29 628 Politie

Nr. 373 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2013

Op 14 december 2012 heb ik uw Kamer op de hoogte gebracht van de gemaakte keuzes in het locatiebeleid van politie, rechtspraak en openbaar ministerie (Kamerstuk 29 628, nr. 348).

In die brief heb ik u eveneens geïnformeerd over de locatiekeuze van 8 van de 10 toekomstige meldkamerlocaties. Voor de locaties in de regionale eenheden Noord-Holland en Midden-Nederland bestond op dat moment nog niet het door mij gewenste bestuurlijk draagvlak. Met het oog op de toekomstige samenwerking van de verschillende veiligheidsregio’s binnen de meldkamers acht ik bestuurlijk draagvlak van groot belang. Ik heb daarom in december aan de heer Eenhoorn gevraagd nader in overleg te treden met de betrokken veiligheidsregio’s binnen de regionale eenheden Noord-Holland en Midden-Nederland.

Midden-Nederland

In Midden-Nederland heeft de heer Eenhoorn nader overleg gevoerd met de voorzitters van de veiligheidsregio’s Flevoland, Utrecht en Gooi-en-Vechtstreek. Volgens afspraak tussen de heer Eenhoorn en de voorzitters van deze veiligheidsregio’s hebben meldkamerexperts van de betrokken veiligheidsregio’s een finale vergelijking gemaakt. Hierbij zijn de verschillende opties in Midden-Nederland op objectieve criteria met elkaar vergeleken. Deze vergelijking heeft geleid tot een eenduidig advies voor Kamp Zeist. De betrokken bestuurders van de drie veiligheidsregio’s hebben het advies overgenomen. De locatie Kamp Zeist zal dan ook opgenomen worden in het transitieakkoord.

Noord-Holland

In de regionale eenheid Noord-Holland bestaan op dit moment 4 meldkamers, namelijk de meldkamer in de veiligheidsregio’s Noord-Holland-Noord, Kennemerland, Zaanstreek-Waterland én de meldkamer van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol. In mijn brief van 20 februari 2012 heb ik uw Kamer mede namens de ministers van Defensie en VWS geïnformeerd dat er één landelijke meldkamerorganisatie komt met maximaal 10 locaties. In de regionale eenheid Noord-Holland betekent dit dat de bestaande 4 meldkamers zullen moeten fuseren tot 1 meldkamer.

De heer Eenhoorn heeft zich ter voorbereiding op het nader overleg met de betrokken veiligheidsregio’s door meldkamerexperts laten adviseren over de keuze voor de meldkamerlocatie Noord-Holland.

Op basis van zijn onderzoek adviseert Eenhoorn te kiezen voor de locatie Schiphol.

De voorzitters van de veiligheidsregio’s Zaanstreek-Waterland en Kennemerland stemmen in met het advies van de heer Eenhoorn te kiezen voor de locatie Schiphol. Schiphol had ook vanuit het oogpunt van Veiligheid en Justitie en Defensie de voorkeur.

Echter de heer Bruinooge (als voorzitter van de veiligheidsregio Noord-Holland-Noord) heeft aangegeven door het advies van de heer Eenhoorn niet overtuigd te zijn. Om die reden heb ik heden overleg gevoerd met de heer Bruinooge. Ik heb met hem afgesproken dat er een financiële toets plaatsvindt op de keuze tussen Alkmaar en Schiphol. De Auditdienst Rijk zal deze uitvoeren.

Als de financiële toets is afgerond, zal ik opnieuw bestuurlijk overleg voeren met alle betrokken partijen en de Tweede Kamer nader informeren.

Het volledige overzicht van de 10 toekomstige meldkamerlocaties die in het transitieakkoord zullen worden opgenomen ziet er nu als volgt uit.

Regionale Eenheid	Meldkamerlocatie
Noord-Nederland	Drachten
Oost-Nederland	Apeldoorn
Midden-Nederland	Soest (Kamp Zeist)
Noord-Holland	PM
Amsterdam	Amsterdam
Den Haag	Den Haag
Rotterdam	Rotterdam
Zeeland-West-Brabant	Bergen op Zoom
Oost-Brabant	Den Bosch
Limburg	Maastricht

Transitieakkoord

De heer Eenhoorn is tevens door mij gevraagd, als onafhankelijk voorzitter, het transitieakkoord ten behoeve van de vorming van de landelijke meldkamerorganisatie te begeleiden. Recent heeft de heer Eenhoorn zijn eindrapportage aan mij opgeleverd. In deze eindrapportage schetst de heer Eenhoorn waar de verschillende betrokken partijen (VenJ, VWS, Defensie, het veiligheidsberaad en de ambulancesector) het over eens zijn geworden. Zo bestaat er overeenstemming over de taken en verantwoordelijkheden van de nieuwe meldkamerorganisatie, de wijze waarop de verschillende betrokken partijen invloed kunnen uitoefenen en de manier waarop de landelijke meldkamerorganisatie beheersmatig wordt ondergebracht bij de nationale politie.

Inmiddels bestaat er ook overeenstemming over de manier de nieuwe (multidisciplinaire) werkwijze vorm gaat krijgen.

De heer Eenhoorn heeft daarnaast in zijn rapportage aangegeven op welke punten er nog geen overeenstemming is bereikt. Het gaat hier met name om de verdeling van de transitiekosten. De heer Eenhoorn heeft aangegeven dat bestuurlijk overleg vereist is om tot overeenstemming te komen.

Ik bereid dat bestuurlijk overleg nu voor, en verwacht dit op korte termijn te kunnen afronden. Daarbij zullen het veiligheidsberaad en Ambulancezorg Nederland in de gelegenheid worden gesteld instemming van hun achterban te verkrijgen. Ik verwacht u uiterlijk in mei nader te kunnen informeren over het transitieakkoord.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten