29 576
Agenda Vitaal Platteland

nr. 75
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2008

Met de motie-Koppejan c.s. (29 576, nr. 63) heeft uw Kamer mij verzocht de evaluatie van de knelpunten agrarisch/particulier natuurbeheer te versnellen, daarbij naast knelpunten ook oplossingsrichtingen te inventariseren en de Tweede Kamer daarover in het najaar van 2008 te informeren. In het debat van 4 september 2008 (Kamerstuk 31 700 XIV, nr. 3) heb ik u toegezegd u te informeren over de pilot die door de provincie wordt uitgevoerd in de Friese Wouden.

Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken.

Aanpak knelpunten

In het afgelopen jaar zijn de knelpunten Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (PSAN) in samenwerking tussen LNV, de provincie en de agrarische natuurverenigingen voortvarend opgepakt. Dit vooruitlopend op het nieuwe Programma Beheer. De ervaringen met Programma Beheer in de provincie Fryslân zijn daarbij gebruikt. Dat heeft ertoe geleid dat nagenoeg alle knelpunten zijn opgelost. Om een beeld te geven van de geconstateerde knelpunten die zijn opgelost noem ik er een aantal:

– Administratieve afhandeling van de opgegeven maten. Er is nu een goede oplossing voor de opgegeven maten voor perceelsdekkende pakketten. De manier waarop omgegaan wordt met maten van niet vlakdekkende elementen (houtwallen, dobben, etc.) staat in de pilot «controle op afstand» die getrokken wordt door de provincie Friesland en vormt nu geen probleem;

– Knelpuntenoverzicht Noordelijk Friese Wouden (NFW). Deze knelpunten zijn onder regie van de provincie opgepakt en opgelost in samenwerking met NFW, Dienst Regelingen, de Dienst Landelijk Gebied en de AID;

– Beoordelen van de individuele dossiers. Dienst Regelingen heeft alle eerder opgeschorte dossiers afgehandeld in samenspraak met Natuurlijk Platteland Nederland;

– Grondruil. Over een goede werkwijze rond grondruil wordt in het nieuwe Programma Beheer een oplossing gezocht. Voor de tussentijd is gekozen voor een pragmatische aanpak waarmee in de praktijk gewerkt kan worden.

Oplossing nog bestaande knelpunten

Voor het knelpunt «meten met twee maten» – de in het veld gemeten maat versus de maten die op kaart zijn ingetekend – is een korte termijnoplossing gevonden en een lange termijnoplossing in gang gezet:

– Voor de korte termijn heb ik gekozen voor een oplossing waarbij ik de grenzen heb opgezocht van wat volgens de EU-bepalingen mogelijk is. Ik heb daarbij gekozen voor de meetmethode die bestaat uit «administratieve controles» aangevuld met een beperkt aantal fysieke controles ter plaatse. Naar verwachting zal dit bijdragen aan een sterke vermindering van ergernissen bij ondernemers terwijl de kwaliteit van de controle gewaarborgd blijft.

– Voor de lange termijn heb ik gekozen voor een structurele oplossing. Het kabinet heeft in oktober van dit jaar ingestemd met het voornemen om de Basisregistratie Percelen (BRP) en het Aanvraag Kaartbehandelingsysteem (AKB) samen te voegen tot één register voor het grondgebruik in het landelijk gebied. Dit voorstel (proof of concept) maakt deel uit van de gehonoreerde voorstellen (kabinetsbesluit 24 oktober jl.) in het kader van het programma Vernieuwing Rijksdienst.

Evaluatie Platform Controles Friesland 2008

Er is een aanvang gemaakt met de evaluatie van het platform dat tot doel heeft om één controlecyclus met alle partijen te volgen en gezamenlijk de geconstateerde knelpunten te identificeren en op te lossen. Ik ben blij dat de communicatie hierdoor sterk is verbeterd tussen de agrarische natuurverenigingen, de Dienst Landelijk Gebied, de Algemene Inspectiedienst en de Dienst Regelingen. Verschillende initiatieven hebben dat bewerkstelligd zoals:

– De verspreiding van een flyer waarin wordt uitgelegd waarom er gecontroleerd wordt;

– De organisatie van een gezamenlijke praktijkdag in de zomer;

– Een gesprek tussen de natuurverenigingen, haar leden en medewerkers van de AID.

Pilot zelfsturing in het landelijk gebied

De provincies zijn bezig het Programma Beheer om te vormen in het project Omvorming Programma Beheer (OPB). Belangrijk onderdeel daarvan is het ontwikkelen van een systematiek waarbij de gehele keten van aanvraag tot doelrealisatie wordt geoptimaliseerd. In de Noordelijke Friese Wouden wordt, onder regie van de provincie en in overleg met het IPO, de pilot «controle op afstand» uitgevoerd (motie-Atsma en Jacobi, 31 200 XIV, nr. 40, dd. 15 oktober 2007). Deze pilot maakt het mogelijk de aanpak van het door de provincies omgevormde Programma Beheer te toetsen. De Noordelijk Friese Wouden zijn voor heel Nederland proefgebied. Ik volg deze ontwikkelingen op de voet en bied ondersteuning aan in de vorm van capaciteit van de Dienst Landelijk Gebied en de Dienst Regelingen. Bovendien is LNV vertegenwoordigd in de regiegroep. Het resultaat van deze pilot zal worden betrokken bij de uiteindelijke vormgeving.

De pilot is opgedeeld in 3 deelprojecten:

1. Het ontwerpen en testen van een nieuwe aanvraagsystematiek die gebaseerd is op GIS,

2. Het testen van certificeringseisen/systeem zoals het landelijke OPB dat wil ontwerpen voor Agrarische Natuurverenigingen, Terreinbeherende organisaties e.d.,

3. Het testen van controle-op-controle, zoals het landelijk OPB dat wil voorstellen voor gecertificeerde organisaties.

Voor deelproject 1 heeft de pilot in NFW dus een trekkende/ontwikkelende rol, voor de andere twee is de pilot volgend op het OPB. Deelproject 1 is daarom al gestart terwijl deelproject 2 en 3 pas (kunnen) starten wanneer er kaders uit het OPB-traject liggen. Deelproject 2 en 3 kunnen naar verwachting begin 2009 starten.

Doel van deelproject 1 is om tot een (digitaal) aanvraagsysteem te komen waarmee geen onduidelijkheden meer kunnen ontstaan over ligging, oppervlakte of lengte en type beheerspakket. Met een digitaal systeem zijn de wijzigingen die zich tijdens de zes-jarige overeenkomst voordoen ook sneller en eenvoudiger te verwerken.

De gekozen systematiek wordt momenteel getoetst bij 180 aanvragers.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg