Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 oktober 2014
Met deze brief reageer ik op uw commissiebrief inzake kwaliteitsvisie Spoedeisende
Zorg en op mijn toezegging aan uw Kamer om u te informeren over de voortgang van de
concentratie van de acute zorg, waarin ook ingegaan wordt op een mogelijk af te sluiten
convenant (5131).
De kwaliteit van de acute zorg in Nederland heeft een behoorlijk hoog niveau. De bereikbaarheid
en kwaliteit zijn in het algemeen goed. Maar het kan natuurlijk altijd beter, met
name als het gaat om de complexe acute zorg. Mijn ambities zijn er op gericht de bereikbaarheid
van de acute zorg zo goed mogelijk te houden en de kwaliteit waar nodig te verbeteren.
Mijn adagium is: zorg dichtbij waar dit kan en zorg concentreren waar dit moet vanwege
de kwaliteit. Dat geldt ook voor de acute zorg. Ik zie dat de zorg zich in grote delen
van het land ook zo ontwikkeld.
Naast concentratie omwille van kwaliteit, vind ik dus ook de spreiding van acute basiszorg
erg belangrijk. Ik wil dan ook niet tornen aan de 45 minuten norm voor de bereikbaarheid
van cruciale zorg, zoals de SEH en de verloskunde.
Het verbeteren van de kwaliteit van de acute zorg is een voortdurend proces. Zo hebben
beroepsgroepen op onderdelen al kwaliteits- en volume eisen geformuleerd. De concentratie
die nodig is om aan de gewenste kwaliteits- en volume eisen te voldoen, vindt echter
niet altijd vanzelf plaats. Tegen die achtergrond zijn in het Bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord
Medisch Specialistische zorg (MSZ) dat ik heb afgesloten met aanbieders en verzekeraars,
afspraken gemaakt om te komen tot een beheerste kostenontwikkeling en over selectieve
inkoop door verzekeraars. Dit om de kwaliteit, doelmatigheid en innovatie van zorg
te stimuleren. Acute zorg speelt hierin ook een rol. Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
heeft het initiatief genomen om de in het Hoofdlijnenakkoord gemaakte afspraken verder
uit te werken. Met het begin 2013 gepubliceerde rapport «Kwaliteitsvisie Spoedeisende
Zorg» is door Zorgverzekeraars Nederland (ZN) de eerste stap gezet. In dit rapport
is een landelijk kader van criteria voor de herinrichting van de spoedeisende zorg
opgesteld. In dit kwaliteitskader staat voor meerdere complexe acute aandoeningen
(o.a. voor CVA-, geboorte- en heupfractuurzorg) aangegeven wat de kwaliteits- en volumecriteria
zouden moeten zijn om de kwaliteit te verhogen. Op basis van deze criteria zijn scenario’s
ontwikkeld en is een inventarisatie gemaakt toegespitst op de specifieke situatie
per regio in dialoog met regionale zorgaanbieders. Zorgverzekeraars beogen de kwaliteit
van spoedeisende zorg te verbeteren in de regio’s door op basis van kwaliteitscriteria
te gaan contracteren bij ziekenhuizen die voldoen aan de gestelde eisen voor kwaliteit.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft zorgverzekeraars er inmiddels op gewezen
dat hun gezamenlijke plannen voor de concentratie van spoedeisende (verloskundige)
ziekenhuiszorg de keuzemogelijkheden voor patiënten en verzekerden te veel kunnen
verminderen. Op basis hiervan heeft ZN op 16 juli jl. laten weten het gezamenlijke
traject rond complexe spoedeisende zorg voor dit moment af te ronden. Er is op dit
moment dus geen sprake meer van een gezamenlijk traject van de zorgverzekeraars voor
de acute zorg. Het is nu aan iedere zorgverzekeraar afzonderlijk om hier het eigen
inkoopbeleid op te formuleren. Het inkoopbeleid van zorgverzekeraars is een individuele
verantwoordelijkheid, waarbij de zorgverzekeraar moet voldoen aan de zorgplicht jegens
zijn verzekerden.
Het is nu aan ZN om aan te tonen dat het collectief stellen van kwaliteitseisen per
saldo goed is voor de verzekerden. Zorginstituut Nederland is door ZN verzocht om
vanuit zijn onafhankelijke positie de partijen te verzoeken om zo snel mogelijk gezamenlijk
de kwaliteitsstandaarden voor spoedeisende hulp te formuleren. Wat Zorginstituut Nederland
betreft, zullen de kwaliteitsstandaarden waar alle partijen het wél over eens zijn,
nog dit jaar in het register bij het Zorginstituut worden opgenomen. Voor de standaarden
waarover nog geen overeenstemming bestaat, verwacht Zorginstituut Nederland dat deze
in de loop van 2015 worden geregistreerd. Als de partijen daar niet uitkomen, zal
het Zorginstituut zelf een expertcommissie instellen om voorstellen te doen.
Tot slot. In het regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet een convenant met verzekeraars
afsluit over de acute zorg. Verschillende partijen in het veld hebben aangegeven geen
behoefte te hebben aan een apart convenant voor acute zorg. Het huidige Hoofdlijnenakkoord
volstaat om de gewenste bewegingen in de acute zorg verder te brengen. Op dit moment
bezie ik de ontwikkelingen, mocht er alsnog aanleiding zijn voor een convenant, dan
zal ik daarover het gesprek aangaan.
Ik hoop u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers