29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2013

Hierbij bieden wij u de najaarsrapportage Regeldruk aan.

Centraal in deze brief staat de voortgang van de regeerakkoorddoelstelling om de regeldruk in deze kabinetsperiode met € 2,5 miljard te verminderen.

Daarnaast komen aan de orde: de voortgang van de maatwerkaanpak, regeldrukvermindering op decentraal niveau en de nadere uitwerking van eerder gedane voorstellen ter verbetering van de wetgevingskwaliteit.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Najaarsrapportage Regeldruk

1. Inleiding

Hierbij ontvangt uw Kamer, zoals toegezegd in de antwoorden op de vragen naar aanleiding van de programmabrief «Goed Geregeld1», de najaarsrapportage over de voortgang van het regeldrukprogramma.

De kabinetsaanpak van regeldruk is erop gericht om meer ruimte te creëren voor ondernemers, professionals en burgers. Vermindering van regeldruk draagt bij aan de groei van onze economie, innovatie en de versterking van een vitale samenleving. Het kabinet zet daarbij in op zes sporen:

  • 1. Structurele verlaging van de regeldruk met € 2,5 miljard in de periode 2012–2017 voor burgers, bedrijven en professionals.

  • 2. Betere (digitale) dienstverlening.

  • 3. Minder stapeling van – en slimmer toezicht.

  • 4. Merkbare regeldrukvermindering in regeldichte domeinen (maatwerkaanpak).

  • 5. Minder regeldruk door bestuurlijke samenwerking (mede-overheden, Europa).

  • 6. Minder regeldruk door een beter georganiseerde Rijksoverheid (voorkomen van nieuwe regeldruk en het verbeteren van de wetgevingskwaliteit).

Centraal in deze brief staat de voortgang van de kwantitatieve doelstelling van het programma (€ 2,5 miljard regeldrukvermindering in de periode 2012–2017). Daarnaast komen aan de orde: de voortgang van de maatwerkaanpak, regeldrukvermindering bij mede-overheden en nadere uitwerking van de voorstellen ter verbetering van de wetgevingskwaliteit.

Zoals in de beantwoording van Kamervragen naar aanleiding van de brief «Goed Geregeld» is aangegeven, betreft dit een beknopte rapportage van de huidige stand van zaken. Voor de zomer van 2014 ontvangt u een uitgebreidere rapportage. Het kabinet gaat daarbij ook in op voortgang van de overige onderdelen van het regeldrukprogramma.

2. Voortgang verlaging van de regeldruk met 2,5 miljard (2012–2017)

Het regeerakkoord schetst als opgave een structurele verlaging van de regeldruk per 2017 met € 2,5 miljard (ten opzichte van 2012) voor bedrijven, professionals en burgers. In april is in de programmabrief Goed Geregeld aangegeven dat de € 2,5 miljard reductiedoelstelling voor het grootste gedeelte is ingevuld (€ 1,743 miljard). De afgelopen maanden is deze doelstelling verder ingevuld tot € 1,777 miljard, waarvan € 1,425 miljard voor bedrijven en € 352 miljoen voor burgers en professionals. De teruggang in het cijferbeeld voor burgers en professionals wordt verklaard doordat de regeldrukeffecten van enkele maatregelen door beleidsverandering in negatieve zin moesten worden bijgesteld. In bijlage I zijn de onderliggende maatregelen in beeld gebracht met regeldrukeffecten zoals die op dit moment bekend zijn of worden ingeschat2. Ter illustratie is hieronder een voorbeeld opgenomen van een recente reductiemaatregel op het gebied van bouwregelgeving.

Voor de resterende opgave van ruim € 700 miljoen geldt dat maatregelen in beeld worden gebracht die de komende jaren hieraan mogelijk gaan bijdragen. Dit betreft diverse ICT-maatregelen, mogelijke verdere vereenvoudigingen in het fiscale domein en de kwantitatieve effecten van zowel de maatwerkaanpak als de Hervormingsagenda Rijksdienst.

De generieke verlaging van de regeldruk met € 2,5 miljard is een netto doelstelling. Aandachtspunt voor het realiseren van deze doelstelling is dat nieuwe beleidsvoornemens en maatregelen uit het regeerakkoord en aanvullend gesloten akkoorden of wetgevingsamendementen kunnen leiden tot toenames van regeldruk, die gecompenseerd zullen moeten worden om deze netto doelstelling te halen.

Bouwregelgeving

De plannen voor de bouwregelgeving hebben concreet vorm gekregen. De Minister van W&R heeft zijn plannen hiervoor onlangs aan de Tweede Kamer gestuurd. Belangrijkste onderdelen hiervan zijn, de mogelijkheid om bouwplannen privaat te toetsen op de bouwtechnische aspecten (waardoor de vergunningverlening op dit onderdeel kan komen te vervallen) en het versterken van de positie van de bouwconsument (middels de verzekerde garantie). Op termijn ziet de Minister van W&R ook mogelijkheden om bruikbaarheideisen (zoals bijvoorbeeld plafondhoogte) niet langer verplicht te stellen. Naar schatting zal de regeldruk hiermee in totaal met circa € 300 miljoen worden verminderd. Zowel de bouwsector als woonconsument zijn actief betrokken bij totstandkoming van de plannen. De verwachting is dat de eerste merkbare wijzigingen inwerking zullen treden in 2015.

Regeldrukeffecten van de Hervormingsagenda Rijksdienst

In de Hervormingsagenda Rijksdienst werkt het kabinet aan een compacte en efficiënte rijksdienst. De focus ligt daarbij op de interne organisatie. Een deel van de projecten zal echter ook de interactie tussen samenleving en rijksoverheid raken en daarmee de regeldruk die bedrijven en burgers ervaren beïnvloeden. Zoals aangekondigd in de programmabrief «Goed Geregeld» wordt thans onderzocht welke regeldrukeffecten dat zijn. Hierbij is allereerst geïdentificeerd welke regeldrukeffecten van de afzonderlijke projecten worden verwacht. Deze eerste stap is onlangs afgerond. Op grond van de voorliggende projectplannen worden mogelijk effecten verwacht van:

  • De versnelde effectieve inzet van het stelsel van basisregistraties (SGO3).

  • Een versterking van de samenwerking tussen rijksinspecties (SGO6).

  • Digitaal Rijk 2017 (SGO9).

Aan de hand van een verdere uitwerking van de projectplannen zullen de regeldrukeffecten van bovenstaande drie SGO-projecten verder worden geduid en gekwantificeerd. Naar verwachting is deze kwantificering in het voorjaar van 2014 gereed. Op basis daarvan kan dan in de volgende rapportage met meer zekerheid worden gerapporteerd of en in hoeverre deze projecten bijdragen aan de vermindering van regeldruk.

3. Merkbare regeldrukvermindering via de maatwerkaanpak

In de afgelopen jaren hebben verschillende kabinetten aantoonbare kwantitatieve resultaten geboekt in de vermindering van regeldruk. Van burgers, bedrijven en professionals komt evenwel vaak de reactie dat zij hier te weinig van merken. Daarom richt dit kabinet zich ook op het verminderen van regeldruk in regeldichte sectoren en domeinen waar de regeldruk als onevenredig hoog wordt ervaren. Het uitgangspunt bij de aanpak van deze domeinen en sectoren zijn de ervaringen van partijen uit het veld zelf. In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van de stand van zaken van de zogenaamde maatwerkaanpak (zie ook de tabel in bijlage II3).

Voortgang van de maatwerkaanpak

De eerste tranche maatwerksectoren is met veertien sectoren en domeinen van start gegaan. De departementen zijn samen met de doelgroepen in gesprek om op basis van een inventarisatie van knelpunten en belemmeringen tot actieplannen te komen waarmee de regeldruk merkbaar wordt verminderd. De fasen waarin de veertien projecten zich op dit moment bevinden verschillen. Er zijn sectoren en domeinen, zoals de schuldhulpverlening en de sectoren Agrifood en banken waar de inventarisatie van knelpunten en belemmeringen nog loopt. In een aantal sectoren, zoals chemie, logistiek, langdurige zorg, vervoer voor mensen met een beperking en vrijwilligers, zijn de inventarisatie en analyse van knelpunten afgerond en vindt de uitwerking plaats. Tenslotte zijn er sectoren en domeinen waar de acties zijn benoemd en de uitvoering kan starten. Dat is het geval bij de bouw, waar de inventarisatie van praktijkknelpunten voortbouwt op overleg in het kader van de Omgevingswet en overleg in de Stichting van de Arbeid. In de strafrechtketen is de uitvoering van de maatwerkaanpak al gestart met het actieprogramma «Sneller recht doen, sneller straffen» zodat de prestaties in de strafrechtketen in 2016 aanzienlijk versterkt zijn. De doorlooptijden van strafzaken worden verkort, meer zaken worden succesvol afgerond, veroordeelden ondergaan hun straf werkelijk en de burger kan eenvoudig aangifte doen. Het actieprogramma «Minder regels, meer op straat» is bezig de bureaucratie bij de politie terug te dringen, wat moet leiden tot een productiviteitswinst voor de politie van 5000 fte die eind 2014 beschikbaar komt voor de primaire politietaken. Dit conform de afspraak hierover met uw Kamer4.

Voor het onderwijsdomein heeft het benoemen van knelpunten en maatregelen deels al plaatsgevonden. De bewindspersonen van OCW hebben met hun brief van 8 juli 20135 uw Kamer geïnformeerd over de resultaten. In het Nationaal Onderwijsakkoord is afgesproken dat OCW, de sectororganisaties en vakbonden uiterlijk in 2014 gezamenlijk zullen verkennen welke daarop aanvullende maatregelen wenselijk zijn.

De maatregelen voor de verschillende domeinen zullen te zijner tijd nader worden gekwantificeerd en worden meegenomen in de invulling van de kwantitatieve doelstelling.

Een tweede tranche maatwerkaanpak voor regeldichte sectoren of domeinen start medio 2014. Rekening houdend met de signalen vanuit uw Kamer is het kabinet met branches in gesprek over een maatwerkaanpak voor de metaalsector en de kinderopvang, naast andere regeldichte sectoren en domeinen.

4. Minder regeldruk door samenwerking met mede-overheden

Tijdens het AO Ondernemen en Regeldruk van 9 oktober jl. heeft uw Kamer aandacht gevraagd voor regeldrukvermindering op lokaal niveau, onder meer ten aanzien van de mogelijke regeldrukgevolgen van aangekondigde decentralisaties in het sociale domein en een mogelijke rol van Actal als lokale waakhond.

Uitgangspunt van het kabinet is dat decentralisaties uiteindelijk zullen leiden tot minder bureaucratie6. Tegelijk is het kabinet zich ervan bewust dat de plek waar regeldruk ontstaat kan verschuiven van rijk naar gemeenten, waardoor ervaren regeldruk voor bedrijven en burgers gelijk kan blijven, of zelfs kan toenemen.

Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het verminderen en voorkomen van regeldruk en het verbeteren van de dienstverlening, ook op gedecentraliseerde beleidsterreinen. Het kabinet heeft verschillende programma’s, zoals Goed Opgelost, Beter & Concreter en Prettig Contact met de overheid, om gemeenten hierin te ondersteunen. Deze programma’s ondersteunen de gemeenten rechtstreeks en werken samen met de Transitiebureaus, waarin de verantwoordelijke departementen en de VNG samenwerken om de transitie zo goed mogelijk te laten verlopen.

Het kabinet wil bij de decentralisaties zicht houden op de regeldrukeffecten voor burgers, professionals en bedrijven, die worden veroorzaakt door rijk en gemeenten. Daarom zal het kabinet vanaf 2015, als de betreffende transities zijn afgerond, met gemeenten monitoren wat per saldo de regeldrukeffecten van deze decentralisaties zijn en welke inspanningen moeten worden geleverd om de eventuele negatieve effecten te verminderen.

In de volgende regeldrukrapportage zal verder worden ingegaan op de lokale regeldrukaanpak en de mogelijke rol van Actal hierbij. Ook komt in deze rapportage de stand van zaken van het programma Beter & Concreter aan de orde.

5. Voorkomen regeldruk door transparantie van wet- en regelgeving

In aanvulling op de programmabrief Goed Geregeld heeft het kabinet in de zogenoemde Verzamelbrief Regeldruk7 aangegeven nog scherper te willen inzetten op het voorkomen van nieuwe regeldruk door het transparanter maken van de afwegingen die zijn gemaakt bij nieuwe of wijzigende wet- en regelgeving.

Belangrijke instrumenten hierbij zijn het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK), de Bedrijfseffectentoets (BET) en internetconsultatie. De Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de instrumentontwikkeling van het IAK en internetconsultatie. De Minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor de BET.

Het kabinet benadrukt dat internetconsultatie het uitgangspunt moet zijn bij voorgenomen regelgeving die een significante verandering betekent voor bedrijven of burgers of die grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Met ingang van 1 januari 2014 worden internetconsultaties op grotere schaal toegepast en worden bij nieuwe internetconsultaties de antwoorden gepubliceerd op de verplichte vragen van het IAK. Bovendien worden bij internetconsultaties de uitkomsten van de relevante en beschikbare effecttoetsen gepubliceerd.

Een van deze effecttoetsen is de BET. De uitkomsten van de BET worden voortaan openbaar gepubliceerd als zelfstandig leesbaar achtergronddocument bij de internetconsultatie. Verder wordt de BET aangescherpt zodat de regeldrukeffecten voor het MKB nadrukkelijker in kaart worden gebracht en wordt ook explicieter ingegaan op de vraag of Europese regelgeving zo lastenluw mogelijk is geïmplementeerd. Deze maatregelen dragen bij aan het voorkomen van onnodige regeldruk en zijn in lijn met eerdere Actal-adviezen.

Het kabinet bewaakt de toepassing van deze instrumenten om de transparantie bij de voorbereiding van wet- en regelgeving te versterken.

6. Tenslotte

Met het uitvoeren van bovenstaande maatregelen wil het kabinet bijdragen aan een succesvolle uitvoering van het programma «Goed Geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017». Voor de zomer van 2014 zal aan uw Kamer nader en uitgebreid worden gerapporteerd over de voortgang van het gehele programma.


X Noot
1

Kamerstuk 29 362, nr. 212.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
4

Kamerstuk 29 628, nr. 238 en Kamerstuk 29 628, nr. 285.

X Noot
5

Kamerstuk 29 362, nr. 221.

X Noot
6

Kamerstuk 33 400 VII, nr. 59.

X Noot
7

Kamerstuk 29 362, nr. 224.

Naar boven