28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 86 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2011

Hierbij zend ik u, mede namens de staatssecretaris van I&M, de antwoorden op de schriftelijke vragen van de Tweede Kamerfracties naar aanleiding van het Algemeen Overleg over Intensieve Veehouderij d.d. 1 december 2011.

VVD

Onder de verschillende definities van megastallen die worden gebruikt, vallen ook familiebedrijven welke hard nodig zijn om het platteland leefbaar te houden.

Een landelijke absolute begrenzing van de schaalgrootte vinden gemeenten onwenselijk, de afweging of iets past kan beter lokaal en/of provinciaal gemaakt worden, de schaal van veehouderijen moet daarbij passen bij de omgeving en aard van het landschap. Deelt de staatssecretaris de mening van de VVD dat de schaal van de veehouderijen moet passen bij de omgeving en aard van het landschap en dat een landelijke absolute begrenzing van de schaalgrootte absoluut niet gewenst is? Graag een nadere toelichting van de staatssecretaris.

Ja, belangrijk uitgangspunt van mijn visie is dat bedrijven zorgvuldig (kunnen) worden ingepast in hun lokale omgeving. Gemeenten en provincies kunnen hiervoor de randvoorwaarden stellen. Een begrenzing acht ik op dit moment niet opportuun, ik verwijs hiervoor naar mijn brief. Wel wil het kabinet, wanneer dat nodig mocht zijn vanuit andere dan ruimtelijke overwegingen, zoals volksgezondheid, sociaal-economische effecten of ethiek een grens kunnen stellen aan de omvang van bedrijven op een locatie. Het kabinet zal hiervoor een wettelijke voorziening treffen.

De gezamenlijke doelstelling van het bedrijfsleven en het kabinet is dat in 2020 de Nederlandse vlees-, zuivel- en eierketens veilige, gezonde, kwalitatief hoogwaardige en maatschappelijke gewaardeerde producten maken.

Deelt de staatssecretaris de opvatting van de VVD-fractie dat deze doelstelling de landbouwsector in zijn totaliteit tekort doet? Deelt de staatssecretaris voorts de mening van de VVD dat er momenteel ook al sprake is van een hoogwaardige productie en dat het voedsel uit Nederland nog nooit zo veilig is geweest?

Ik ondersteun de doelstelling van de ketenpartijen dat in 2020 de Nederlandse vlees-, zuivel-, en eierketens veilige, gezonde, kwalitatief hoogwaardige en maatschappelijk gewaardeerde producten maken. Deze doelstelling doet de landbouwsector in zijn geheel niet tekort en wil niet zeggen dat nu al niet sprake zou zijn van een hoogwaardige productie. Het laat zien dat het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen door de gezamenlijke ketenpartijen serieus wordt genomen. Het voedsel uit Nederland is om die reden ook nog nooit zo veilig geweest.

Richting 2020 wordt de lat gefaseerd hoger gelegd op basis van voortschrijdende kennis en de stand van het onderzoek. Is 2020 een realistisch tijdpad? Agrarische ondernemers investeren in stallenbouw voor dertig jaar. Heeft de staatssecretaris in zijn overweging rekening gehouden met de afschrijvingstermijn van deze stallen? De VVD-fractie mist een stip aan de horizon. Deelt de staatssecretaris de opvatting van de VVD-fractie dat een stip aan de horizon belangrijk is voor de ondernemers? Hoe staat het voorgenomen plan om de lat gefaseerd hoger te leggen richting 2020 in relatie tot een stip aan de horizon?

2020 is een realistisch tijdspad. In het kader van de uitvoeringsagenda duurzame veehouderij is gestart met deze aanpak. De stippen aan de horizon zijn een volledig duurzame productieketen in 2020 en dat agrarische ondernemers in het landelijk gebied in harmonie met hun omgeving ondernemen. De keten zelf is aan zet om dat te realiseren. Ik wil daarbij ondersteunen met risicogebaseerde controles, het uitvoeren van audits op ketenkwaliteitssystemen, onderzoek en innovatie.

