29 628 Politie

Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2011

In het aanvalsplan «minder bureaucratie, meer op straat,» dat ik u heb aangeboden (kamerstukken 29 628 nr. 238), heb ik aangekondigd maatregelen te treffen om de professionele weerbaarheid van politieambtenaren te versterken. Inmiddels is het programma- en actieplan «versterking professionele weerbaarheid» gereed. Zoals ik in het Algemeen Overleg van 7 april heb toegezegd bied ik u dit hierbij aan.1 Daarnaast bied ik u het daarmee samenhangende onderzoek «De prijs die je betaalt...; Politie: de kosten achter een hoog risicoberoep» aan welke is uitgevoerd door AEF.1 Daarbij geef ik u ook mijn beleidsreactie op dit onderzoek.

Versterking professionele weerbaarheid

In februari 2011 heb ik de aftrap gegeven voor de aanval op de bureaucratie en versterking van vakmanschap. Één van de speerpunten van het aanvalsplan is het versterken van het vakmanschap. Dit is ook een van de uitgangspunten van het programma- en actieplan «versterking professionele weerbaarheid» (zie bijlage) dat ik heb opgesteld in samenwerking met de Raad van Korpschefs en de Politieacademie.

Politiewerk wordt uitgevoerd in een steeds complexer wordende maatschappij, waarin confrontaties met agressie en geweld steeds meer voorkomen. Het politiewerk is daarmee zeker een zwaar beroep. Via het initiatief Veilige Publieke Taak draag ik er samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorg voor dat ook de politietaak zo veilig mogelijk kan worden vervuld. Enerzijds moet geweld tegen politiepersoneel worden aangepakt, anderzijds is echter ook vergroting van de weerbaarheid nodig. Het versterken van de professionele weerbaarheid draagt ertoe bij, dat politieambtenaren met meer gezag kunnen optreden. De professionele weerbaarheid van politieambtenaren bestaat uit drie componenten: fysiek, mentaal en moreel. Als deze componenten in samenhang in de juiste mate ontwikkeld zijn, uit zich dit in een politie die optreedt met professionele autoriteit, zelfverzekerdheid en de juiste kennis en vaardigheden van individuele politieambtenaren om een goed politieproduct neer te zetten. Het plan komt ten bate van alle politieambtenaren, executief en administratief-technisch.

Onderzoek omvang en kosten verminderde weerbaarheid

Op verzoek van de voorzitter RKC heeft de Politieacademie in september 2010 een bescheiden inventariserend onderzoek uitgevoerd naar psychosociale klachten bij politieambtenaren. Uit gevoerde gesprekken en literatuuronderzoek blijkt dat het aantal politieambtenaren dat kampt met sociale en psychische klachten toeneemt. Deze klachten hebben invloed op de weerbaarheid en daarmee de operationele inzetbaarheid van politieambtenaren. Op basis van deze verkenning en vooruitlopend op het landelijk programma- en actieplan «versterking professionele weerbaarheid» heeft de voorzitter van de RKC in afstemming met de Politieacademie aan onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix (AEF) de opdracht gegeven om een meer fundamenteel inventariserend onderzoek te verrichten naar de omvang en kosten van mentale weerbaarheid bij de politie. Dit heeft geresulteerd in het rapport De prijs die je betaalt...; Politie: de kosten achter een hoog risicoberoep, AEF mei 2011 (bijlage).

a. Bevindingen onderzoek

De centrale vraag van het rapport De prijs die je betaalt... is in welke mate een verlaagd niveau van mentale weerbaarheid voorkomt bij individuele politieambtenaren en welke directe en indirecte kosten hieraan verbonden zijn. De gegevens uit een zestal korpsen zijn hiertoegeanalyseerd, getoetst en geduid bij twee expertpanels van bedrijfsartsen en lijnchefs en een aantal politiekorpsen.

Het onderzoek laat zien dat 5–7% van alle politieambtenaren zeker verminderd weerbaar is. Zij vertonen daarbij symptomen van burnout, depressie en post traumatische stress stoornis (ptss). 20–30% van de politieambtenaren is waarschijnlijk verminderd weerbaar, wat zich onder andere uit in verminderd functioneren en een verminderde werkmotivatie.

De kosten van de verminderde weerbaarheid zijn onderscheiden in interventiekosten, persoonsgebonden kosten en organisatorische kosten. Het totaal aan kosten voor zeker verminderde weerbaarheid zijn becijferd op jaarlijks 99 tot 210 miljoen euro, en de waarschijnlijk verminderde weerbaarheid op jaarlijks 123 – tot 339,3 miljoen euro. De organisatorische kosten zijn de grootste kostenpost, voor beide groepen samen komt dit in totaal op 98–295 miljoen euro. Het gaat dan bijvoorbeeld om ontvangen salaris waarvoor niet een optimale prestatie kan worden geleverd omdat door het verminderd functioneren van een politiemedewerker de inzetbaarheid en kwaliteit van het werk afneemt.

