29 362 Modernisering van de overheid

Nr. 221 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2013

De vermindering van regeldruk binnen het onderwijs is voor ons een belangrijk thema. In deze brief schetsen wij de aanpak van meetbare en merkbare regeldruk in het onderwijs voor deze kabinetsperiode. De nadruk ligt op een vraaggestuurde benadering waarbij wij samen met het veld optrekken(maatwerk). Ook presenteren wij de eerste opbrengsten. Vermindering van regeldruk is geen eenmalige exercitie. Wij zullen onze aanpak en bijbehorende acties periodiek actualiseren en u jaarlijks informeren over de voortgang. Tegelijkertijd sturen wij u hierbij de eerder toegezegde beleidsreactie op het onderzoek naar de beleving van regeldruk onder leraren, dat u vorig jaar is aangeboden.1

Onze ambitie om de regeldruk in het onderwijsdomein te verminderen sluit aan bij het regeerakkoord en maakt deel uit van de kabinetsbrede aanpak van regeldruk. Hierover hebben onze collega’s van EZ, BZK en W&R u geïnformeerd met de programmabrief «Goed geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012 – 2017».2

1. Omgaan met regeldruk – de balans tussen regels en ruimte

Scholen, instellingen en vooral leraren moeten in staat zijn zoveel mogelijk tijd, geld en energie te richten op het geven van goed onderwijs. Om de maatschappelijke doelen van kwalitatief, doelmatig en toegankelijk onderwijs te borgen zijn regels nodig. We willen er immers voor zorgen dat er voldoende waarborgen zijn voor kwaliteit, dat er zicht is op (besteding van) financiële middelen en dat het toezicht op orde is.

Maar te veel of verkeerde regels halen het initiatief weg bij de professionals of kunnen maatwerk belemmeren. Ook waar het gaat om besef en beleving van maatschappelijke waarden, zijn regels lang niet altijd de beste oplossing. Daarvoor is veel meer een cultuurverandering nodig, zoals wij ook in onze brief «Versterking bestuurskracht onderwijs» hebben aangegeven.3

Bij de vormgeving van onderwijsbeleid gaat het er dus om niet alleen met regelgeving te werken, maar ook ruimte en vertrouwen te geven. Leraren kunnen elkaar scherp houden of besturen kunnen van elkaar leren zonder dat de overheid daar regels voor stelt. Instellingen die het goed doen kunnen worden beloond met minder controle. Zo is in het mbo onderwijstijd alleen onderwerp van nader onderzoek door de toezichthouder als er kwaliteitstekorten zijn, en ho-instellingen die met succes de instellingstoets kwaliteitszorg van de NVAO doorlopen, zullen bij de reguliere accreditatie en toets nieuwe opleiding via een beperkt regime worden beoordeeld en niet worden geconfronteerd met aanvullend inspectietoezicht.

Binnen het regeldrukbeleid speelt een aantal dilemma’s:

  • Nieuw of veranderend beleid wordt door het veld ervaren als regeldruk, maar is soms nodig in respons op maatschappelijke vraagstukken of politieke wensen;

  • Informatieverplichtingen t.b.v. gewenste verantwoording, toezicht of beleidsinformatie zijn van waarde, maar vormen een last voor de sector. Daarbij komt dat scholen en instellingen soms strenger voor zichzelf zijn dan de regelgeving vraagt, omdat ze geen risico willen lopen;

  • Snelle implementatie van beleid is soms gewenst, maar kan door het veld worden beleefd als verhoogde regeldruk, zelfs als het beleid ondersteund wordt;

  • Soms weegt het doel zwaarder dan het nadeel van de administratieve lastendruk, zoals bijvoorbeeld bij de aanscherping van de VOG-eisen. Soms weegt de toegevoegde waarde van informatie niet op tegen de administratieve belasting en wordt van regelgeving of bevraging afgezien4;

  • Tegengestelde belangen en beleving: regelgeving die het belang van de ene partij borgt (bv. deelnemers), kan weer leiden tot regeldruk voor andere partijen (bv. besturen).

  • Scholen en instellingen ervaren ook lasten van andere (overheids)organisaties (bijvoorbeeld van andere departementen, gemeenten, maar ook van scholen en instellingen zelf en koepelorganisaties) en daarnaast vormen interne regels soms een bron van irritatie.5

Deze dilemma’s vragen steeds om een zorgvuldige afweging. Soms is terughoudendheid in beleid of regelgeving een optie, anders bezien we hoe nieuw beleid zo lastenluw mogelijk vorm kan krijgen. Ook kijken we regelmatig of vereenvoudiging mogelijk is en of wetgeving onbedoelde effecten heeft op de werkvloer, zoals recent bij de aanpassing van Onderwijstijd MBO, toen bleek dat de dubbele controle en de bekostigingssanctie tot onevenredig veel administratie leidden6). Uiteindelijk gaat het bij het vinden van de juiste balans tussen regels en ruimte om een politieke weging, waarbij regeldruk één van de aspecten is.

Andere bronnen van regeldruk

Daar waar het gaat om regeldruk die niet afkomstig is van OCW richt onze inzet zich ook op het aanspreken van andere actoren. Wij zijn in gesprek met besturen, scholen en sociale partners over het thema (interne) regeldruk. We brengen klachten uit het onderwijs over bureaucratie vanuit andere ministeries onder de aandacht van onze collega’s. We overleggen hierover met gemeenten. Verder zetten we ons in om administratieve lasten voor onderwijsinstellingen vanuit Europees beleid zo veel mogelijk te beperken. Over onze inzet hebben wij u vorig jaar geïnformeerd.7

2. Maatwerkaanpak regeldruk onderwijs

Wij hebben de ambitie om waar mogelijk regelgeving en uitvoering te vereenvoudigen door het nemen van maatregelen die aansluiten bij knelpunten in het veld. Wij willen hierbij graag samen met het onderwijsveld optrekken om ons gezamenlijk in te zetten voor de aanpak van regeldruk. Het gaat daarbij zowel om regeldruk en administratieve lasten die voortvloeien uit beleid en wet- en regelgeving vanuit OCW (of andere overheden), regeldruk die voortkomt uit cao’s, maar ook om de interne regeldruk op scholen en instellingen, waar professionals mee te maken hebben. Ook het toezicht van de inspectie wordt hierbij betrokken. Het doel is om scholen en docenten in staat te stellen zich optimaal op hun hoofdtaak te richten: het verzorgen van goed onderwijs zonder onnodige lasten en regeldruk. De beoogde gezamenlijke aanpak moet uitmonden in een inventarisatie van knelpunten aan de hand waarvan voor de verschillende sectoren mogelijke aanpassingen van wet- en regelgeving en concrete maatregelen (door verschillende actoren) kunnen worden uitgewerkt.

Naast het verminderen van regeldruk voor het onderwijsveld is vereenvoudiging van wet- en regelgeving en daarmee van de uitvoering ook van belang voor de realisatie van een compacte rijksdienst en taakstellingen bij uitvoeringsorganen als DUO.

2.1 Meetbare regeldruk

De meetbaarheid van maatregelen wordt bepaald aan de hand van de door het kabinet gehanteerde definitie van administratieve lasten (AL).8 Binnen OCW wordt al geruime tijd sterk ingezet op AL-vermindering.

Dit heeft ook tot goede resultaten geleid: ten opzichte van 2004 zijn de administratieve lasten van alle bronnen voor onderwijsinstellingen in 2010 gedaald met 45%.9

De komende periode zullen in ieder geval reductiemaatregelen die samenhangen met de invoering van Passend Onderwijs en de vereenvoudiging van de verzuimmelding van kracht worden. Met de kwantificeerbare effecten van deze en andere concrete maatregelen zal OCW bijdragen aan de kabinetsbrede reductiedoelstelling van € 2,5 mrd uit het regeerakkoord.10

Verder blijven wij zoeken naar nieuwe reductiemaatregelen – ook door toepassing van ict – en houden we aandacht voor het voorkomen of beperken van regeldruk bij nieuw beleid. Daarnaast voeren we in het kader van groot onderhoud van wetgeving een stofkamoperatie uit, waarbij we – zoals aangekondigd in het regeerakkoord – de onderwijsregelgeving voor alle sectoren grondig doorlichten op mogelijkheden om administratieve verplichtingen en verantwoordingsvoorschriften te verminderen. Hierbij kijken we in de sectorwetten en onderliggende regelingen naar kansen om bepalingen te vereenvoudigen (door bijvoorbeeld de frequentie van uitvraag te verminderen of gevraagde gegevens te beperken), te schrappen of rapportages samen te voegen. Volgend jaar zullen wij u informeren over de eerste opbrengsten van deze operatie.

2.2 Merkbare regeldruk

Hoewel in de achterliggende periode de administratieve lasten (meetbare regeldruk) flink zijn gedaald, ervaren leraren, scholen en instellingen, en burgers dat onvoldoende. Dat komt doordat regeldruk breder is dan administratieve lasten (gedefinieerd als informatieverplichtingen aan de overheid) en ook allerlei andere zaken meespelen, die – meetbaar of niet – tot knelpunten of irritaties leiden.

Veranderend beleid als zodanig wordt vaak ervaren als regeldruk, zo komt naar voren uit belevingsonderzoek.

Centraal in de maatwerkaanpak zoals die door het kabinet in verschillende domeinen wordt toegepast, staat de merkbaarheid en dus de regeldruk zoals ervaren door de verschillende doelgroepen (studenten, leerlingen en ouders, leraren, scholen en instellingen) in het onderwijs. We hebben gezamenlijk met het veld concrete knelpunten en irritaties in kaart gebracht door in alle onderwijssectoren met verschillende partijen gesprekken te voeren. Hen is daarbij gevraagd aan te geven wat wij – en ook zijzelf – daaraan kunnen doen en welke ruimte zij graag zouden krijgen. Paragraaf 3 schetst de knelpuntenanalyse – waarbij ook gebruik is gemaakt van onderzoeken en signalen die OCW (o.a. via DUO) ontvangt – en de maatregelen voor de verschillende doelgroepen.

Relevante factoren bij merkbare regeldruk

Ervaren regeldruk hangt onder meer samen met vertrouwen (zijn regels gebaseerd op ruimte en vertrouwen?), nut (vindt men de regels en daaruit voortvloeiende verplichtingen nuttig en relevant voor de eigen werkpraktijk?), transparantie (zijn regels en het te doorlopen proces helder?), gemak (hoeveel moeite kost het voldoen aan verplichtingen?) en bejegening (hoe wordt instelling of burger benaderd of behandeld door de overheid?).

Ter vermindering van ervaren regeldruk en versterking van draagvlak voor beleid zetten we ook in op:

  • Communicatie (bij totstandkoming, uitvoering en evaluatie van beleid);

  • Dienstverlening en voorlichting;

  • Bieden van experimenteerruimte;

  • Faciliteren van de organisatie van werkprocessen (bijvoorbeeld informatiebeleid en hergebruik van gegevens, maar ook ondersteuning bij implementatie van beleid).

Zo verbetert DUO de kwaliteit van dienstverlening door klanten daarbij te betrekken. Selfservice via online kanalen is daarbij het streven. Daarnaast worden deze kanalen gebruikt voor voorlichting over te verwachten beleidswijzigingen.

Goede verhoudingen, communicatie en heldere verwachtingen zijn niet alleen tussen OCW en het veld, maar ook tussen ouders en school belangrijk. Dit wordt gestimuleerd door het in 2012 door OCW gestarte programma «Ouders & school samen».

3. Maatregelen ter vermindering van de regeldruk

De maatregelen die deze kabinetsperiode worden genomen en/of effect krijgen, hebben we naar doelgroep uitgesplitst. Het gaat dan om:

  • Studenten, leerlingen en ouders (burgers);

  • Leraren; en

  • Bestuurders en schoolleiders (scholen en instellingen).

Aspecten van meetbaarheid en merkbaarheid zullen elkaar in de realiteit vaak overlappen. Daarom wordt er op maatregelniveau geen expliciet onderscheid gemaakt tussen meetbare en merkbare effecten en zullen waar mogelijk de effecten ook gekwantificeerd worden.

3.1 Studenten, leerlingen en ouders (burgers)

Studenten, leerlingen en ouders hebben vooral direct te maken met regeldruk en administratieve handelingen bij de aanmelding en inschrijving voor een school of opleiding en bij het verkrijgen van (studie)financiering. Er worden diverse maatregelen genomen en verkend om deze processen verder te digitaliseren en te faciliteren.

Burgers ervaren namelijk ook minder regeldruk door goede dienstverlening en beter inzicht in voor hen relevante gegevens en voorzieningen. Zo heeft DUO een app ontwikkeld waarmee studenten kunnen zien wanneer de studiefinanciering wordt uitbetaald, toegang hebben tot veelgestelde vragen en direct kunnen berekenen hoeveel ze moeten terugbetalen als ze lenen. Door rijksbrede samenwerkingsinitiatieven tussen DUO, SVB, UWV en Belastingdienst worden gegevens hergebruikt, waardoor studenten minder bevraagd hoeven te worden.

Concrete maatregelen voor studenten, leerlingen en ouders zijn onder meer:

  • Passend Onderwijs (schrappen landelijke indicatiestelling);

  • Studiefinanciering (o.a. aanvragen en wijzigen met terugwerkende kracht);

  • Invoering van het diplomaregister;

  • Ondersteuning van de inschrijving in het mbo en ho;

  • Integratie van de tegemoetkoming schoolkosten en onderwijsbijdrage minderjarige mbo-ers in het kindgebonden budget.

Zie bijlage 111 voor een beschrijving van alle maatregelen.

Diplomaregister (operationeel sinds 1 november 2012)

Burgers kunnen vanaf 1 november 2012 eerder behaalde diplomagegevens raadplegen, downloaden als beveiligd PDF en gebruiken als bewijsstuk. Door het diplomaregister is het niet meer nodig om met het echte diploma te komen of een gewaarmerkt kopie aan te vragen voor een sollicitatie of inschrijving (vervolg)studie. Dat scheelt tijd en werk van een onderwijsinstelling, van een afgestudeerde en van degene die het digitale document ontvangt, de (potentiële) werkgever. Het diplomaregister bevat vooralsnog geen gegevens van niet-bekostigd onderwijs. Het is de bedoeling om in een volgende fase diplomagegevens van het erkende, niet bekostigde, onderwijs te ontsluiten. Daarvoor is opnieuw een wetswijziging nodig.

3.2 Leraren (professionals)

In 2012 is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar wat bekend is over beleefde regeldruk onder leraren in relatie tot hun professionaliteit.12 Als vervolg hierop zijn focusgroepsgesprekken gevoerd met leraren en schoolleiders uit po, vo en mbo. Actal heeft op verzoek van OCW eveneens advies uitgebracht over beleefde regeldruk bij leraren.

In alle sectoren hebben leraren last van regeldruk. Regeldruk vatten leraren breed op: het gaat om administratie, werkdruk, het gevoel aan (te) hoge verwachtingen te moeten voldoen en te worden geconfronteerd met steeds wisselend beleid. Ook onbegrip over beleid, van OCW of van het eigen bestuur of management, kan leiden tot het ervaren van regeldruk. Zo gaf een docent aan last te hebben van veel registratie, soms zelfs in meerdere systemen naast elkaar, terwijl ze ook nog voor haarzelf relevante gegevens apart bijhield. Ook werden genoemd de omslachtige procedure voor aanvraag van een indicatie voor een zorgleerling en bijbehorend extra budget, veel bijkomende taken (excursies, projecten, overleg met ouders, jeugdzorg etc.) en (te)veel intern overleg.

Interne en externe regelgeving over de wijze waarop leraren zich moeten verantwoorden over hun handelen veroorzaakt een deel van de werkdruk voor leraren, zoals ook recent naar voren kwam uit het onderzoek van de CNV Onderwijs. Wij willen, samen met het onderwijsveld, voorstellen uitwerken hoe deze verplichtingen kunnen worden verminderd. Naast die voorstellen ter vermindering van verplichtingen, willen wij ook nog op andere manieren bekijken hoe we de werkdruk van leraren kunnen verminderen. Wij komen daar op terug bij de Lerarenagenda die wij komende oktober aan uw Kamer aanbieden. Het onderzoek van CNV Onderwijs zullen we daar ook bij betrekken.

Op de achtergrond speelt verder een rol dat het lerarenberoep de afgelopen decennia sterk veranderd is. Er worden meer en hogere eisen gesteld aan leraren. Ook de context waarbinnen leraren hun werk moeten doen, is aanmerkelijk complexer geworden. Deze ontwikkelingen vragen om sterke, professionele leraren die op basis van eigen standaarden hun werk kunnen vormgeven. Om leraren zo goed mogelijk toe te rusten, zet OCW in op verdere professionalisering van leraren en schoolleiders.