Met de ketenregisseurs voor de verschillende ketens zal ik een plan van aanpak opstellen hoe deze doelstelling gefaseerd kan worden gerealiseerd. Ik zal in regelmatig overleg met de ketenregisseurs de voortgang bewaken en uw Kamer daarover informeren.

CDA

Om de transitie naar «Al het vlees duurzaam in 2020» te realiseren opereren alle belanghebbenden binnen één basisketenkwaliteitssysteem; geldend voor de gehele voedselkolom, van grond tot mond. Alle ketenspelers – van grondstoffenleverancier tot en met de retail – brengen hun operationeel handelen in lijn.

De ketengestuurde aanpak maakt dat het verdienmodel verandert en daadwerkelijk sprake is van een trendbreuk via productschapinstrument. Dat lukt niet door wet- en regelgeving. We snappen dan ook de inzet van het kabinet om geen nieuwe wetgeving te initiëren. Echter het slot op de deur of het aanpakken van de freeriders, excessen e.d. daar kan de overheid in onze ogen wel een rol in spelen door een slot op de deur te vormen. Door scherpe toezicht op controlesystematiek in te voeren kan samen met het bedrijfsleven freeriders en excessen worden opgespoord en aangepakt. In antibioticabrief wordt een aanzet gegeven maar op welke wijze borgt de staatssecretaris de ketenkwaliteitssystemen? Is de staatssecretaris bereid om de toezicht op controlesystematiek gezamenlijk met de ketenregisseurs uit te werken? Is de staatssecretaris bereid om de heer van Doorn te vragen als ketenregisseur om de overall regie te voeren?

Ik ga samen met de ketenregisseurs en de medeoverheden de overall-regie voeren. De ketens hebben het voortouw, voeren de eigen regie onder leiding van hun ketenregisseurs.

In zijn taskforce heeft de heer Alders gevraagd onderscheid te maken tussen de blijvers (bedrijven die doorgaan) en de wijkers (bedrijven die op termijn zullen stoppen). In de beleidsvisie wordt dit onderscheid niet gemaakt. Wel wordt in de visie aangegeven hoe het kabinet de voorlopers (blijvers) wil stimuleren en ondersteunen. Opschaling is vaak een gevolg van door de wetgever via milieu- en dierenwelzijn gestelde regels. Ook op dit vlak dient een trendbreuk te worden gecreëerd. Ondermeer beleid zoals voor afbouwende veehouders in actieplan ammoniak is van groot belang. Is de staatssecretaris bereid om gezamenlijk met de ketenregisseur te bezien hoe wijkers te faciliteren?

Het kabinet zal keteninitiatieven maximaal ondersteunen. De focus ligt op de blijvers en ik zet daarom in op:

  • Uitvoeren van inhoudelijke audits door de nVWA;

  • Risicogebaseerde controle door de nVWA;

  • Onderzoek en innovatie;

  • Wegnemen van onnodige belemmeringen, indien die zich voordoen, in regelgeving en mededinging.

Kan de staatssecretaris ingaan of de verdergaande ontvlechting van sectoren in (fok)zeugenbedrijven, vermeerderingsbedrijven, vleesvarkens, jongvee-opfokbedrijven ed meegenomen is in de visie zowel de impact op de ketengestuurde aanpak als ontwikkeling van het platteland? Op welke wijze? Is de staatssecretaris bereid om dit punt mee te geven aan de verdere uitwerking van de visie?

Dit is niet meegenomen in de visie, maar ik ben bereid dit in overleg met de ketenregisseurs mee te nemen in het verdere proces.

Stel Nieuw Gemengd Bedrijf excelleert op vlakken als dier- en volksgezondheid, dierenwelzijn, voedselveiligheid, gebruik van antibiotica, energie, milieu, gebruik van duurzame grondstoffen en landschappelijke inpassing en met de bedrijfsvoering dus een integrale- en optimale keuze van maatregelen voor verschillende duurzaamheidsaspecten vormt past deze dan in de visie zoals de staatssecretaris voor ogen heeft?

Een stal die in alle opzichten voldoet aan zulke eisen, past in mijn visie. Mijn zorg zit er in dat naarmate bedrijven veel groter worden, de kans op spanning met de uitgangspunten van mijn visie groter wordt. Vandaar mijn voorkeur voor een wettelijke voorziening om een ongewenste ongebreidelde groei te kunnen voorkomen.

SP

Is de staatssecretaris bereid alle nieuwgebouwde stallen in 2012 duurzaam te maken, en niet pas in 2015? Waarom is hier slechts 9,5 miljoen voor terwijl Verburg sprak over 10 tot 15 miljoen per jaar? Klopt het dat de winst van 2012 (6%) ten opzichte van 2011 (5%) slechts 1% is? Hoe gaat de staatssecretaris met 1% extra duurzame stallen per jaar, in 2023 tot 100% duurzame stallen? Staat de doelstelling 2012 100% duurzame stallen nog, zo nee wanneer is deze geschrapt? Zo ja: graag een staatje met aantallen tot 2023. Hoeveel nieuwe stallen komen er gemiddeld per jaar bij? Wat was de oude doelstelling voor het percentage duurzame stallen in 2012, 2013 en 2014? Hoe vertaalt zich het percentage duurzame stallen in het percentage duurzame nieuwbouw stallen? Graag een staatje met jaartallen en vergeleken percentages. Kunnen we concluderen dat de staatssecretaris met het veranderen van percentage duurzame stallen in het percentage duurzame nieuwbouw stallen, de doelstelling stilletjes heeft verlaagd?

De partners van de Uitvoeringsagenda duurzame veehouderij (bedrijfsleven, Dierenbescherming, Stichting Natuur en Milieu en overheden) hebben begin dit jaar afgesproken dat per 2015 alle nieuw te bouwen stallen integraal duurzaam zullen zijn. Ik wil daar niet op ingrijpen. In de tussenliggende periode zal ik ondernemers zoveel mogelijk stimuleren bij nieuwbouw stallen integraal duurzaam in te richten via investerings- en fiscale regelingen.

Ten aanzien van de ontwikkeling van het aantal integraal duurzame stallen verwijs ik u naar het antwoord op vraag 181 over de Begrotingsstaten 2012 van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 23 november jl.

Ten aanzien van de middelen die de komende jaren beschikbaar zijn voor het ondersteunen van investeringen in integraal duurzame stallen verwijs ik nu naar het antwoord op vraag 173 over de Begrotingsstaten 2012 van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 23 november jl. Daarnaast is de inzet van het kabinet om ook in het GLB 2014–2020 investeringen in integraal duurzame stallen financieel te ondersteunen. Verder ondersteunt het kabinet investeringen in integraal duurzame stallen via fiscale regelingen en de Garantstelling Landbouw.

Onderschrijft u dat alle Nederlandse koeien hebben recht op weidegang (met een mogelijkheid tot uitzondering van experimentele en diervriendelijke stallen als de vrijloopstal)? In welk jaartal wil de staatssecretaris dat 100% van de koeien weidegang heeft? Wat is het tijdspad hiernaartoe? Welke maatregelen neemt de staatssecretaris voor weidegang?

Weidegang is een belangrijk thema van de parthers in de Duurzame Zuivelketen. FrieslandCampina en andere zuivelbedrijven hebben in 2011 mooie initiatieven met stimulerende maatregelen gemaakt om verreweg het grootste gedeelte van de Nederlandse melkkoeien tijdens de zomermaanden in de wei te laten grazen.

In overleg met de betrokken ketenpartners zal ik bezien hoe verdere voortgang kan worden geboekt.

Is de staatssecretaris bereid als volksgezondheidsmaatregelen een concreet afstandscriterium tussen intensieve veehouderij en bewoning of een maximale waarde van ziekmakende endotoxines vast te stellen? Is de staatssecretaris bereid dit als tijdelijke maatregel in te stellen in afwachting op het onderzoek van de Gezondheidsraad?

Wat omhelst de wettelijke voorziening waar de staatssecretaris over schrijft? Gaat de wettelijke voorziening weigering van vergunning op volksgezondheidscriteria zonder omwegen mogelijk maken en wanneer en hoe? Komen hier vaste criteria voor of wordt dit volledig overgelaten aan de provincies? Gaat de wettelijke voorziening een maximum grens voor stalgrootte stellen of wordt het stellen van een maximum mogelijk gemaakt en overgelaten aan de gemeenten?

Bijna 2 jaar geleden, midden in de q-koorts crisis, schreef de VNG een brief waarin zij aangaf te weinig wettelijke instrumenten in handen te hebben om vestiging of uitbreiding van intensieve veehouderij te kunnen weigeren op grond van volksgezondheidscriteria. Het CDA bewindspersoon heeft in antwoord op een SP motie toegezegd stappen te zetten. Wordt de nieuwe wettelijke voorziening vormgegeven in lijn met de wensen van de VNG?

Zoals toegezegd in het debat op 23 juni jl. over intensieve veehouderij en gezondheid van omwonenden, heeft het Kabinet de Gezondheidsraad (GR) om advies gevraagd om een beoordelingskader te maken voor de gezondheidsrisico’s van blootstelling aan verschillende micro-organismen die afkomstig zijn van de veehouderij.

Ik heb de GR ook verzocht om daarbij het nut en de noodzaak van een norm voor een minimale afstand tussen veebedrijven en woongebieden te onderzoeken. Met daarbij aandacht voor mogelijke technische maatregelen. Ik heb de GR ook gevraagd onderscheid te maken tussen de verschillende typen veehouderijbedrijven. In eerste termijn heb ik toegezegd de GR te vragen of het advies sneller kan worden afgerond. Verdere maatregelen in afwachting op het onderzoek van de GR lijken mij niet noodzakelijk.

Ik zal een wettelijke voorziening treffen, die een grondslag geeft om een grens te stellen aan de omvang van bedrijven als de noodzaak daartoe is aangetoond. Die noodzaak kan ook bestaan uit volksgezondheidsredenen. De precieze vormgeving hiervan wordt op dit moment bezien. Intussen zal het restrictieve beleid conform de motie Grashoff en Van Veldhoven opnieuw onder de aandacht worden gebracht van provincies en gemeenten.

Ten aanzien van de vraag over Q-koorts verwijs ik naar de brieven van 29 juni 2010 (TK 28 286, nr. 421) en van 21 juni 2011 (TK 28 973, nr. 67).

Begrijpt de staatssecretaris dat het keurmerken van soja import iets anders is dan regionalisering? Wat zijn de concrete plannen voor regionalisering van de voedselproductie en inperken van de afhankelijkheid en kwetsbaarheid van soja import? Is de staatssecretaris van mening dat de palmolie van de Round Table on Sustainable Palm Oil en de soja van de Round Table on Responsible Soy Association duurzaam is? Denkt hij dat het kappen van tropisch regenwoud, schending van mensenrechten, arbeidsrechten en schending van landrechten bij de productie van de betreffende soja en palmolie voorkomen wordt?

Ja. Ik verwijs u naar mijn mondelinge antwoorden in eerste termijn.

De GGD heeft aangegeven dat een afstandscriterium van voor intensieve veehouderij raadzaam te vinden. Is de staatssecretaris bereid een moratorium op te stellen op nieuwbouw en uitbreiding van intensieve veehouderij bij woonkernen binnen 250 meter of hierbij een voorlopig maximaal endotoxinen niveau vast te stellen, in afwachting op het advies van de gezondheidsraad?

Zie antwoord hierboven.

Welke wettelijke mogelijkheden heeft u om de gigastal van 1,2 miljoen kippen in Horst aan de Maas tegen te houden? Bent u bereid in overleg te treden met de gemeente en /of de provincie over deze gigastal en uitstel te realiseren totdat het toetsingskader van de Gezondheidsraad gereed en geaccordeerd is en deze gigastal hieraan te toetsen?

De gemeente Horst aan de Maas handelt zorgvuldig door de GGD in te schakelen, een fijnstofmeetpunt in te richten en door het voor het gebied opgestelde landschapsplan. Er is voor mij dan ook geen reden om bij de gemeente aan te dringen op uitstel.

Zie verder het antwoord bij CDA.

Wat doet u om retailers die niet mee doen met het Verbond van Den Bosch en andere achterblijvers mee te laten doen? Spreekt u ze sowieso aan? Bent u bereid hier een wettelijke algemeen verbinding verklaring op te stellen?

Ik zal de ketenpartijen aanspreken en stimuleren tot een maximale deelname van de retail aan ketenverduurzaming. Ik ben geen voorstander van een algemeen verbindend verklaring omdat dit, zoals ik in de eerste termijn heb aangegeven, het verdienmodel ondergraaft.

D66

De herijking van de EHS, een flink tekortschietend budget voor beheer, herziening van het omgevingsrecht, herziening van de natuurwet- herziening van de N2000 aanwijzingsverplichtingen- op alle fronten snijdt de staatssecretaris in beschermingsregimes. Het systeem van dierrechten wordt losgelaten evenals de grens van 120 km per uur. Waardoor de emissies landelijk zullen stijgen. Vraag aan de staatssecretaris, hoeveel van de berekende ruimte binnen de PAS zal straks weer opgesoupeerd worden door de verkeersemissies?

Ik onderschrijf de noodzaak dat de PAS zo snel mogelijk gereed is. De aanpak moet zorgen voor houdbare vergunningen. Daarom is zorgvuldigheid van groot belang. Ik zal de Tweede Kamer voor het algemeen overleg van 21 december a.s. over Natura 2000 en PAS nog informeren over de voortgang.

En als hij zo snijdt in de beschermingsregimes EN de dierrechten afschaft- hoe wil hij dan nog sturen op de natuur en milieu condities? PBL rapporten zijn kritisch op het afschaffen van de productierechten (PBL: Productierechten in de veehouderij: gevolgen van afschaffen in 2015 voor veehouderij en leefomgeving, 8 september 2011; PBL: Welke veestapel past in Nederland? Inbreng voor de maatschappelijke discussie over begrenzing en sturing van de omvang van de veestapel, 8 september 2011) Hoe staat de staatssecretaris tegenover deze rapporten? De uitstoot per dier kan verminderd worden, echter als het aantal dieren toeneemt, dan kan de norm alsnog overschreden worden. Hoe voorkomt de staatssecretaris overschrijding van de norm?

Ik verwijs hiervoor naar de brief over de mestvisie (TK, 33 037, nr. 1) en de kabinetsreactie op de PBL-rapporten die u binnenkort wordt toegestuurd.

Tenslotte kan Nederland natuurlijk afzien van de derogatie uit de nitraatrichtlijn en de milieuruimte over provincies verdelen- niet tegen betaling zoals bij de dierrechten, maar op basis van op milieu en dierenwelzijn vereisten. Graag een reactie van de staatssecretaris.

Ik ben niet voornemens af te zien van derogatie. Ik verwijs hiervoor naar mijn inbreng tijdens het AO van 1 december jl.

Dan over de ingrepen gerelateerd aan houderijsysteem. De ingrepen zijn soms nodig om het dierenwelzijn te beschermen gerelateerd aan het houderijsysteem! De ambities in de uitvoeringsagenda zijn zwak. We vragen opnieuw 10 jaar uitstel, en gaan dan eens werken aan en roadmap voor een transitie. Oproep aan de staatssecretaris, om in lijn met de versnelde verduurzaming van de stallen ook te komen tot houderijsystemen waar en concrete uitfasering van pijnlijke ingrepen aan gerelateerd kan worden. Is de staatssecretaris bereid met een concreet stappenplan te komen ter versterking van de agenda op dit punt?

Ik heb vertrouwen in de ketenaanpak. Wanneer de ketenregisseurs samen met mij de overall-regie zullen voeren over de ketenaanpak kan concrete uitfasering met eventueel pijnlijke ingrepen in dat kader worden bezien.

ChristenUnie

Hoe gaat de staatssecretaris voorkomen dat uitbreiding de enige manier is om het hoofd boven water te houden?

Juist met een integrale ketenaanpak wordt het verdienmodel versterkt. Het kabinet verwacht dat versnelde verduurzaming in heel Noordwest-Europa de komende jaren de dominante ontwikkeling zal worden. In reguliere contacten zal ik dit onder de aandacht van mijn collega’s brengen. Het is voor het bedrijfsleven van belang hier een koploperspositie te blijven innemen.

Hoort onder «al het vlees duurzaam» ook een beter inkomen voor de boer? En zo ja, wat gaat de staatssecretaris daaraan bijdragen, aangezien ook bijv. bij het Beter leven keurmerk voor varkensvlees producenten een prijs krijgen die maar net genoeg is om de hogere kosten te dekken?

Het huidige overheersende business- en verdienmodel is met name gebaseerd is op bulkproductie en een lage kostprijsstrategie. Ketens zijn zelf tot de conclusie gekomen dat het zo niet langer kan. Retail en consument staan aan de lat om deze ombuiging in combinatie met verdere verduurzaming gestalte te geven.

Het optreden als één keten, waarbij afspraken ook vanzelfsprekend doorwerken naar alle onderdelen van de keten maakt het mogelijk te komen tot een adequater verdienmodel.

Hoe gaat de staatssecretaris garanderen dat al het vlees duurzaam is in 2020, als hij slechts aan Europese normen wil voldoen en geen eisen wil stellen aan import? Hoe dan een goede concurrentiepositie voor de boer te garanderen?

In de Visie van Van Doorn ligt er in 2020 alleen nog maar duurzaam vlees in de winkelschappen. Ik ondersteun dat van harte. Het maakt daarbij dus niet uit waar dat vlees in het Nederlandse schap van afkomstig is.

Hoe krijgen we de werkelijke kosten van het product in de prijs verwerkt?

Dit is allereerst aan de ketenpartijen zelf. De mogelijkheden van de mededingingswetgeving kunnen daarbij optimaal worden benut. Veel duurzaamheidinitiatieven zijn mogelijk binnen de bestaande regels van de mededinging.

Wat gaat de staatssecretaris doen om het exportdeel te verduurzamen? Mogen inkopers en retail dezelfde normen opleggen aan importvlees? Voor zowel de schappen als de verwerkende industrie? Volgens kabinet mogen we toch geen eisen aan productie stellen? Is de staatssecretaris bereid daar nu wel eens werk van te gaan maken in WTO-verband? Ik verwijs naar het rapport Unilateral measures addressing non-trade concerns, waaruit blijkt dat er best mogelijkheden zijn binnen WTO-verband om eisen te stellen aan productiewijze.

Ik roep de ketenpartijen inclusief de retail daarom op zoveel mogelijk aan de duurzaamheidsinitiatieven deel te nemen. De Europese Unie is partner in WTO-verband. Afspraken hierover zijn altijd in EU verband. Een alleingang van Nederland is niet wenselijk.

Naar aanleiding van de Commissie Van Doorn: Regie voeren: wordt dat meer dan vergaderingen faciliteren? Gaat de staatssecretaris actief bijdragen aan versnelling van het proces, zoals gevraagd? Wat gaat hij concreet doen? Wat gebeurt er met alle verduurzamingsinitiatieven (convenant tussensegment, platform verduurzaming voedsel programma duurzame voedselsystemen)?

Ik ga samen met enkele ketenregisseurs en de medeoverheden de overall-regie voeren. De ketens hebben het voortouw, voeren de eigen regie onder leiding van hun ketenregisseurs.

Sluiten van de kringlopen: in 2020 minimaal 50% van het eiwitrijke diervoer uit Europa. Onderschrijft de staatssecretaris deze ambitie? Hoe gaat hij dat invullen en faciliteren?

Het sluiten van de kringlopen is reeds een ambitie van de uitvoeringsagenda duurzame veehouderij. Met de ketenaanpak gaat het sluiten van de kringlopen op termijn vanzelf.

Hoe wordt de gevraagde handhaving ingevuld? En op welke normen zal worden gehandhaafd? Is het niet beter aan te sluiten met een wettelijke basis bij de ontwikkeling in de keten? Eerst keten, dan wetgeving? En hoe ziet de gevraagde routekaart met tussenstations eruit voor de rijksoverheid?

Het kabinet zal de keteninitiatieven maximaal ondersteunen. Dat doe ik door o.a:

  • Uitvoeren van inhoudelijke audits door de nVWA;

  • Risicogebaseerde controle door de nVWA;

  • Onderzoek en innovatie;

  • Wegnemen van onnodige belemmeringen, indien die zich voordoen, in regelgeving en mededinging.

Wat is de stok achter de deur voor het bereiken van de ambitie dat uiterlijk vanaf 1 januari 2015 alle nieuw te bouwen stallen en houderijsystemen integraal duurzaam zijn?

Ook dit is een onderdeel van de ketenaanpak. De ketenregisseurs zullen er op toezien dat daadwerkelijk alle nieuw te bouwen stallen per 1 januari 2015 duurzaam zullen zijn.

De basis voor mededinging ligt bij afspraken over productieomvang en prijzen die aan de consument in rekening worden gebracht en over uitsluiting van concurrenten: hoe krijgen we dan al het vlees duurzaam in 2020? Past de visie van de Commissie Van Doorn binnen de mededingingsregels? Is de staatssecretaris bereid met de NMa te overleggen over wat wel en niet is toegestaan, en waar een overheidsrol en wijziging van wetgeving noodzakelijk? Bijv. wettelijke basis om duurzaamheidsafspraken algemeen verbindend te verklaren. En is hij bereid het Belgische model van coaching over te nemen, dat is actief begeleiden van partijen en ze begeleiden naar een veilige mededingingssrechtelijke opties?

De mededingingsregelgeving is een doorvertaling van EU-regels. Zoals ik in eerste termijn heb aangegeven ben ik graag bereid om aanspreekpunt te zijn voor concreet geformuleerde belemmeringen die gewenste verduurzaminginitiatieven blokkeren. Meer specifiek ten aanzien van de NMa heb ik in mijn brief van 22 november jl. aangegeven dat de NMa een actieve en ondersteunende rol zal vervullen bij de beoordeling bij vragen over hoe concrete initiatieven binnen bestaande wettelijke kaders kunnen worden gerealiseerd.

Partij voor de Dieren

Wat is er gebeurd met de ambitie dat in 2023 dieren geen ingrepen meer hebben ondergaan? Ik lees er niets meer over terug. Is dit nog steeds het streven, en hoe wordt dit dan gerealiseerd?

Zoals ik in mijn visie veehouderij heb aangegeven, staat in een duurzame veehouderij in 2020 het welzijn van het dier centraal. Onderdeel hiervan is dat fysieke ingrepen aan het dier tot een minimum zijn teruggebracht. Uitzondering zijn de wettelijk verplichte identificatie-ingrepen.

Hier wordt ook de komende jaren in samenwerking met het bedrijfsleven verder aan gewerkt door onderzoek, kennisontwikkeling en -verspreiding, verbetering van management en bedrijfsvoering. Daarnaast wordt vermindering van fysieke ingrepen in toenemende mate als voorwaarde gesteld in nieuwe onderscheidende marktconcepten. Een voorbeeld is het achterwege laten van castratie van beerbiggen in nieuwe varkensvleesconcepten met het Beter Leven kenmerk.

De staatssecretaris zegt: «Het gevoel van urgentie, dat het snel anders moet, is breed aanwezig». En hij zegt: We wachten het advies van de Gezondheidsraad dat eind 2012 komt wel af. Hoe is dat met elkaar te rijmen?

Zie antwoord bij SP.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven