29 247 Acute zorg

Nr. 177 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 4 juli 2012

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 15 maart 2012 inzake Problematiek financiering Sensoor-organisaties (Kamerstuk 29 247, nr. 174).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 3 juli 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Smeets

De griffier van de commissie, Teunissen

1

Hoe lang is de problematiek rondom de financiering van de Sensoororganisaties u bekend?

De invoering van de Wmo was voor enkele provincies aanleiding om hun subsidie voor de regionale SOS-telefonische hulpdienst af te bouwen. Nadat de voorloper van Sensoor Nederland, de Federatie SOS-Telefonische hulpdiensten, dit op 7 november 2007 schriftelijk aan VWS meldde heeft de toenmalige staatssecretaris van VWS op 18 maart 2008 een brief aan de provincies en de G4 geschreven waarin zij het belang van de SOS-telefonische hulpdiensten benadrukte en stelde dat de Wmo geen wijziging van de beleidsverantwoordelijkheid van de provincies ten aanzien van de SOS- telefonische hulpdiensten beoogt. Hierop hebben de provincies Noord-Brabant, Groningen, Utrecht, Zeeland en Friesland gereageerd dat zij niet van plan waren om de subsidie aan Sensoor stop te zetten. De andere provincies hebben geen reactie gegeven, maar hebben hun subsidie aan Sensoor toen niet stopgezet.

In april 2010 heeft Sensoor Nederland mondeling aan VWS laten weten dat er bij de provincies plannen waren om de subsidie aan de regionale Sensoororganisaties af te bouwen als gevolg van de binnen het IPO gevoerde kerntakendiscussie. Vervolgens heeft Sensoor Nederland in mei 2010 een petitie hierover aan uw Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeboden. Vervolgens is meerdere malen, ook door mij, gesproken met IPO en VNG over deze kwestie. Op 16 mei 2011 stuurde Sensoor een brief aan mij met de conclusie dat het overleg met IPO en VNG geen resultaat heeft opgeleverd. Tijdens de behandeling van de VWS-begroting 2012, in november 2011, heb ik aan uw Kamer toegezegd dat ik Sensoor zal ondersteunen bij het zoeken naar oplossingen.

2

Bij wie ligt op dit moment de beleidsverantwoordelijkheid voor de sociale en emotionele ondersteuning op afstand?

De beleidsverantwoordelijkheid voor de sociale en emotionele ondersteuning op afstand is niet formeel vastgelegd. In het kader van de Welzijnswet waren provincies verantwoordelijk voor het beleid op het gebied van de SOS-telefonische hulpdiensten. De middelen voor de hulpdiensten zijn (ongeoormerkt) in het provinciefonds gestort. Met de inwerkingtreding van de Wmo op 1 januari 2007 werd géén beleidsinhoudelijke wijziging beoogd. Ook de financiering is toen niet gewijzigd.

3

Klopt het dat het bestuursakkoord bevestigt dat de verantwoordelijkheid voor het sociale domein zo dicht mogelijk bij de burgers ligt en dat gemeenten daarvoor verantwoordelijk zijn? Is een verbinding mogelijk tussen gemeenten en Sensoor, gezien het feit dat de dienstverlening door Sensoor op afstand werkt en anoniem is?

Het klopt dat Rijk en provincies op 4 juni 2008 afspraken dat op het terrein van zorg en welzijn primair een rol is weggelegd voor gemeenten (Bestuursakkoord Rijk-provincies 2008–2011). In de bestuursafspraken 2011–2015 is de gemeente gepositioneerd als de bestuurslaag die zich bezighoudt met taken die burgers en bedrijven rechtstreeks raken. Zorg en welzijn komen in deze afspraken niet meer als kerntaak in het profiel van provincies terug.

Er is een verbinding mogelijk tussen de gemeenten en Sensoor omdat de dienstverlening van Sensoor naar haar aard vooral behoort tot het gemeentelijk domein. Wel constateer ik dat de noodzakelijke anonimiteit de financiering door gemeenten lastiger maakt.

4

Welke van de nu nog door de provincies uitgevoerde taken m.b.t. zorg en welzijn zullen op termijn worden afgestoten door de provincies? Welke organisaties c.q. instellingen zullen te maken krijgen met soortgelijke financiële problemen?

Ik ben niet exact op de hoogte van alle provinciale voornemens over het eventueel afstoten van taken op het terrein van zorg en welzijn. Wel is mij bekend dat naast Sensoor ook de 13 Zorgbelangorganisaties te maken hebben met dit voornemen. Deze regionale organisaties werken op regionaal en lokaal niveau aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg en welzijn. De Zorgbelangorganisaties vallen sinds 1994 onder de verantwoordelijkheid van de provincies. Hiervoor is destijds geld overgeheveld vanuit het Rijk. Provincies hebben zich in het verleden gericht op belangenbehartiging op lokaal en regionaal niveau, maar sinds het bestuursakkoord staat dat ter discussie.

Het is mij niet bekend of en zo ja welke taken op termijn nog meer zullen worden afgestoten door provincies, dan wel welke organisaties daarmee te maken zullen krijgen. In de bestuursafspraken 2011–2015 zijn de kerntaken van provincies vastgelegd. Maar de provincies hebben een open huishouding. Zij kunnen naast hun wettelijke taken binnen de geldende wet- en regelgeving, taken oppakken en afstoten waarvan zij dat opportuun vinden.

5

Kan precies worden aangegeven hoe hoog de door de provincie en G4 verstrekte subsidies aan Sensoor waren? Kan een overzicht gegeven worden van de afbouw van de subsidie aan Sensoor door de verschillende provincies? Is het de verwachting dat de G4 wel in gelijke mate zullen blijven bijdragen?

Samen met Sensoor Nederland heb ik onderzoeksbureau HHM te Enschede gevraagd een analyse te maken van de bedrijfsvoering en de omgeving van Sensoor Nederland en haar stichtingen. In dat kader heeft HHM een overzicht gemaakt van de omvang en mogelijke afbouw van de inkomsten van de 13 regionale Sensoororganisaties. Dat overzicht vindt u in onderstaande tabel.

De verwachting is dat de G4, bij gelijkblijvend beleid, in gelijke mate zullen bijdragen.

Stichting

Inkomsten 2011

Inkomsten 2012

Inkomsten 2013

Inkomsten 2014

Inkomsten 2015

Zeeland

€ 367 888

€ 348 582

€ 337 018

€ 325 611

€ 332 123

Zuid Holland Noord

€ 214 489

€ 214 189

€ 214 189

€ 0

€ 0

Zuid-Holland Zuid en Midden

€ 667 187

€ 668 239

€ 664 455

€ 298 581

€ 298 581

Oost-Nederland

€ 411 090

€ 393 092

€ 358 952

€ 310 400

€ 310 400

Utrecht

€ 327 701

€ 330 628

€ 331 628

€ 332 628

€ 333 628

West Midden

€ 701 711

€ 576 435

€ 316 105

€ 316 105

€ 316 105

Haaglanden

€ 307 125

€ 301 806

€ 295 770

€ 295 770

€ 295 000

Limburg

€ 439 044

€ 446 800

€ 403 720

€ 403 720

€ 403 720

Noord-Brabant

€ 1 060 902

€ 1 074 060

€ 998 000

€ 499 000

€ 0

Amsterdam

€ 325 000

€ 327 000

€ 327 000

€ 327 000

€ 327 000

Fryslân

€ 200 612

€ 187 380

€ 187 380

€ 187 380

€ 187 380

Gelderland

€ 664 516

€ 668 058

€ 600 000

€ 609 000

€ 613 500

Groningen/Drenthe

€ 247 611

€ 246 201

€ 209 951

€ 108 750

€ 108 750

Totaal

€ 5 934 876

€ 5 782 470

€ 5 244 168

€ 4 013 945

€ 3 526 187

(Bron: Sensoor Nader Beschouwd, tabel 12, HHM april 2012, grijs gearceerd vlak: de continuïteit van de bedrijfsvoering is in gevaar, het gaat om verwachte maar onzekere bijdragen)

Uit de tabel blijkt dat in 2012 de subsidiebedragen op bijna hetzelfde niveau gehandhaafd blijven. In 2013 echter zal bij twee stichtingen de continuïteit van de huidige bedrijfsomvang in gevaar komen, in 2014 en 2015 zal dat voor vijf stichtingen gelden (grijs gearceerde vlakken). Negen van de dertien Sensoororganisaties hebben in de periode 2013–2015 te maken met een sterkere terugloop van financiële middelen. Slechts vier Sensoorstichtingen verwachten een inkomstenterugloop van minder dan 5% in dat tijdsbestek.

Voor negen van de dertien regionale Sensoororganisaties is de provincie de belangrijkste subsidiegever (80% van de inkomsten). Drie stichtingen worden bijna volledig gesubsidieerd door G4-gemeenten. Eén stichting ontvangt vanwege haar werkgebied zowel subsidie van een G4-gemeente als van de provincie (50–50).

6

Klopt het dat de verantwoordelijkheid voor sociale en emotionele ondersteuning op afstand door u bij de provincies en de G4 is neergelegd, dat in het rapport van het IPO-bestuur (Provincies: een eigentijds profiel) het sociale domein niet meer tot de taak van provincies wordt gerekend en de verantwoordelijkheid voor sociale en emotionele ondersteuning daarmee nergens meer wordt genomen?

(zie ook de antwoorden op de vragen 2 en 3) Het klopt dat met de invoering van de Welzijnswet provincies en de G4 verantwoordelijk waren gemaakt voor het beleid betreffende de dienstverlening van de voorloper van Sensoor, de SOS-telefonische hulpdienst. Met de invoering van de Wmo werd geen beleidsinhoudelijke wijziging beoogd. In het rapport: «Provincies: een eigentijds profiel (1 juli 2010)» stelt het IPO dat uitvoeringstaken binnen het sociale domein, m.u.v. de Jeugdzorg, niet meer behoren tot het provinciale basistakenpakket. Dit rapport was voor het IPO het startpunt voor het gesprek met Rijk en andere overheden over een nieuw bestuursakkoord, het was niet bedoeld als basis voor sommige provincies om de subsidie voor de regionale Sensoororganisaties af te bouwen. In de bestuursafspraken 2011–2015 is wel vastgelegd dat sociale taken geen kerntaak van de provincies vormen.

7

Hecht u waarde aan de sociale en emotionele ondersteuning op afstand zoals die door Sensoor wordt geboden? Zo ja, waar blijkt dit uit?

Ja. Onze samenleving kent veel mensen die, soms tijdelijk, er niet helemaal in slagen om voor zichzelf te zorgen. De inzet van ondermeer de vrijwilligers van Sensoor draagt bij aan de zelfredzaamheid van deze mensen en is een teken van de onderlinge betrokkenheid en sociale samenhang in onze maatschappij. Ik verwacht bovendien dat in de toekomst deze vorm van dienstverlening nog belangrijker zal worden. Daarom ondersteun ik Sensoor in het zoeken naar een structurele oplossing voor de ontstane situatie. Wel blijkt dat slechts een relatief kleine groep bellers een beroep doet op de Sensoor dienstverlening. HHM constateert op basis van informatie van Sensoor Nederland dat de ruim 280 000 jaarlijkse telefonische contacten door slechts 10 000 unieke bellers worden gerealiseerd.

Sensoor Nederland heeft tussen 5 maart en 1 mei 2012 ruim 1100 steunbetuigingen binnengekregen van bellers, chatters, hulpverleners en vrijwilligers. Ook daaruit blijkt de waarde van het werk van Sensoor.

Enkele citaten:

«ik chat en mail al jaren met Sensoor en kan altijd op de steun en professionaliteit van de vrijwilligers rekenen in goede en slechte tijden. Buiten kantoortijden is er bijna geen steun vanuit andere instellingen en ik weet dat de mensen van Sensoor er altijd zijn.....ik kan deze mensen echt niet missen».

«Sensoor moet blijven. Wie kunnen we anders spreken als we iemand nodig hebben om een praatje mee te maken.»

«Zonder Sensoor was het met mij slechter afgelopen. Het is heel fijn dat je altijd ergens terecht kunt waar je niet veroordeeld wordt.»

«Als zij er niet meer zijn, beland ik weer in een inrichting.»

«het doet mij zeer goed.... ook met feestdagen wanneer het nog moeilijker is dan gewone dagen, is Sensoor altijd bereikbaar.....»

8

Bent u verantwoordelijk voor het behoud van de voorziening telefonische hulp zoals geboden door Sensoor? Zo nee, waarom niet, en wie/ welke bestuurslaag is wel verantwoordelijk?

Geen enkele bestuurslaag heeft de wettelijke plicht om de regionale Sensoororganisaties te financieren. Als provincies en de G4 besluiten om de subsidie aan Sensoor af te bouwen, zijn zij – als structurele subsidiegever – verantwoordelijk om dit op een zorgvuldige manier te doen.

Ik subsidieer – als stimulans voor (de innovatie van) informele dienstverlening – de koepel Sensoor Nederland voor landelijke zaken zoals technische infrastructuur, marketing en belangenbehartiging. Ik wil Sensoor actief ondersteunen bij het vinden van een oplossing voor haar problemen. Ik wil daarom dat deze belangrijke dienstverlening, waarnaar de vraag bovendien waarschijnlijk zal toenemen, beter verankerd wordt in ons stelsel. Ik wil u voor het einde van het reces informeren over mijn visie hierop. (zie ook mijn antwoord op de vragen 20 en 25).

9

Bent u bekend met het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut naar de betekenis van aandacht, zoals geboden door Sensoor? Wat is uw opvatting over de uitkomsten van dit onderzoek?

Ja. Het Verwey-Jonker Instituut constateert dat Sensoor beschikt over bewezen effectieve interventies en verwacht een groeiende vraag naar anonieme hulp op afstand. Het is goed dat door dit onderzoek de waarde van de dienstverlening van Sensoor is onderbouwd.

10

De landelijke koepel van Sensoor wordt gesubsidieerd door VWS, terwijl de 13 zelfstandige regionale organisaties worden gefinancierd door provincies en de G4. Hoe groot is de subsidie die de landelijke koepel ontvangt? Hoeveel dragen de verschillende provincies en G4 bij aan de zelfstandige regionale organisaties?

De landelijke koepel Sensoor Nederland ontvangt van VWS jaarlijks een instellingssubsidie, in 2011 was deze € 280 090,–. Sensoor Nederland regelt overkoepelende zaken zoals technische infrastructuur, marketing en belangenbehartiging. In het antwoord op vraag 5 ben ik ingegaan op de hoogte en het verloop van de inkomsten van de 13 regionale Sensoorstichtingen en de bijdrage van provincies en gemeenten.

11

Bent u van mening dat versnippering van de 13 Sensoororganisaties dient te worden voorkomen, en dat zij daarom onder één paraplu dienen te blijven? Zo nee, waarom niet?

Ik vind het belangrijk dat mensen informele anonieme steun op afstand kunnen krijgen, daar is mijn inspanning op gericht. Het is aan Sensoor Nederland om te bepalen in welke organisatievorm zij het beste kan werken. Overigens constateer ik dat de afzonderlijke 13 Sensoorstichtingen op verschillende manieren hun aanbod realiseren. Het zijn zelfstandige stichtingen met elk een eigen bestuur, een directeur, betaalde medewerkers en vrijwilligers. De mate waarin deze disciplines zijn vertegenwoordigd verschilt echter aanmerkelijk. Daardoor zijn er ook aanmerkelijke verschillen in de kostprijs per contact. De koepel, Sensoor Nederland, houdt zich vooral bezig met techniek (één telefoonnummer, chat en email infrastructuur), marketingactiviteiten, belangenbehartiging naar buiten en ondersteuning van de 13 lidorganisaties. Hoewel het opleidingsbeleid een zaak is van de regionale stichting coördineert Sensoor Nederland jaarlijks landelijke trainingen voor vrijwilligers en biedt zij de landelijke (Spen-gecertificeerde) basistraining aan. Ook ontwikkelt Sensoor Nederland minimale kwaliteitscriteria waar de Sensoor dienstverlening aan moet voldoen.

12

Is het de verwachting dat gemeenten – zeker met het oog op de uitbreiding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) met o.a. begeleiding – in toenemende mate bij zullen dragen aan de financiering van regionale Sensoororganisaties?

De geplande decentralisatie van begeleiding naar gemeenten vanaf 2013 wordt niet doorgevoerd. Het is aan gemeenten om te bezien of de activiteiten die onder meer Sensoor biedt, passen in het ondersteuningsaanbod dat gemeenten willen bieden in het kader van de Wmo.

13

Op dit moment wordt onderzoek uitgevoerd naar de situatie van de 13 Sensoororganisaties. Wat zijn de kosten van dit onderzoek? Waarom financiert u dit onderzoek?

De kosten van het onderzoek bedragen € 23 466,80 inclusief BTW, reis- en verblijfskosten.

Ik heb uw Kamer toegezegd om Sensoor te ondersteunen in het vinden van een oplossing voor de huidige financiële problematiek. In het overleg met Sensoor Nederland bleek dat er geen volledig inzicht was in de bedrijfsvoering en de omgeving van de 13 regionale stichtingen, dat is wel nodig voor het ontwikkelen van een goede toekomstvisie. Daarom heb ik het onderzoek van bureau HHM gefinancierd.

14

Op dit moment wordt onderzoek uitgevoerd naar de situatie van de 13 Sensoor organisaties. Wordt daarbij ook gekeken naar verschillende mogelijkheden ten aanzien van de financiering van deze organisaties? Zo ja, worden ook andere opties dan financiering door overheden overwogen?

Aan de regionale Sensoororganisaties is door bureau HHM gevraagd hoe zij de toekomst van hun aanbod en organisatie zien. Gekeken is naar innovatie op het gebied van communicatie, dienstverlening, samenwerking, positionerings- en financieringsmogelijkheden (ook uit private gelden). Op hoofdlijnen is er binnen Sensoor consensus over een visie met als richting een sterke centrale organisatie voor diverse vormen van anonieme hulp op afstand. Afhankelijk van de mate waarin de continuïteit van de afzonderlijke stichtingen bedreigd wordt, geven zij de voorkeur aan een sterke rijksgefinancierde landelijke organisatie met regionale uitvoeringskantoren of voor sterke regionale organisaties met veel vrijheid gesubsidieerd door provincies en/of gemeenten.

15

Wat wordt er precies bedoeld met de taak «signaleren en agenderen van vraagstukken en tekortkomingen» ten aanzien van zorg en welzijn? Welke van de huidige taken die de provincie op het gebied van zorg en welzijn uitvoert vallen hier exact onder?

Met deze passage refereert uw Kamer aan het bestuursakkoord 2008–2011 tussen Rijk en provincies uit het vorige kabinet. Vorig jaar zijn er nieuwe bestuursafspraken tussen Rijk en medeoverheden gemaakt. Hierin is afgesproken dat «sociale taken geen kerntaak meer vormen van de provincies».

16

Welke mogelijkheden m.b.t. structurele financiering en innovatie van de dienstverlening worden er in het onderzoek naar de financiering van de Sensoororganisaties bekeken?

Zie mijn antwoord op vraag 14.

17

Tot wanneer is het voortbestaan van de dienstverlening van Sensoor gewaarborgd, gezien de geplande afbouw van de provinciesubsidies?

Zie ook mijn antwoord op vraag 5. HHM stelt dat wanneer vijf stichtingen geen diensten meer leveren, zowel de landelijke dekking als de 24/7 bereikbaarheid van Sensoor niet meer gegarandeerd is. De regionale stichtingen zijn elkaars achterwacht zodat mensen, waar zij ook vandaan bellen, ook in drukke tijden, altijd iemand aan de telefoon krijgen. Bij ongewijzigd beleid ontstaat die situatie in 2014.

18

Hoeveel bedraagt de subsidie van het Rijk aan de landelijke koepel van Sensoor? Klopt het dat er in 2009 en 2010 nog extra subsidie is verstrekt in verband met het extra opleiden van vrijwilligers?

Zie ook mijn antwoord op vraag 10. De landelijke koepel Sensoor Nederland heeft voor 2011 een instellingssubsidie van € 280 090,– van VWS ontvangen. In het kader van de subsidieregeling voor de deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers heeft Sensoor Nederland voor twee jaar (2009 en 2010) in totaal eenmalig € 188 800,– ontvangen. Hiervoor zijn extra trainingen door externe opleidingsbureaus betaald. In de regel worden de vrijwilligers van Sensoor Nederland en de regionale Sensoororganisaties intern geschoold.

19

Zijn er naast Sensoor nog andere landelijke telefonische hulpdiensten met regionale vertakking voor mensen met persoonlijke problemen of met anonieme hulp op afstand?

Ja, er zijn andere aanbieders van hulp op afstand met een regionale vertakking, maar zij bieden niet exact dezelfde dienst als Sensoor. De Kindertelefoon bijvoorbeeld biedt – op verzoek anonieme- hulp op afstand maar uitsluitend aan kinderen en jongeren (alle voorkomende problemen inclusief suïcide-gevoelens). Ex6 en 113online geven hulp bij suïcidegevoelens, maar niet voor andere persoonlijke problemen. Humanitas biedt chat-hulpverlening maar heeft beperkte «openingstijden». In onderstaande tabel is een overzicht van vergelijkbare diensten gegeven.

Dienst

Afwijkend kenmerk in relatie tot Sensoor

Kindertelefoon

Gericht op de doelgroep Jeugd

Crisisdiensten

Alleen voor crisisgevallen

Algemeen maatschappelijk werk

Professionele hulpverlening, meestal face to face

Korrelatie

Meer gericht op het doorverwijzen van mensen naar de juiste hulpverlener, soort hulpmakelaarsfunctie, professioneel

Mantelzorg

Niet anonym

GGZ

Professionele hulp

Lotgenoten

Gericht op specifieke doelgroep

Gespecialiseerde lijnen

Gericht op bepaalde doelgroepen (onder meer voor homo's/lesbo's en zelfhulplijnen voor psychiatrische patiënten). Deze zijn veelal al weer verdwenen als gevolg van bezuinigingen

Ex6 en 113online

gericht op suïcide gevoelens

Humanitas (chat)

«Het luisterend oog»

Gratis, anoniem, maar alleen beperkte openingstijden

Telefooncirkels

(Rode Kruis),

De telefooncirkel is een groep mensen die elkaar dagelijks belt

Buddyzorg

Niet anoniem, niet op afstand

Interapy, psynovation

Commerciële en/of professionele hulpverlening

Slachtofferhulp

Gericht op specifieke doelgroep

Commerciële lijnen

Bieden vergelijkbare hulp als Sensoor maar tegen stevige telefoonkosten. Betaalde 0 900 nummers

Steunpunt huiselijk geweld

Gericht op een doelgroep slachtoffers van geweld in huiselijke kring. Deze dienst wordt tijdens kantooruren gedraaid door professionals.

Buiten kantooruren wordt soms doorgeschakeld naar Sensoor

(gebaseerd op: HHM Sensoor nader beschouwd HHM april 2012)

20

Wat is het doel van de betrokkenheid van medewerkers van VWS bij het onderzoek bij de 13 zelfstandige regionale organisaties? Is het rijk voornemens een rol te spelen bij de financiering of het voortbestaan van de regionale Sensoororganisaties, of ligt hier een verantwoordelijkheid voor de gemeenten in relatie tot de Wmo?

Ik heb aan uw Kamer toegezegd dat ik Sensoor zal ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing voor de huidige situatie. Ik vind het belangrijk om in goed overleg met Sensoor Nederland de verschillende oplossingsrichtingen te verkennen, daarom waren mijn medewerkers betrokken bij het onderzoek van bureau HHM naar Sensoor Nederland en de 13 zelfstandige regionale organisaties.

Om Sensoor goed te kunnen ondersteunen bij het oplossen van de financieringsproblematiek, wil ik eerst een volledig inzicht krijgen in de aard en organisatie van de verschillende soorten anonieme «hulp op afstand». Dit onderzoek is één van de bouwstenen voor mijn visie op «hulp op afstand» die ik u voor het einde van het reces zal sturen.

21

U schrijft dat het verliezen van provinciale subsidie het gevolg is van het bestuursakkoord. Was dit gevolg voorzien? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk vangnet is bedacht?

In het Bestuursakkoord 2008–2011 zijn Rijk en provincies een structurele korting van het provinciefonds overeengekomen van € 300 mln. met ingang van 2011. Er zijn geen afspraken gemaakt over de wijze waarop provincies deze korting invullen. Met het oog op de kerntaken die in dit bestuursakkoord zijn beschreven, hebben veel provincies ervoor gekozen een aanzienlijk deel van deze korting neer te laten slaan in het sociale domein.

Op voorhand was niet te voorzien hoe provincies deze korting zouden in vullen, omdat dit afhankelijk is van het democratisch proces rond de provinciale begrotingen. Uit het overzicht onder vraag 5 blijkt dat er provincies zijn die Sensoor zullen blijven financieren.

22

Wanneer moet het onderzoek naar bedrijfseconomische aspecten van de Sensoororganisaties en de omgeving waarin zij zich bevinden klaar zijn?

Onderzoeksbureau HHM heeft de eindrapportage: Sensoor nader Beschouwd, op 14 april jl. aan Sensoor Nederland en aan mij aangeboden. De rapportage is bij deze antwoorden gevoegd (bijlage 1)1.

23

Ziet u mogelijkheden de dienstverlening die Sensoor biedt te koppelen aan de implementatie van de landelijke e-health agenda, en wanneer kunt u duidelijkheid geven over de beloofde structurele oplossing voor de financiering van anonieme e-mental health initiatieven?

De landelijke e-health agenda waaraan u refereert, is een initiatief van de koepels van patiënten, professionals en verzekeraars. Zij zijn verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering hiervan en dus ook voor de keuze om dienstverlening die Sensoor biedt hier al dan niet in te betrekken. Over deze agenda en mijn activiteiten ten aanzien van e-health heb ik uw Kamer op 7 juni 2012 (Kenmerk MEVA/ICT-3118565) geïnformeerd. In 2012 en 2013 zal ik € 2 mln per jaar uittrekken voor het verstrekken van subsidies voor anonieme e-mental health. Met deze tijdelijke maatregel is ruimte gecreëerd om een structurele oplossing vorm te geven, zoals een tender uitschrijven onder zorgverzekeraars. Ik zal het CVZ en de NZa opdracht geven om dit verder uit te werken.

24

Zijn er regionale Sensoororganisaties die, vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek en besluitvorming, al zelf op zoek zijn gegaan naar alternatieve financieringsbronnen en/of samenwerkingsverbanden? Worden deze ervaringen meegenomen bij het onderzoek en toekomstige besluitvorming?

Ja. Alle Sensoororganisaties proberen zoveel mogelijk hun bestaande subsidies te behouden en zijn op zoek naar nieuwe financieringsbronnen. Elf stichtingen lobbyen actief bij de provincies, negen van de dertien zijn in gesprek met gemeenten en nog eens negen zijn actief op zoek naar samenwerkingspartners (Kindertelefoon). Sensoor Friesland is onderdeel geworden van het Centrum voor maatschappelijke ontwikkeling en Sensoor Zeeland is onderdeel geworden van een provinciaal samenwerkingsverband voor maatschappelijke ondersteuning. De meeste gemeenten blijken tot nu toe niet bereid tot subsidiëring van de Sensoororganisaties, behalve de G4. Veel gemeenten moeten bezuinigen. Bovendien willen gemeenten weten welk deel van de dienstverlening voor hun «eigen» inwoners is. De bellers naar Sensoor zijn niet herleidbaar naar de afzonderlijke gemeenten, de vrijwilligers wel.

25

U wilt medio dit jaar duidelijkheid over de toekomst van hulp op afstand en van Sensoororganisaties in het bijzonder. Zijn de Sensoororganisaties de enige organisaties die dit type hulp verlenen? Waarom moet er medio dit jaar duidelijkheid zijn over de toekomst van de Sensoororganisaties in het bijzonder?

In mijn antwoord op vraag 19 ben ik ingegaan op andere organisaties die min of meer vergelijkbare hulp verlenen. Omdat vanaf 2014 de continuïteit van de Sensoor dienstverlening direct in gevaar komt, zal er medio dit jaar duidelijkheid moeten zijn over de toekomstige financiering. Dit is afhankelijk van de toekomstvisie van Sensoor en afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek naar overlap van diensten voor hulp op afstand. De toekomstvisie verwacht ik begin juli 2012 en het onderzoek is uiterlijk half juli 2012 afgerond. Mede op basis van het onderzoeksrapport en het standpunt van Sensoor Nederland wil ik een visie ontwikkelen op anonieme hulp op afstand, die ik u voor het einde van het reces zal toesturen.

26

Kan toegezegd worden dat de resultaten van het onderzoek naar structurele financiering nog vóór het zomerreces aan de Kamer worden gestuurd?

Ja. Het onderzoek van HHM is als bijlage toegevoegd.

27

U schrijft dat het onderzoek naar de problematiek van de Sensoororganisaties wordt gefinancierd door VWS. Om welk bedrag gaat het?

De kosten van het onderzoek bedragen € 23 466,80 inclusief BTW, reis- en verblijfskosten.

28

U schrijft dat het de bedoeling is dat Sensoor een visie formuleert op mogelijkheden voor innovatie van de dienstverlening. Wat schort er momenteel aan de dienstverlening en aan wat voor innovaties denkt u?

De door de Sensoororganisaties genoemde innovaties hebben betrekking op verschillende aspecten van de Sensoordienstverlening. Zo zijn er nog andere communicatievormen mogelijk naast e-mail, telefoon en chat bijvoorbeeld: face to face, niet anoniem en via sociale media.

Ook de manier van hulpverlenen kan vernieuwen. Vier van de Sensoororganisaties beperken zich principieel tot de functie van «luisterend oor», dat is volgens hen de kern van het werk van Sensoor. Andere Sensoororganisaties zien mogelijkheden tot kwaliteitsverbetering door uitbreiding van de dienstverlening. Gedacht wordt aan meer outreachend werken, actief doorverwijzen, informeren en adviseren.

De kwaliteit van de dienstverlening, zo verwacht ik, kan geoptimaliseerd worden door meer samen te werken met andere organisaties die psychosociale hulp bieden, zoals het lokale algemeen maatschappelijk werk, Slachtofferhulp, de Kindertelefoon, 113online en GGZ-instellingen. Ik vermoed ook dat het aanbod van deze diensten elkaar deels overlapt, daarom laat ik onderzoeken of meer samenwerking ook doelmatigheidswinst kan opleveren.

29

U spreekt over «structurele financiering» voor Sensoor. Wordt hiermee bedoeld publieke of private financiering?

Hier wordt een vorm van permanente financiering bedoeld in tegenstelling tot een incidentele oplossing van het financiële probleem. Deze «structurele financiering» kan bestaan uit publieke middelen of private middelen of een combinatie van beide.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven