelal gaan om versnipperde (tijd)winst, afkomstig uit een groot aantal verschillende onderdelen van het politiewerk, hetgeen doorvertaling naar inzet elders of op een grotere schaal lastig maakt.

Het verminderen van de bureaucratie en het bevorderen van het vakmanschap zijn onlosmakelijk verbonden met de vorming van de nationale politie. Het wegnemen van onnodige lasten voor de diender is een randvoorwaarde voor het vergroten van de prestaties van de politie. Het huidige regeerakkoord is hiermee in lijn en benadrukt het belang van het verminderen van de minder meetbare, maar zeer merkbare regeldruk bij politie. Bij het vergroten van de prestaties van de politie is mijn inzet er dan ook niet alleen op gericht dat de diender hetzelfde werk kan doen in minder tijd. Het gaat ook om slimmer politiewerk, waarmee o.a. belemmeringen worden weggenomen waardoor de diender juist meer van hetzelfde werk of aanvullend ander werk in dezelfde tijd kan doen. Ook dergelijke maatregelen dragen bij aan een slagvaardiger politie en ze verhogen bovendien het presterend vermogen en het werkplezier.

Terugblik 2012

Op 28 augustus jl. heb ik u een brief2 gestuurd waarin ik een tussenstand van ruim 500 fte heb genoemd en waarin een aantal maatregelen is geschetst die nog in 2012 een additionele opbrengst zouden moeten genereren. Het ging daarbij m.n. om de maatregelen «Anderstalige aanhoudingsformulieren», «Gevonden voorwerpen», «Afhandeling van overtredingen van art. 8 WvW (rijden onder invloed)» en «Werkwijze ten aanzien van opgevoerde bromfietsen». Met uitzondering van de Anderstalige aanhoudingsformulieren zijn die additionele maatregelen inmiddels (nagenoeg3) geheel gerealiseerd. Per ultimo 2012 bedroeg de opbrengst 605 fte, welk aantal is gebaseerd op objectieve berekeningen vooraf (in de vorm van business cases e.d.) die extern zijn gevalideerd. Ik heb overigens besloten om, met het oog op het voorkomen van administratieve lasten, voortaan niet meer alle maatregelen te laten valideren, maar alleen de grotere. Dit houdt in dat bij projecten met een opbrengst van onder de 100 fte ik mij alleen baseer op de onderliggende businesscase. De opbrengst van projecten die op basis van de businesscase 100 fte of hoger bedraagt, laat ik extern valideren. In uitzonderlijke omstandigheden kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

De tussendoelstelling voor 2012 van 1.000 fte is niet volledig gehaald. Een belangrijke oorzaak is dat de beschikbare ICT-capaciteit is ingezet op het borgen4 van de continuïteit en stabiliteit van de informatievoorziening. Hierdoor moesten de projecten met een ICT-component die betrekking hebben op administratieve lastenvermindering worden uitgesteld, zoals het uitrollen van het FoBo-concept5. Hiervoor was vooraf een productiviteitswinst van 2.000 fte geraamd bij landelijke uitrol. De realisatie vindt nu, conform het Inrichtingsplan Nationale Politie, plaats door integratie van FoBo functionaliteiten met parallelle trajecten zoals RTIC en ZSM6. Hiermee komt er één geïntegreerd concept beschikbaar waardoor de agent op straat over meer en betere informatie op straat kan beschikken en waardoor zijn werkplezier aanmerkelijk verbeterd kan worden.

Vooruitblik 2013

Mijn doel is in 2013 niet alleen de tussendoelstelling voor dat jaar (2000 fte) te behalen, maar ook de achterstand uit 2012 in te lopen. Het realiseren van deze zeer ambitieuze doelstelling is slechts mogelijk indien zowel de maatregelen tegen overbodige bureaucratie als de maatregelen gericht op slimmer politiewerk tijdig en volledig kunnen worden uitgevoerd. Ten aanzien van deze laatste categorie waren de vooruitzichten weliswaar positief, maar gelet op het veelal technische karakter daarvan stond nog niet volledig vast of realisering in het juiste tempo en in de vereiste mate mogelijk zou zijn. Om hierover voldoende zekerheid te krijgen heb ik een externe validering van het belangrijkste project (BVI-IB, zie hierna) laten plaatsvinden.

Hieronder schets ik een aantal van de grotere projecten om deze ambitie in 2013, samen met de politie en het OM, te realiseren.

De realisatie van gezamenlijke BOB-kamers (politie en OM) in alle arrondissementsparketten en eenheden van de politie. De gecentraliseerde werkwijze en de vereenvoudiging van de processen rondom de bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) dragen in grote mate bij aan de forse productiviteitswinst. Tijdens mijn bezoek in februari jl. aan de BOB-kamer in Maastricht hebben de medewerkers van politie en OM enthousiast verteld over hun positieve ervaringen met de nieuwe werkwijze. In 2013 zullen alle gezamenlijke BOB-kamers worden gerealiseerd.

