29 515 Aanpak regeldruk en administratieve lasten

Nr. 461 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2022

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) is per 1 juli 2017 ingesteld met als kerntaak de toetsing van voorgenomen regelgeving op regeldruk. In maart 2021 is ATR eenmalig verlengd met 1,5 jaar tot 1 december 2022. ATR is een tijdelijk adviescollege, ingesteld op basis van de Kaderwet adviescolleges. De termijn waarvoor ATR is ingesteld kan niet nogmaals worden verlengd.

Het is mijn voornemen om, in lijn met het regeerakkoord, de opvolger van ATR te versterken en meer middelen te geven. Dat versterken wil ik onder meer doen door de nieuwe instelling een meer permanent karakter te geven. Het instellen dient te geschieden bij wet. Hierbij informeer ik u over mijn voornemen.

Met een dergelijke nieuwe instelling wordt beoogd de periodieke discussie over een opvolger te voorkomen en de bekendheid te vergroten. Hiernaast is gebleken dat het bij de beperking van regeldruk vooralsnog niet meer gaat om «de advisering over een in de tijd beperkt vraagstuk» waarvoor de optie van tijdelijke colleges in de Kaderwet bedoeld is. Tenslotte sluit het beter aan bij de situatie in de rest van Europa ten aanzien van het toezicht op regeldruk. Veelal hebben regeldrukcolleges in andere EU-lidstaten ook een meer permanent karakter.

De verantwoordelijkheid voor een goed lopend wetgevings- en beleidsproces, alsmede de aandacht voor regeldrukeffecten ligt primair bij de departementen. In de periodieke evaluatie van de opvolger van ATR wordt meegenomen of de regeldrukeffecten van voorgenomen beleid en regelgeving binnen alle departementen stelselmatig en structureel goed in kaart worden gebracht en meegewogen. Dan wordt ook de noodzaak van de instelling bezien.

Het huidige Instellingsbesluit van ATR legt de nadruk op toetsing van de gevolgen voor de regeldruk van voorgenomen regelgeving. In 2020 is ATR geëvalueerd. Uit de evaluatie door Bureau Berenschot1 blijkt dat het ATR aan de criteria van de evaluatie heeft voldaan ten aanzien van zijn kerntaak. Uit deze evaluatie bleek dat circa 80% van de adviespunten worden opgevolgd.

Volgens deze evaluatie is «brede consensus geconstateerd dat een onafhankelijk adviescollege bijdraagt aan een hogere kwaliteit van wetgevingsdossiers, voor wat betreft de regeldruk.» Zonder ATR zou de kwaliteit van wetgevingsdossiers volgens de respondenten lager zijn voor wat betreft de regeldruk. Hieruit trek ik de conclusie dat ook een opvolger van ATR deze kerntaak zou moeten vervullen.

Mijn intentie is dat de bevoegdheden van de opvolger, gegeven de adequate uitvoering van de taken, in de basis overeen zullen komen met de bevoegdheden van het huidige ATR. De kerntaak van de opvolger blijft daarmee gefocust op het toetsen van voorgenomen regelgeving op de gevolgen voor de regeldruk in een (zeer) vroege fase van de besluitvorming en hierover te adviseren aan de regering dan wel aan een der Kamers.

Naast meer permanent maken ben ik voornemens om de opvolger van ATR met een aantal aspecten te versterken. Daarmee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Graus c.s.2 van 3 november 2021.

Eventuele toegevoegde aspecten moeten aansluiten op het nog nader vorm te geven regeldrukbeleid van dit kabinet en mogen niet overlappen met de taken van de Raad van State.

Het is mijn intentie medio 2022 een wetsvoorstel voor een instellingswet bij uw Kamer in te dienen waar ik de elementen van versterking in heb verwerkt.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Evaluatie ATR 2017–2020 – ATR (atr-regeldruk.nl).

X Noot
2

Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 20. Tevens is dit in lijn met het deel van de motie van de leden Klaver en Ploumen van 29 april 2021 dat uitspreekt dat we moeten investeren in een sterke positie van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (Kamerstuk 28 362, nr. 44).

Naar boven