Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2021
Bijgaand stuur ik u de resultaten van het onderzoek van de Nederlandse School voor
Openbaar Bestuur (NSOB) naar de toekomst van de Nederlandse bloedvoorziening.1 Een reactie op dit onderzoek volgt in het eerste kwartaal 2022.
Ik heb u onlangs de Actualiteitenbrief bloedvoorziening gestuurd. Hierin heb ik aangegeven
dat voor de uitvoering van de motie van het lid Van den Berg c.s. het NSOB is gevraagd
dit onderzoek uit te voeren.2 De motie van het lid Van den Berg c.s. verzoekt de regering een onderzoek in te stellen
naar de Nederlandse bloedvoorziening in de toekomst. Met de motie wordt ook gevraagd
of het noodzakelijk dan wel wenselijk is dat er meer publiekrechtelijke sturing komt
op de Bloedvoorzieningsorganisatie.3
De bevindingen van de NSOB zijn constructief en kritisch van aard. Met name de laatste
ontwikkelingen rond de dochteronderneming van Stichting Sanquin Bloedvoorziening,
Sanquin Plasma Products BV (SPP), zijn tegen het licht gehouden. NSOB geeft duidelijk
aan met welke dilemma’s de Minister te maken heeft gehad ten tijde van de verkoop
van zijn dochteronderneming Sanquin Plasma Products BV.
NSOB constateert dat het voor de toekomst van de plasmageneesmiddelenvoorziening vrijwel
onmogelijk is om tegemoet te komen aan alle publieke waarden die voor de bloedvoorziening
van belang worden geacht. De publieke waarden die de NSOB voor de bloedvoorziening
identificeert zijn:
-
– het zelfvoorzienend willen zijn
-
– een voorziening met een hoge kwaliteit waarvan innovatie een onderdeel is
-
– de ethiek van de voorziening waarbij het om niet doneren onlosmakelijk verbonden zou
moeten zijn met het zonder winstoogmerk bewerken tot een eindproduct
-
– de verantwoording voor de bloedvoorziening
Omdat niet aan alle vier waarden tegelijkertijd voldaan kan worden is het een politieke
afweging aan welke waarde meer belang wordt toegekend. Het is aan het nieuwe kabinet
om aan uw Kamer hierover een voorstel te doen van deze afweging.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis