29 247 Acute zorg

Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2011

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft onlangs het onderzoek naar de bereikbaarheid van de spoedeisende hulp in Nederland afgerond. Ik heb uw Kamer de resultaten van dit onderzoek toegezegd. Bijgaand treft u het onderzoeksverslag aan.1

Het onderzoek laat zien dat tussen 2008 en 2011 het aantal «volledige» afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH’s) waarbij 24 uur per dag en 7 dagen per week openstelling is en acht poortspecialismen worden aangeboden, terug is gelopen van 104 naar 67. De voornaamste reden van deze afname is de concentratie van de spoedeisende zorg. De resultaten tonen dat de spreiding van deze 67 SEH’s zodanig is dat 99,1% (2008: 99,6%) van de inwoners van Nederland binnen 45 minuten per ambulance naar een SEH kan worden vervoerd. Dit betekent dat 0,86% (142 300) van de mensen niet binnen de normtijd een SEH kunnen bereiken. Hiervan woont circa 0,15% (24 115) op de Waddeneilanden.

Naast de 67 volledige SEH’s zijn er ook SEH’s die één of meer van de acht poortspecialismen niet of niet 24x7 uur aanbieden. Dit zijn de onvolledige SEH’s. In de bovengenoemde cijfers zijn deze SEH’s niet meegenomen, terwijl ze in de praktijk een belangrijke functie vervullen. Wanneer in de berekeningen ook de 32 onvolledige SEH’s worden meegenomen, stijgt het percentage van het aantal mensen dat binnen 45 minuten per ambulance naar een SEH kan worden vervoerd naar 99,7%. In dit geval kan dan 0,28% van de mensen (47 000) niet binnen de normtijd een SEH bereiken.

Van de 99 volledige en onvolledige SEH’s bieden 84 locaties 24x7 uur klinische verloskunde aan. Met dit aantal locaties kan eveneens 99,7% van het aantal mensen binnen 45 minuten de acute verloskundige zorg bereiken.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven