28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

Nr. 202 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2016

Met deze brief informeer ik u over de huidige stand van zaken rondom vogelgriep in Europa en Nederland.

In de brief van 14 november jl. (Kamerstuk 28 807, nr. 201) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het aantreffen van dode wilde vogels met hoogpathogene vogelgriep (HPAI) van het type H5N8 in Nederland, Hongarije, Polen, Duitsland, Oostenrijk, Kroatië en Zwitserland.

In Nederland zijn in Zeewolde, Monnickendam, Rotterdam, Werkendam, Oostzaan, Medemblik en Durgerdam dode wilde watervogels gevonden waarbij HPAI H5N8 is vastgesteld. Bij deze brief zijn twee kaarten van Nederland toegevoegd1. Kaart 1 geeft het aantal meldingen weer bij de NVWA (tot 22 november) van dode vogels waar laboratoriumonderzoek op is en wordt verricht. Kaart 2 geeft aan in welke gemeenten in Nederland besmette dode vogels zijn aangetroffen.

Zoals gemeld in de brief van 14 november jl. hebben Hongarije, Duitsland en Oostenrijk melding gedaan van HPAI van het type H5N8 bij commercieel gehouden dieren. In Hongarije zijn inmiddels zeven bedrijven met H5N8 besmet verklaard. Ook in Denemarken is bij een hobbyhouder met 69 vogels H5N8 gevonden.

Bij een hobbyhouder in Den Oever is bij een dode zwaan het vogelgriepvirus HPAI H5N8 aangetroffen. Op deze locatie werden bij nader onderzoek nog een eend en een kip positief bevonden. Deze locatie is besmet verklaard op 17 november. Het virus is zeer besmettelijk en kan gemakkelijk verspreiden naar andere locaties met pluimvee of watervogels. Wanneer het virus bij vogels van een particulier wordt aangetroffen, is het nodig om alle vogels te doden om verdere verspreiding te voorkómen. Dit is in het belang van de diergezondheid in Nederland, want meer besmettingen leiden ook tot meer zieke en dode vogels. Deze strategie is daarom opgenomen in het beleidsdraaiboek vogelgriep 2013.

Voor deze hobbyhouder in Den Oever betekende dit helaas dat vrijdag jl. zijn kippen en (water)vogels moesten worden gedood. Tijdens het doden van de dieren bleek dat er inmiddels meerdere dieren ziek waren.

Op 18 november jl. heb ik de welzijnscommissie ingesteld conform het beleidsdraaiboek. Deze commissie wordt ingesteld als er maatregelen worden genomen op het gebied van huisvesting en/of ruiming. De commissie heeft tot taak na te gaan of de maatregelen die invloed kunnen hebben op dierenwelzijn op een verantwoorde wijze worden uitgevoerd. Daarnaast kan de commissie aanbevelingen doen voor oplossingen van welzijnsproblemen mochten die zich voordoen.

De deskundigengroep dierziekten maakt wekelijks een risicobeoordeling van de situatie. De deskundigengroep is van mening dat er nog steeds een aanzienlijk verhoogd risico is op introductie van het virus op pluimveebedrijven in Nederland. De verslagen van de deskundigengroep worden gepubliceerd op de website www.deskundigengroepdierziekten.nl.

De eerder door mij ingestelde maatregelen, zoals de ophok- en afschermplicht, het verzamelverbod voor pluimvee en watervogels op bijvoorbeeld tentoonstellingen, een verbod op jachtactiviteiten die watervogels verstoren en het bezoekersverbod, zijn nog steeds van kracht. De NVWA ziet toe op de naleving, heeft alle commerciële pluimveebedrijven met uitloop bezocht en heeft vastgesteld dat de ophokplicht door de pluimveehouders goed wordt nageleefd. De komende weken zal de NVWA ook toezien op de naleving van het bezoekersverbod en het daaraan gekoppelde hygiëneprotocol voor pluimveebedrijven.

Zowel het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC), de instelling van de Europese Unie die zich bezig houdt met de bescherming van Europa tegen infectieziekten, als de World Health Organisation (WHO) hebben een risicobeoordeling naar de risico’s voor mensen uitgevoerd. Beide organisaties hebben geconcludeerd dat er tot op heden geen menselijke besmettingen met dit virus zijn gemeld en dat het risico van overdracht naar mensen zeer laag is. Ook het RIVM meldt op zijn website dat er tot nu toe geen ziektegevallen bij mensen zijn beschreven. Zowel de GGD als de NVWA houden de situatie nauwlettend in de gaten, zodat zo snel mogelijk maatregelen kunnen worden genomen als daartoe aanleiding is.

Tenslotte is informatie ingewonnen over de mogelijkheid van het inzetten van vaccins in bijvoorbeeld dierentuinen. Vaccinatie tegen vogelgriep is in de Europese Unie bij uitzondering mogelijk, wanneer wordt voldaan aan een reeks voorwaarden, waaronder administratieve.

Er is een vaccin dat in Europa is geregistreerd en dat is gebaseerd op een vogelgriepvirus type H5N2. Laboratoriumonderzoek dat is uitgevoerd door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) laat zien dat de werkzaamheid van dit vaccin tegen het huidige HPAI H5N8 virus hoogst waarschijnlijk zeer gering is. Dit beeld wordt bevestigd door een analyse van de genetische opbouw van het virus. Ik zal deze resultaten bespreken met vertegenwoordigers van de dierentuinen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven