Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 maart 2010
Hierbij zend ik u ter kennisneming mijn brieven aan de korpsbeheerders van de 25 politieregio’s betreffende mijn oordeel over
de door hen bij mij ingediende begrotingen voor 2010, alsmede mijn brief aan de voorzitter van het korpsbeheerdersberaad over
dit onderwerp.
Ingevolge de Politiewet en de Gemeentewet, ben ik gehouden voor aanvang van het begrotingsjaar een oordeel te geven over deze
begrotingen. Omdat niet alle korpsen in staat waren de met het korpsbeheerdersberaad overeengekomen bezuinigingsmaatregelen
tijdig in hun begroting te verwerken, zijn de korpsen in de gelegenheid gesteld hun begroting per 1 februari 2010 in te dienen.
6 korpsen hebben hun begroting in november 2009 ingediend. Hierover is in december 2009 een oordeel gegeven. De overige begrotingen
zijn op 1 februari jl. ingediend.
De bestuurlijke en financiële ontwikkelingen in het politieveld hun hebben effect op de begrotingen van de afzonderlijke korpsen.
Net als andere delen van de overheid zal ook de Nederlandse politie een aandeel moeten leveren in het opvangen van de gevolgen
van de kredietcrisis. Hierdoor is het voor de korpsbeheerders aanzienlijk lastiger geworden om een meerjarig sluitende begroting
te realiseren. Het spreekt voor zich dat in deze situatie ook de Minister als toezichthouder op de korpsen zijn verantwoordelijkheid
moet nemen. Daarom is het toezicht op de korpsen aangescherpt. Ik merk hierbij op dat wettelijk is vastgelegd wanneer een
korps wel of niet onder preventief toezicht komt te staan.
Na beoordeling van de begrotingen heb ik de korpsen Groningen, Fryslân, Drenthe, Gelderland-Zuid, Utrecht, Noord-Holland-Noord,
Zaanstreek-Waterland, Haaglanden, Zuid-Holland-Zuid, Midden- en West-Brabant, Limburg-Zuid en Flevoland onder preventief toezicht
gesteld. Rotterdam-Rijnmond is in december 2009 al onder preventief toezicht gesteld. Het totaal aantal korpsen dat in 2010
onder preventief toezicht staat, komt hiermee op 13.
Mijn ambtvoorgangster en ik hebben met de korpsbeheerders afspraken gemaakt om de kosten bij de politie omlaag te brengen.
De meeste winst valt hierbij te realiseren op ICT en op Inkoop. Deze onderwerpen zijn al landelijk georganiseerd in de voorziening
tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN). De korpsbeheerders spannen zich in om deze besparingen bij de vtsPN te realiseren.
Ik steun hen daarin. Lagere kosten bij de vtsPN leiden tot een lagere rekening voor de korpsen. Daarnaast wordt samen met
het Korpsbeheerdersberaad uitgewerkt hoe ook andere bedrijfsvoeringstaken beter en goedkoper landelijk georganiseerd kunnen
worden. Dit zal mijns inziens moeten gebeuren, ongeacht hoe het politiebestel in de toekomst wordt georganiseerd.
Het preventief toezicht krijgt vorm door bij alle onder preventief toezicht staande korpsen een onderzoek te laten verrichten
naar de validiteit van de begroting, naar besparingsmogelijkheden binnen de huidige begroting en scenario’s te laten opstellen
om die begrotingen zo spoedig als mogelijk, doch uiterlijk in 2014 weer in financieel evenwicht te krijgen.
Conform de wet mogen deze korpsen slechts uitgaven en investeringen doen die in de begroting zijn voorzien. Alleen met toestemming
van de minister van BZK kan een korps hiervan afwijken. Met deze korpsen zal het komend jaar frequent worden overlegd over
de nemen maatregelen, die uiteindelijk moeten leiden naar een begroting die op termijn weer sluitend is.
De brieven aan de korpsbeheerders met daarin het oordeel over de politiebegrotingen 2010 alsmede de brief aan de voorzitter
van het Korpsbeheerdersberaad zijn als bijlage bij deze brief gevoegd1.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. M. H. Hirsch Ballin