Uit het onderzoek blijkt overigens dat de omvang van het probleem bij de Nederlandse politie niet fors hoger ligt dan elders. Bij de Noorse politie heeft 19.4% van de politiemedewerkers last heeft van ernstige angstsymptomen en/of depressie. De New Yorkse politie rapporteert dat 8.6% leidt aan ernstige depressie en dat 30.5% PTSS heeft of symptomen van PTTS vertoont.

b. Beleidsreactie en actieplan

Dit onderzoek geeft ons voor het eerst een preciezer inzicht in de omvang en kosten van verminderde weerbaarheid van politieambtenaren. De resultaten van het onderzoek zijn zorgwekkend. Het is duidelijk dat het belangrijk is om de beroepsrisico’s van het politievak te onderkennen en daar ook een oplossing voor te bieden. Iedere medewerker heeft recht op een veilige werkomgeving, dat geldt ook voor de politie. De medewerker moet centraal staan binnen de politieorganisatie. Ik reken het dan ook tot mijn taak om, vanuit goed werkgeverschap zorg te dragen voor een passende aanpak van verminderde weerbaarheid. Die aanpak is gericht op leiderschap, preventie, vorming, training, zorg en nazorg. Ik wil een veilige omgeving creëren waarbinnen onderwerpen als mentale weerbaarheid en ptss bespreekbaar zijn. De erkenning van de risico’s die het politiewerk met zich meebrengt is een eerste stap om tot oplossingen te komen.

Iedere werknemer is in principe zelf verantwoordelijk voor het behouden en vergroten van zijn mentale en fysieke veerkracht. De organisatie en het management moeten hiertoe ook de juiste omstandigheden en gelegenheid creëren en steun bieden waar dat nodig is. Ik zal daarom ondermeer investeren in goed getraind en opgeleid personeel en een efficiënt ingerichte zorgketen voor als het misgaat of dreigt mis te gaan. Dit zal leiden tot een gezondere werkcultuur bij de politie, een versterking van het vakmanschap en meer gezag bij de taakuitoefening. Ik verwacht dat het geweld door en tegen politiemensen ook afneemt, dat veel klachten over het politieoptreden worden voorkomen, dat de tevredenheid van politiemedewerkers toeneemt en de kans op negatieve consequenties na schokkende gebeurtenissen worden verkleind.

Een ander belangrijk resultaat dat dit samenstel van maatregelen zal opleveren is een grotere inzetbaarheid van de beschikbare politiecapaciteit: met hetzelfde aantal mensen kan meer werk worden aangepakt. Bovendien zal er een reductie van de kosten plaatsvinden die samenhangen met medische interventietrajecten.

Dit is de eerste keer dat een dergelijk onderzoek is uitgevoerd voor de Politie.

Mijn inzet is om het aantal mensen, dat waarschijnlijk te kampen heeft met «verminderde mentale weerbaarheid» terug te brengen van de 20–30% die het onderzoek laat zien naar 10–15% eind 2014. Begin 2015 zal een tweede meting worden uitgevoerd om te bezien of deze doelstelling is gehaald.

Tevens is het versterken van mentale, fysieke en morele weerbaarheid van politiemedewerkers een belangrijk gespreksonderwerp voor de nieuwe CAO. Na de zomer gaan de onderhandelingen hiervoor van start. Ik zal dan met de vakorganisaties mijn inzet op dit punt bespreken.

Aanpak versterking professionele weerbaarheid

Voorkomen is beter dan genezen, maar als het dan toch misgaat, moet er goede opvang en hulpverlening zijn. Om mijn inzet te kunnen realiseren heb ik het programma- en actieplan «versterking mentale weerbaarheid» opgesteld welke loopt van 2011–2014, met daarin een samenstel van maatregelen op het gebied van toerusting en vorming, leiderschap en laagdrempelige zorg en steun. Zoals aangegeven in bijgaande programmaplan in hoofdstuk III richt ik mij hier op:

  • Werving en Selectie;

    In de voorlichting en wervingsactiviteiten van de politie komt bijzondere aandacht voor het schetsen van een dagelijkse werkelijkheid van het politievak.

  • Initieel onderwijs;

    Door te investeren in professionele weerbaarheid gedurende de opleiding kan uitval in een later stadium voorkomen worden.

  • Herkenning van en omgang met verminderde weerbaarheid;

    Structurele aandacht voor betere herkenning en omgang met verminderde mentale weerbaarheid in het postinitiële onderwijs en in het leiderschapsprogramma.

  • Weerbaarheidtrainingen;

    Het versterken van de mentale weerbaarheid en veerkracht van politieambtenaren leidt tot beter getraind personeel en voorkomt verminderde weerbaarheid en daarmee uitval. In de zomer van 2011 wordt gestart met de pilot «mentale kracht» en de uitbouw van het programma voor executieve en niet-executieve politieambtenaren.

  • Landelijke opzet van IBT programma’s en trainingen;

    Het optreden in de frontlinie vraagt ook om een versteviging van de fysieke weerbaarheid met elementen van morele en mentale aard. Voor executieve collega’s wordt dan ook gewerkt aan een eenduidige en landelijke opzet van IBT programma’s en trainingen.

  • Laagdrempelige professionele opvang;

    In 2012 zal er één loket zijn waar medewerkers en managers terecht kunnen voor vragen over weerbaarheid. Op dit loket is een laagdrempelige faciliteit aangesloten, gericht op behandeling, training en kennisopbouw.

  • Zorglijn uitgezonden politieambtenaren;

    Er komt een geïntegreerde aanpak van nazorg zowel voor, tijdens als na afloop van een uitzending van politieambtenaren.

  • Kennis op maat.

    De keuze voor de effectieve interventies die elkaar ook onderling versterken, vraagt om een ordening van bestaande kennis en gedegen onderzoek. Zoals beschreven in het programma- en actieplan zal de kennisfunctie worden belegd bij de Politieacademie. Deze zal korpsen, medewerkers en management en het onderwijs ondersteunen met toepassingsgerichte kennis op maat.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven