29 447 Evaluatie Wet inzake bloedvoorziening

Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2021

Met deze actualiteitenbrief informeer ik u over de ontwikkelingen in de bloedvoorziening van het afgelopen jaar. Ook informeer ik u over de stand van zaken rond de uitvoering van twee moties die betrekking hebben op de bloedvoorziening.1 Verder bevat deze brief een indicatie van de prijzen van plasma als grondstof voor de plasmageneesmiddelen voor 2022.

In de Wet inzake bloedvoorziening is vastgelegd dat het kabinet het parlement driejaarlijks een ministerieel plan stuurt over de bloedvoorziening. In de tussenliggende jaren wordt het parlement geïnformeerd door middel van een actualiteitenbrief. Dit jaar is zo’n tussenliggend jaar. VWS heeft diverse instanties uitgenodigd hun opvattingen over de Nederlandse bloedvoorziening met VWS te delen. In de bijlage2 staan de instanties genoemd die door het ministerie zijn benaderd.

Donors

Bij Stichting Sanquin Bloedvoorziening staan op dit moment ongeveer 375.000 donors ingeschreven. Dat donors een geweldige bijdrage leveren aan de Nederlandse bloedvoorziening is via deze weg al vaker gezegd. Nederland heeft een grote groep trouwe donors die altijd bereid is, ook in tijden van COVID-19, om bloed of plasma te doneren. Met hun donaties zetten de donors zich geheel belangeloos in om ernstig zieke patiënten te helpen. Ik ben daarom alle donors in Nederland dankbaar voor deze bijzondere bijdrage.

Donorwerving

In het Ministerieel Plan Bloedvoorziening 2021–2023 van begin dit jaar is aangegeven dat Sanquin voor 2021 het doel had gesteld om 75.000 nieuwe donors te werven.3 Tot 1 augustus 2021 heeft Sanquin 45.268 donors geworven en Sanquin ligt daarmee op schema. Van deze nieuw geworven donors zijn er uiteindelijk 35.515 nieuw ingeschreven als donor. Dit getal valt lager uit omdat niet iedere donor die zich heeft aangemeld geschikt bleek om te doneren. Sanquin verwacht dat in 2021 80.000 nieuwe donors zich zullen melden. Voor 2022 heeft Sanquin vooralsnog het doel gesteld om 75.000 nieuwe donors te werven.

Het online werven blijkt in de praktijk verreweg het meest efficiënte kanaal voor donorwerving te zijn. Sanquin ziet dat ongeveer de helft van de nieuwe donoren relatief jong is (18–35 jaar). Een doelgroep die Sanquin graag aan zich bindt.

Daarnaast is Sanquin in 2021 begonnen met de uitvoering van de wervingsactie: Sanquin@work. Het «Bloed geven in de baas z’n tijd» is een concept dat gretig aftrek vindt bij werkend Nederland. Bedrijven die zich hierbij aansluiten stellen hun werknemers in staat om tijdens het werk te doneren. Inmiddels hebben grote en kleine bedrijven zich al gecommitteerd aan Sanquin@work. In 2021 is het netwerk Sanquin@work flink gegroeid. Voor 2022 verwacht Sanquin een verdere uitbreiding.

Verder is Sanquin gestart met de pilot Groepsgeven. Hierbij stelt Sanquin groepen in de gelegenheid om zich als groep aan te melden bij de bloedbank, in plaats van op individuele basis. In de Groepsgeven-pilot verkent Sanquin of dit kan bijdragen aan het werven en behouden van donors. Groepsgeven richt zich vooral op plasmadonatie. Halverwege 2021 heeft een moslimgemeenschap zich als groep gemeld. En vanaf oktober 2021 gaan 64 donors van deze gemeenschap in groepjes doneren.

Naast deze landelijke wervingsacties organiseert Sanquin ook lokale wervingsacties rond vaste afnamelocaties. Uit verschillende studies is gebleken dat donors zich langer aan Sanquin binden als de afstand tussen donor en afnamelocatie afneemt. Op deze wijze kan Sanquin een goede donorgemeenschap rond een afnamelocatie opbouwen.

Powerbank

In het eerder aangehaalde ministerieel plan is ingegaan op het nieuwe inzamelingscentrum van Sanquin waar alleen plasma ingezameld wordt (Powerbank in Utrecht).4 Aangegeven werd dat het werven van nieuwe plasmadonors vertraging had ondervonden als gevolg van COVID-19. Desondanks hebben zich dit jaar 500 nieuwe donors bij de Powerbank van Sanquin gemeld. Dit brengt het totaal aantal donors voor de Powerbank tot 1 augustus 2021 op 2.718. Sanquin streeft ernaar om eind 2021 een donoraantal van 3.500 te bereiken voor dit centrum. Sanquin zal in het najaar 2021 verschillende campagnes voor de Powerbank starten. Dit gebeurt online maar ook fysiek door onder meer te werven bij kantoorpanden, onder studenten en bij verenigingen, voor zover de coronamaatregelen dit toelaten.

Veiligheid bloedvoorziening

Mannen die seks hebben met andere mannen

In maart van dit jaar is aan de Tweede Kamer gemeld dat Sanquin zijn donorselectiebeleid voor mannen die seks hebben met andere mannen (MSM) zal aanpassen.5 Dit beleid is inmiddels doorgevoerd per 1 september 2021. MSM in een monogame relatie (van 12 maanden of langer) kunnen nu zowel bloed als plasma doneren. Sanquin verwacht geen problemen met de veiligheid van de bloedvoorziening na aanpassing van dit beleid. De verwachting is dat het komende jaar 100 tot 500 MSM met een monogame relatie zich zullen inschrijven als donor.

In het Verenigd Koninkrijk is sinds kort het donorselectiebeleid gebaseerd op seksueel risicogedrag, zoals het hebben van anale seks en nieuwe sekspartners. Dit beleid kan Sanquin niet direct overnemen omdat de besmettingscijfers in Nederland anders liggen dan in het Verenigd Koninkrijk. Zo bestaat er in Nederland een verhoogd risico op hiv, hepatitis B, hepatitis C en syfilis onder MSM. Dit verhoogde risico onder MSM is niet te zien in het Verenigd Koninkrijk. Dit betekent dat een onderscheid van MSM en niet-MSM in het Verenigd Koninkrijk niet zo effectief is als in Nederland.

In het komende jaar zal Sanquin in samenwerking met Universiteit Maastricht verder onderzoek verrichten naar het MSM donorselectiebeleid. De vraag is of en hoe het donorselectiebeleid voor MSM verder aangepast kan worden zodat MSM in een niet-monogame relatie ook donor kunnen worden. De onderzoekers houden hierbij rekening met de besmettingscijfers in Nederland onder MSM. De veiligheid van ontvangers van bloedproducten staat te allen tijde voorop in het beleid.

Westnijlvirus

In het afgelopen ministerieel plan is gemeld dat in het najaar 2020 bij 7 personen in de regio Utrecht en Arnhem de neuro-invasieve vorm van het westnijlvirus is vastgesteld. Wanneer mensen hiermee geïnfecteerd raken, worden zij meestal niet ziek. Zo’n 80% krijgt helemaal geen klachten, 20% krijgt milde symptomen zoals koorts en griepachtige klachten. In uitzonderlijke gevallen kan een infectie leiden tot ernstige neurologische klachten. Omdat dit virus naast muggenoverdraagbaar ook bloedoverdraagbaar is, test Sanquin de donaties uit de regio Utrecht en Arnhem in het muggenseizoen op dit virus. Sanquin zal ook in andere regio’s de donaties testen wanneer in dat gebied het westnijlvirus bij een patiënt is vastgesteld. Het muggenseizoen in Nederland loopt van mei tot december. Met het testen van de donaties uit de risicogebieden heeft Sanquin tot dusverre geen aanwijzingen gevonden voor recente of eerder doorgemaakte westnijlvirus-infecties onder donors in Nederland.

Het RIVM heeft onlangs met alle betrokken partijen, waaronder Sanquin, een aanpak opgesteld om de risico’s van het westnijlvirus voor mensen te verminderen.6 Het doel van deze aanpak is om vroegtijdig te signaleren wanneer het virus in Nederland wordt overgedragen, zodat de juiste maatregelen kunnen worden genomen. Op deze manier is Nederland goed voorbereid en weten alle betrokken partijen wat er van hen wordt verwacht.

Kort houdbare bloedproducten

Aan het parlement is vaker gemeld dat het gebruik van kort houdbare bloedproducten (zoals rode bloedcellen en bloedplaatjes) tussen 2009 en 2015 drastisch is gedaald.7, 8 Begin dit jaar (bij het opstellen van het afgelopen ministerieel plan) leek het verbruik in 2020 te dalen met 1,3% ten opzichte van 2019. Dit is uiteindelijk 1,1% gebleken. De verwachting is dat het verbruik van de kort houdbare bloedproducten in 2021 in lijn zal zijn met 2020.

Nederland behoort hiermee tot een van de weinige landen waar het gebruik van het aantal eenheden rode bloedcellen per 1.000 inwoners zo laag is. In 2017 lag het gebruik van het aantal eenheden in Nederland op 23 per 1.000 inwoners, terwijl het gemiddelde van andere Europese landen rond 35 eenheden per 1.000 inwoners lag.9 Ook in 2020 lag het gebruik in Nederland afgerond op 23 eenheden per 1.000 inwoners. Waar in Nederland sprake is van een zo goed als gelijkblijvend gebruik, is in Europa een algemene trend zichtbaar waarbij het gebruik van rode bloedcellen dalende is.

Een ontwikkeling van een dalend gebruik van bloedproducten is alleen maar toe te juichen. Dit draagt bij aan een zinnig en zuinig gebruik van de zorg. Verder bestaat bij het gebruik van bloedproducten altijd nog een kleine kans op een bloedoverdraagbare infectieziekte. Het is vaker gezegd, nul-risico is niet haalbaar wanneer het gaat om het gebruik van medische producten van menselijke oorsprong.

Plasma en plasmageneesmiddelen

Naast volbloed zamelt Sanquin ook plasma in. Dit plasma wordt vooral als grondstof gebruikt voor de productie van plasmageneesmiddelen. Een van de wettelijke taken van Sanquin is het beschikbaar stellen van plasmageneesmiddelen uit Nederlands plasma op de Nederlandse markt. Sanquin heeft de werkzaamheden die behoren bij deze taak uitbesteed aan de rechtsopvolger van Sanquin Plasma Products BV: Prothya Biosolutions.

Convalescent plasma

In het afgelopen ministerieel plan is aan u gemeld dat VWS Sanquin de opdracht had verstrekt om convalescent plasma van herstelde COVID-19 patiënten in te zamelen. De verwachting was dat dit plasma als geneesmiddel tegen de ziekte COVID-19 zou kunnen worden ingezet, omdat dit plasma veel antistoffen tegen het COVID-19 virus bevat. Begin 2021 is het gestelde doel van inzameling van 30.000 kg convalescent plasma gehaald. Ik ben alle donoren zeer dankbaar voor hun donatie.

Helaas is na zowel Nederlands als internationaal onderzoek tot nu toe geen sluitend bewijs verzameld dat behandeling met convalescent plasma effectief is bij patiënten met COVID-19. Waarschijnlijk omdat op het moment van behandelen de meeste patiënten zelf al COVID-19 antistoffen hebben en het toedienen van extra antistoffen geen tot een beperkt aanvullend effect heeft. De aandacht van onderzoekers is daarom verschoven naar het vroegtijdig behandelen van COVID-19 patiënten. De focus ligt op patiënten met een verzwakt of verstoord afweersysteem waardoor ze zelf niet goed antistoffen kunnen aanmaken. In Nederland zijn verschillende studies opgezet. Een begeleidingscommissie vanuit ZonMw ziet toe op deze studies.

Ongeveer de helft van het convalescent plasma is inmiddels verwerkt tot een geneesmiddel met COVID-19 antistoffen. In afwachting van studieresultaten wordt dit middel al wel beschikbaar gesteld voor ernstige gevallen. Onder de strikte verantwoordelijkheid van de behandelend arts en in lijn met de door artsen opgestelde behandelrichtlijn krijgen bepaalde patiënten dit geneesmiddel toegediend. De resultaten van deze behandeling worden nauwgezet gevolgd. Prothya Biosolutions, de producent van het geneesmiddel met COVID-19 antistoffen, verzamelt deze resultaten. Dit kan weer inzicht opleveren in de werkzaamheid van dit geneesmiddel.

Uit de helft van de ingezamelde convalescent plasma zijn inmiddels ruim 12.000 flesjes met COVID-19 antistoffen geproduceerd. Hiervan zijn tot medio augustus 2021 ruim 700 flesjes toegepast bij patiënten (circa 6%). Als gevolg van de coronapandemie is wereldwijd veel minder plasma ingezameld dan anders. Dit heeft effect op het wereldwijde aanbod van reguliere immunoglobulinen. Reguliere immunoglobulinen zijn afweerstoffen (antistoffen10) uit plasma die bijvoorbeeld ingezet kunnen worden bij afweerstoornissen en als ondersteuning bij de behandeling van kanker. Betrokkenen, zoals zorgverleners en zorgverzekeraars, hebben hun zorgen kenbaar gemaakt over mogelijke beschikbaarheidsproblemen van reguliere immunoglobulinen. Op dit moment zijn er meer dan voldoende geneesmiddelen met COVID-19 antistoffen op voorraad. Ik heb daarom besloten dat het resterende convalescent plasma ingezet kan worden voor de productie van reguliere immunoglobulinen. Convalescent plasma bevat namelijk ook reguliere immunoglobulinen. Dit zal een positieve bijdrage leveren aan de schaarste op de markt die door betrokkenen wordt verwacht. De donors die indertijd convalescent plasma hebben gedoneerd zijn door Sanquin geïnformeerd. Alhoewel met hun donatie nu geen COVID-19 patiënten worden geholpen, kunnen wel andere patiënten hiermee geholpen worden.

Quin-producten

In het afgelopen ministerieel plan hebt u kunnen vernemen dat de rechtsvoorganger van Prothya Biosolutions (Sanquin Plasma Products BV) definitief is gestopt met de productie van de zogenoemde Quin-producten.11 Prothya liet weten dat de geconstateerde kwaliteitsdefecten, ondanks verschillende inspanningen, niet op een bedrijfseconomisch rendabele manier konden worden opgelost. Voor deze Quin-producten worden vervangende producten uit het buitenland ingezet. Er is een einde gekomen aan de coördinerende rol van Prothya in het betrekken van deze niet-geregistreerde

alternatieven uit het buitenland. Deze rol is inmiddels overgenomen door een geneesmiddelendistributeur. De aanvoer van deze producten is op dit moment stabiel. Het streven is dat er net als bij andere geneesmiddelen in Nederland weer geregistreerde producten voorhanden komen. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen blijft daarom in gesprek met buitenlandse leveranciers om te bekijken of zij hun producten willen registreren voor de Nederlandse markt. In het laatste kwartaal van dit jaar zal een alternatief product voor het tetanus immunoglobuline, een van de Quin-producten, beschikbaar zijn op de Nederlandse markt.

Verkoopprijs plasma 2022

Op grond van de Wet inzake bloedvoorziening mag alleen Sanquin bloed en plasma inzamelen in Nederland. Behalve als bloedproduct dient het ingezamelde plasma ook als grondstof voor de productie van plasmageneesmiddelen12. De verkoopprijs van plasma als grondstof wordt door de Minister vastgesteld door middel van goedkeuring van de begroting van Sanquin. Deze prijs is indertijd gebaseerd op de Europese markt en wordt sindsdien jaarlijks bijgesteld.13 In 2021 zijn de prijzen van volbloedplasma en afereseplasma vastgesteld op respectievelijk € 98,92 en € 116,18. De prijzen voor 2022 zijn berekend op € 100,46 voor volbloedplasma en € 117,99 voor afereseplasma per kilogram. Indien het plasma extra testen moet ondergaan, dan komen de kosten voor deze testen nog bovenop deze prijzen.

Europese bloedrichtlijn

In het afgelopen ministerieel plan is ingegaan op de huidige herziening van onder meer de bloedrichtlijn14 door de Europese Commissie. Voormalig Minister voor Medische Zorg heeft de Tweede Kamer in januari van dit jaar geïnformeerd over de Nederlandse inbreng rond de herziening de veiligheids- en kwaliteitsnormen voor bloed, weefsels en cellen.15 Het kabinet onderkent de noodzaak van een herziening van de richtlijn. De voorstellen van de Europese Commissie dragen bij aan een richtlijn die beter aansluit op de praktijk. Zoals mogelijkheden om mee te bewegen met nieuwe inzichten en innovaties. En mogelijkheden die de veiligheid en kwaliteit van de bloedvoorziening verbeteren, wat ten goede komt aan de ontvanger én de donor.

Een ander belangrijk punt voor het kabinet is om de Europese Unie minder afhankelijk te laten zijn van derde landen wanneer het gaat om de beschikbaarheid van plasma voor de productie van plasmageneesmiddelen. De EU is voor een substantieel deel afhankelijk van de plasma uit de Verenigde Staten. Het lijkt erop dat de Europese Commissie met de bloedrichtlijn op dit onderdeel geen betekenisvolle stappen kan zetten, omdat dit buiten het mandaat van de Commissie valt.16 Ik kom hier op terug bij de volgende paragraaf over moties.

De Europese Commissie verwacht het wijzigingsvoorstel voor de bloedrichtlijn eind 2021 goed te kunnen keuren.

Moties

Motie Van den Berg c.s. (1)

Op dit moment liggen er twee moties over de bloedvoorziening ter uitvoering. De eerste motie van het lid Van den Berg c.s. verzoekt de regering een onderzoek in te stellen naar de Nederlandse bloedvoorziening in de toekomst. Met de motie wordt ook gevraagd of het noodzakelijk dan wel wenselijk is dat er meer publiekrechtelijke sturing komt op de Bloedvoorzieningsorganisatie.17 De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) is gevraagd dit onderzoek uit te voeren. Het onderzoek van NSOB bestaat uit drie fasen:

  • 1. Een terugblik op de invoering van de Wet inzake bloedvoorziening waar indertijd gekozen is voor de huidige hybride vorm van de Bloedvoorzieningsorganisatie.

  • 2. Het in kaart brengen en analyseren van de huidige situatie van de Nederlandse bloedvoorziening.

  • 3. Deze activiteiten vormen de basis voor een reflectie op de toekomst van de bloedvoorziening. Hierbij is van belang welke normatieve opvattingen over de rol van de overheid samenhangen met voorkeuren voor privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke vormgeving. De gedachte hierbij is dat deze normatieve opvattingen verbonden zijn met opvattingen over publieke waarden en belangen en de institutionele vormgeving daarvan.

Dit moet uiteindelijk leiden tot een bestuurlijke reflectie van de NSOB waarin men ingaat op de toekomst van de bloedvoorziening in Nederland en specifiek de aansturing hiervan. Ik verwacht in november de uitkomsten.

Motie Van den Berg c.s. (2)

De tweede motie van het lid Van den Berg c.s. verzoekt de regering een onderzoek in te stellen naar de organisatie van de plasmageneesmiddelenvoorziening (inzameling en productie) binnen Europa zodat sprake is van een Europese zelfvoorziening.18 Het realiseren van een Europese zelfvoorziening zal eerder kans van slagen hebben wanneer de Europese Commissie dit initieert of anders Europees breed wordt opgepakt. Zoals gezegd biedt de bloedrichtlijn geen grondslag voor de Commissie om hier regels voor op te stellen. Ik ben daarom verheugd dat de Commissie € 3,5 miljoen ter beschikking stelt voor het doen van onderzoek naar de weerbaarheid en leveringszekerheid van veilige en hoogwaardige medische producten van menselijk oorsprong. En met specifieke aandacht voor crisissituaties. Het gaat om het ontwikkelen en delen van goede praktijken door medische of andere professionele organisaties. En om samen met overheden te komen tot een verhoging van de uitgifte, de kwaliteit en veiligheid en de beschikbaarheid van medische producten van menselijke oorsprong.

De European Blood Alliance (EBA)19 heeft een subsidieaanvraag bij de Europese Commissie ingediend. De EBA wil de mogelijkheden onderzoeken om met elkaar in Europa meer plasma in te zamelen, zodat Europa onafhankelijk wordt in zijn eigen plasma(geneesmiddelen)voorziening. Sanquin is lid van de EBA en voert het vicepresidentschap. De verwachting is dat de Europese Commissie in december 2021 bekend maakt welke partijen in aanmerking komen voor het onderzoeksgeld. Zoals ik al aangaf heeft de weg naar een Europese zelfvoorziening een betere kans van slagen als dit Europees breed wordt opgepakt. Met de aanvraag van de EBA kan deze Europees brede aanpak worden gerealiseerd. Wanneer de aanvraag wordt gehonoreerd door de Europese Commissie, dan zal er ook intensieve samenwerking plaatsvinden met de volksgezondheidsministeries van deze lidstaten.

Het EBA onderzoek kan voor een aanzienlijk deel bijdragen aan het verzochte onderzoek van de indieners van de motie. Het kabinet wacht daarom de uitkomst van de subsidieaanvraag af. En als deze positief is, wacht het kabinet ook de uitkomsten van dit onderzoek af voordat het een eigen onderzoek opstart. Een groot voordeel van het onderzoek door de EBA is namelijk dat de Europese bloedvoorzieningsorganisaties zelf werken aan de mogelijkheden voor een verbeterde en crisisbestendige plasma(geneesmiddelen)voorziening. De EBA wordt gedragen door 26 en twee observerende leden uit 28 Europese landen en heeft daarmee een groot Europees draagvlak. Dit betekent dat het kabinet de Tweede Kamer over de uitvoering van de motie Van den Berg later nader zal informeren.

Financiële situatie

Na de verkoop van het merendeel van zijn aandelen in Sanquin Plasma Products BV (thans Prothya Biosolutions) staat Sanquin de komende jaren voor de uitdaging zijn uitgaven in lijn te brengen met de kleinere omvang van de Sanquin groep. Het uitvoeren van de reorganisaties en de herstructurering binnen de Sanquin groep moet zorgen voor een efficiënt opererende en financieel gezonde organisatie.

Tot slot

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft voormalig Minister voor Medische Zorg in februari van dit jaar de Tweede Kamer geïnformeerd over de reorganisatie bij Prothya Biosolutions (rechtsopvolger van Sanquin Plasma Products BV).20 Prothya verricht de uitvoering van een van de wettelijke taken van Sanquin, namelijk het beschikbaar stellen van plasmageneesmiddelen uit Nederlands plasma op de Nederlandse markt. In de brief is aangegeven dat Prothya met het oog op een toekomstbestendig bestaan zijn kosten en opbrengsten in evenwicht moest brengen. In februari was nog niet duidelijk of dit tot gedwongen ontslagen zou leiden en wat dan de omvang zou zijn.

De reorganisatie betrof de Prothya organisatie in Nederland waarbij de omvang van de organisatie is afgestemd op het huidige pakket van activiteiten. Met behulp van een vrijwillige vertrekregeling heeft Prothya het aantal boventallige medewerkers weten te beperken.21 Voor deze medewerkers is het sociaal plan van Sanquin van toepassing. Met Prothya als rechtsopvolger van Sanquin Plasma Products BV is tegelijkertijd Plasma Industries Belgium bij de organisatie gevoegd.

De integratie van beide organisaties tot Prothya Biosolutions maakt dat de organisatie diverse functies heeft gecentraliseerd, waarbij enkele functies zijn verdwenen en er andere bij zijn gekomen. Met een toekomstbestendig Prothya is Nederland ook in de toekomst verzekerd van de beschikbaarheid van plasmageneesmiddelen uit Nederlands plasma.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Kamerstuk 29 447, nrs. 63 en 66 (moties van het lid Van den Berg c.s.)

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 29 447, nr. 70

X Noot
4

Kamerstuk 29 447, nr. 70

X Noot
5

Kamerstuk 29 447, nr. 71

X Noot
7

Kamerstuk 29 447, nr. 70

X Noot
8

Daling als gevolg van: verbeterde operatietechnieken, minder medische ingrepen, gebruik CBO-richtlijn Bloedtransfusie, meer kostenbewustzijn bij ziekenhuizen, beter voorraadbeheer en logistiek.

X Noot
9

Kamerstuk 29 447, nr. 51

X Noot
10

Reguliere immunoglobulinen zijn ook antistoffen, maar dan een cocktail van verschillende typen antistoffen. Geneesmiddelen met COVID-19 antistoffen bevatten naast deze verschillende typen antistoffen een grotere hoeveelheid antistoffen die zich specifiek richten tegen het coronavirus.

X Noot
11

Quin producten: specifieke antistoffen tegen bijvoorbeeld waterpokken, tetanus en hepatitis A en B virus.

X Noot
12

Voorbeelden van plasmageneesmiddelen: stollingsfactoren (bij hemofilie) en immunoglobulinen (bij afweerstoornissen en ondersteunend bij kanker behandelingen).

X Noot
13

Kamerstuk 29 447, nr. 37

X Noot
14

Richtlijn 2002/98/EG

X Noot
15

Kamerstuk 22 112, nr. 3004

X Noot
16

Artikel 168(4)(a) van het Verdrag van de werking de Europese Unie

X Noot
17

Kamerstuk 29 447, nr. 63

X Noot
18

Kamerstuk 29 447, nr. 66

X Noot
19

European Blood Alliance is een Europese belangenvereniging van not for profit bloedvoorzieningsorganisaties

X Noot
20

Kamerstuk 29 447, nr. 69

X Noot
21

Prothya telt in maart 2021 630 fte, minder dan 20 fte boventallig

Naar boven