Het doorvoeren van een andere werkwijze binnen de basisvoorziening capaciteitsmanagement (BVCM). De toepassing van het systeem voor de urenverantwoording door politiemedewerkers zal worden vereenvoudigd, zodat het invullen van BVCM minder tijd kost. De gedachte hierbij is dat niet iedere agent alles binnen dit systeem hoeft in te vullen, noch dat de leidinggevende standaard alle door de agent in het systeem ingevoerde informatie integraal hoeft goed te keuren. Uit een eerste analyse blijkt dat dit een aanzienlijke besparing kan opleveren.

De implementatie van Summ-It als vervanging van de huidige Basisvoorziening Opsporing (BVO). Het is een gebruiksvriendelijk opsporingssysteem dat onder andere wordt gebruikt voor dossiervorming en de analyse van opsporingsinformatie uit verschillende systemen. Naar verwachting is Summ-It in de tweede helft van 2014 in iedere eenheid van de politie geïmplementeerd. Het hiervoor opgemaakte projectplan gaat uit van een forse productiviteitswinst.

Maatregelen waardoor het politiewerk slimmer kan worden uitgevoerd, zoals BVI-IB (Basisvoorziening informatie – integrale bevraging) en het uitrusten van de diender met een smartphone, waarmee de integrale bevraging ook op straat plaats kan vinden. Met het digitale systeem BVI-IB kan de politie in dezelfde tijd meerdere informatiesystemen tegelijkertijd bevragen. Daardoor kan de politie in bepaalde context over meer informatie beschikken, waardoor de politieman of -vrouw de meest optimale handelwijze kan kiezen. Dit komt de kwaliteit van het politiewerk ten goede in vergelijking met de situatie zonder BVI-IB en zorgt ook voor vergroting van het werkplezier.

Bij het gebruik van de smartphone gaat het ook om de algemene functies zoals email en internet waardoor de diender meer tijd overhoudt voor werk op straat.

De invoering van wet- en regelgeving ter vermindering van de administratieve lasten politie. Over de inhoud hiervan bent u in mijn brief van 28 augustus 2012 geïnformeerd. De consultatie van de wetsvoorstellen versterking presterend vermogen politie en digitale handhaving veelvoorkomende overtredingen (afschaffing van «het geeltje») is afgerond. De reacties van geconsulteerde organisaties zijn verwerkt. Het wetsvoorstel digitale handhaving veelvoorkomende overtredingen is voor advies naar de Raad van State gestuurd. Het wetsvoorstel versterking presterend vermogen wordt daar naar verwachting binnenkort naar toegezonden. Het aangepaste Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken i.v.m. geheimhoudergesprekken is inmiddels in werking getreden.

Naast de hiervoor geschetste projecten zijn er uiteraard maatregelen die hun schaduw in 2013 alvast vooruitwerpen, met het oog op productiviteitswinst vanaf 2014. Een van die maatregelen is het landelijk implementeren van Mobiel Werken. In 2014 komt ook de identificatie van personen en het digitaal feiten- en bonnenboek via een mobiele voorziening beschikbaar, naast de al gerealiseerde toepassing voor het integraal bevragen (zie BVI-IB hierboven).

Een andere belangrijke maatregel is het sturen op het doen van «aangifte» bij de verzekeringsmaatschappij. Er wordt op dit moment samen met de verzekeraars bekeken of er afspraken gemaakt kunnen worden met als inzet dat de burger niet meer verplicht is om louter om verzekeringstechnische reden aangifte te doen bij politie. Een eerste voorzichtige schatting op basis van een in Rotterdam-Rijnmond gehouden pilot geeft aan dat hiermee mogelijk landelijk een aanzienlijke productiviteitswinst te behalen is. Uiteraard dient in dit verband nog zorgvuldig te worden bezien voor welk soort zaken zo’n aanpak geëigend is en onder welke voorwaarden.

Duidelijk moge zijn dat de vermindering van administratieve lasten bij de politie een weerbarstig dossier is, niet in de laatste plaats vanwege de samenhang tussen de bedrijfsprocessen die moeten worden aangepast en de daarvoor benodigde aanpassingen op het terrein van ICT. We zijn echter goed op weg en ik ga samen met politie en het OM onverkort door om mijn doel voor 2013 (2.395 fte) te halen.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Algemeen Overleg Politie, 7 april 2011, Kamerstuk 29 628, nr. 259.

X Noot
2

Kamerstuk 29 628, nr. 328.

X Noot
3

De overgang van het dossier gevonden voorwerpen naar een aantal gemeenten in de regio Amsterdam bevindt zich in een afrondend stadium. Alle overige gemeenten zijn inmiddels «over».

X Noot
4

Door middel van het Bijgesteld Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie.

X Noot
5

Front Office – Back Office, een werkwijze die de agenten op straat bij hun werk ondersteunt met informatie.

X Noot
6

Real Time Intelligence Center (RTIC) en Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk (ZSM).

Naar boven