Taak- en functiedifferentiatie

Schoolleiders kunnen bijdragen aan vermindering van door leraren ervaren regeldruk door invoering van taak- en functiedifferentiatie binnen de schoolorganisatie. Beide geven ruimte aan leraren om zich te specialiseren in zaken waarmee zij affiniteit hebben. Dit versterkt het werkplezier en voorkomt gevoelens van werkdruk c.q. regeldruk.

Daarnaast wordt (merkbare) regeldruk verminderd door te zorgen voor betere ICT-ondersteuning van de werkprocessen van leraren in po en vo. Aandachtspunten hierbij zijn vereenvoudiging van de gegevensoverdracht tussen scholen en tussen scholen en externe partijen, gestandaardiseerde uitwisseling van gegevens over leerlingprestaties en een efficiëntere toegang tot digitale leermiddelen. We hechten eraan om hierbij ook leraren te betrekken en te bekijken hoe de informatiebehoefte van de leraar valt te koppelen aan die van de school of instelling, om meervoudige registratie te voorkomen.

Passend onderwijs

Met de wet kwaliteit (v)so wordt per 1 augustus aanstaande het handelingsplan afgeschaft voor het (v)so, voor het regulier onderwijs is dat een jaar later. Daarvoor in de plaats komt het ontwikkelingsperspectief. Verschil in lasten is dat het handelingsplan voor elke leerling met een indicatie jaarlijks moet worden opgesteld en het ontwikkelingsperspectief éénmalig waarbij het zo nodig kan worden bijgesteld. Dit draagt bij aan minder regeldruk bij leraren.

Uit eerder onderzoek blijkt dat onduidelijkheid en onvrede over beleid belangrijke veroorzakers zijn van beleefde regeldruk. We gaan daarom duidelijker uitleggen hoe voorgestelde maatregelen bijdragen aan een betere onderwijskwaliteit. Eisen of regels worden in het veld nogal eens ten onrechte aan de Inspectie toegeschreven, bijvoorbeeld het detailniveau van het handelingsplan of van de eisen ten aanzien van het vastleggen van leerlinggegevens. Daarom krijgt voorlichting over de werkwijze van de Onderwijsinspectie extra aandacht.

Voorlichting werkwijze Onderwijsinspectie

De Inspectie gaat structurele voorlichting verzorgen op de pabo’s, de lerarenopleidingen en opleidingen voor schoolleiders, zodat aankomende leraren en schoolleiders beter bekend zijn met de werkwijze van de inspectie en wat zij daarvan kunnen verwachten.

We gaan meer investeren in de communicatie met leraren, zowel bij beleidsontwikkeling als bij uitvoering en evaluatie van beleid. Meerdere maatregelen zullen met een steeds wisselende groep van leraren en schoolleiders worden besproken. In het najaar zullen beleidsmedewerkers van OCW meelopen met leraren om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de ervaren regeldruk.

Wij hebben onder meer concrete maatregelen in gang gezet of in voorbereiding op het terrein van:

  • Verdere professionalisering van leraren en schoolleiders/ schoolmanagement (creëren van de juiste randvoorwaarden en faciliteiten voor leraren);

  • Betere ict-ondersteuning van werkprocessen van leraren;

  • Passend Onderwijs: de verplichting tot het jaarlijks opstellen van een handelingsplan voor leerlingen met een indicatie, wordt vervangen door de plicht tot eenmalig opstellen van een ontwikkelingsperspectief;

  • Zorgen voor meer flexibiliteit binnen schoolorganisaties, onder andere via modernisering van de huidige arbeidsvoorwaarden;

  • Eigen beleid beter communiceren en spiegelen, ook aan leraren en met leraren in alle sectoren;

  • Voorlichting geven over de werkwijze van de inspectie op de pabo en lerarenopleidingen.

In bijlage 213 treft u de beleidsreactie aan op het genoemde onderzoek naar beleefde regeldruk onder leraren en de focusgroepgesprekken. In deze beleidsreactie worden ook de aanbevelingen van Actal meegenomen.

3.3 Bestuurders en schoolleiders/scholen en instellingen (professionals)

In alle sectoren hebben gesprekken plaatsgevonden met scholen en instellingen om een beeld te krijgen van knelpunten rondom regeldruk in de breedste zin van het woord (zowel vanuit OCW, andere overheden en organisaties alsook interne regeldruk) en om te brainstormen over oplossingsrichtingen en de rol van verschillende actoren. In het hoger onderwijs hebben ter uitvoering van de in 2011 gesloten hoofdlijnenakkoorden gesprekken over deregulering plaatsgevonden met instellingen, Vereniging Hogescholen en VSNU. Daarnaast zijn resultaten uit diverse onderzoeken benut voor de knelpuntenanalyse.

In alle sectoren is het thema regeldruk een vast aandachtspunt voor overleggen met het veld en willen we – zoals hierboven al aangegeven – ook in de toekomst door een gezamenlijke aanpak komen tot verdere concrete acties en maatregelen om de regeldruk en administratieve lasten binnen het onderwijsveld aan te pakken.

In het primair onderwijs kwamen thema’s als doorverwijzing speciaal onderwijs, verantwoordingslasten, complexiteit van de bekostiging, participatie- en vervangingsfonds, onderwijshuisvesting, arbonormen en interne regeldruk op scholen aan de orde.

Bij de gesprekken in het voortgezet onderwijs vormden onderwijstijd, onderwijshuisvesting, (geoormerkte) subsidies en gegevenslevering de hoofdpunten.

In het mbo-veld kwamen onderwerpen als het aanleveren van gegevens (deelnemersadministratie en het detailniveau waarop instellingsinformatie wordt opgevraagd), de handtekening van het kenniscentrum op de praktijkovereenkomsten, het gebruik van verouderde ict-systemen, geoormerkte (subsidie)gelden en de herziening van de kwalificatiestructuur aan de orde.

De kern van de gesprekken in het hoger onderwijs was dat een aantal praktische knelpunten is op te lossen door goede communicatie (voorlichting vanuit OCW, uitwisseling van goede praktijken tussen instellingen). Aan een deel van de knelpunten rond administratieve processen is al tegemoetgekomen door reeds ingezette beleidstrajecten (diplomaregister, BRON HO). Verder inventariseren de Inspectie van het Onderwijs, de NVAO en de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek gezamenlijk in hoeverre de verschillende processen en de bijbehorende gegevensverzamelingen op elkaar afgestemd kunnen worden om zo onnodige administratieve drukte voor de instellingen te voorkomen.

Sommige knelpunten (bijvoorbeeld rondom belastingaangifte) worden veroorzaakt door andere (overheids)organisaties. Zij zullen hierop worden gewezen door OCW of het betreffende koepelorgaan. Tot slot is er een project gestart, waarin meer fundamenteel naar deregulering wordt gekeken.

Bovenstaande knelpuntenanalyse biedt aanknopingspunten voor maatregelen om regeldruk te verminderen. Wij hebben onder meer concrete maatregelen in gang gezet of in voorbereiding op het terrein van:

  • Passend Onderwijs (o.a. afschaffing landelijke indicatiestelling);

  • Vereenvoudiging verzuimmelding (melding aan gemeenten via basisregister onderwijs);

  • Huisvesting in het primair onderwijs (overheveling buitenonderhoud);

  • Participatie- en Vervangingsfonds (o.a. geautomatiseerde processen);

  • Modernisering van onderwijstijd in het vo;

  • Verkenning afschaffing uitschrijfbewijzen in het po en vo;

  • Onderzoek naar informatieverplichtingen in het po en vo;

  • Digitalisering aanmelding en ondertekening onderwijsovereenkomst mbo;

  • Afschaffing van de vierde handtekening praktijkovereenkomst mbo;

  • Verheldering van de regels voor publiek-private samenwerking mbo en ho;

  • Onderlinge afstemming van de werkprocessen van NVAO, Inspectie en Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek.

In bijlage 1 worden deze maatregelen nader toegelicht.

Onderwijshuisvesting primair onderwijs

Met het recent ingediende wetsvoorstel14 dat de overheveling van de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en de aanpassingen aan de binnenzijde van schoolgebouwen in het primair onderwijs regelt, wordt tegemoet gekomen aan de wens om de soms verwarrende scheiding tussen binnen- en buitenonderhoud op te heffen. Dit leidt tot een forse afname van de administratieve lasten (o.a. vervallen van overleg met en indiening aanvragen bij gemeenten).

Verder leveren verschillende projecten van DUO nu of in de toekomst een bijdrage aan de vermindering van administratieve lasten op het terrein van de uitvoering. Het gaat dan om thema’s als aanmelden en inschrijven (onder andere automatische levering vooropleidingsgegevens, doorgeven GBA-wijzigingen aan instellingen), registers, digitalisering (verzuimloket, proces in- en uitschrijven) en standaardisatie van gegevensuitwisseling. Ook de algemene lijn van eenmalig opvragen, meervoudig gebruiken is er op gericht om de gegevens waarover OCW beschikt maximaal toegankelijk te maken voor anderen (met name scholen) en te voorkomen dat scholen en instellingen dubbel bevraagd worden. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan gegevenslevering t.b.v. sectorale benchmarking (Vensters voor Verantwoording) of aan gemeenten (VSV) en Inspectie.

4. Tot slot

Het zoveel mogelijk beperken van regeldruk is voor ons een punt dat voortdurend aandacht verdient en dat wij – zoals hierboven beschreven – op verschillende manieren aanpakken. Wij zullen u vanaf 2.014 jaarlijks voorafgaand aan de begrotingsbehandeling een voortgangsrapportage toesturen over de bereikte resultaten van onze aanpak ter vermindering van meetbare en merkbare regeldruk in het onderwijs. Daarin zullen wij u onder meer informeren over de gezette stappen, gerealiseerde maatregelen en nieuwe voornemens, de samenwerking met het onderwijsveld op dit terrein en de opbrengsten van de stofkamoperatie.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 216 (bijlage), Klaster, E. (2012) Beleefde bureaucratie en professionaliteit onder leraren. Den Haag: B&A

X Noot
2

Kamerstuk 29 362, nr. 212

X Noot
3

Kamerstuk 33 495, nr.10

X Noot
4

Zoals keuze in het PO om geen extra vragenlijst naar opleidingsniveau ouders in te voeren omdat de toegevoegde waarde van die informatie niet opweegt tegen de administratieve rompslomp voor ouders en scholen – Kamerstuk 32 193, nr. 35 (bijlage)

X Noot
5

Zo’n 40% van de totale regeldruk voor OCW-instellingen komt van OCW. De overige administratieve lasten voor onderwijsinstellingen zijn afkomstig van andere bronnen (o.a. gemeenten, SZW, EU). Bron: Aa, R. van der, Kans, K., Stuivenberg, M. en Donker van Heel, P. (2011). Regeldruk voor OCW-instellingen 2004 – 2010. Rotterdam: Ecorys.

X Noot
6

Met de aanvaarding van het wetsvoorstel Doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en modernisering van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Kamerstuk 33 187) komt per 1 augustus 2014 de controle door de instellingsaccountant op de onderwijsprogrammering te vervallen en verdwijnt daarmee de dubbele controle door zowel de instellingsaccountant als de onderwijsinspectie. Ook wordt onderwijstijd alleen onderwerp van nader onderzoek door de toezichthouder als er kwaliteitstekorten zijn.

X Noot
7

Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 216

X Noot
8

Administratieve lasten zijn gedefinieerd als kosten om te voldoen aan informatie-verplichtingen aan de overheid, voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid.

X Noot
9

Aa, R. van der, Kans, K., Stuivenberg, M. en Donker van Heel, P. (2011). Regeldruk voor OCW-instellingen 2004 – 2010. Rotterdam: Ecorys.

X Noot
10

Voornemens tot reductie deze kabinetsperiode voor professionals (instellingen):

Wet Passend Onderwijs (2013/2014) € 15,5 mln.

Vereenvoudiging Verzuimmelding (2013) € 4,2 mln

Wetsvoorstel overheveling buitenonderhoud PO (recent ingediend) € 2,9 mln

Voornemens tot reductie voor burgers (ouders, studenten):

Wet Passend Onderwijs (2013/2014) 143.000 uren

Wetsvoorstel Sociaal Leenstelsel (recent ingediend) 80.000 uren

X Noot
11

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
12

Zie noot 1

X Noot
13

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
14

Kamerstuk 33 663, nr. 2

Naar boven